Religieus extremisme druppelt Kameroen binnen vanuit Nigeria

Religieuze naijver is geen nieuw fenomeen in Kameroen. In juni 1991 kwam het in de commerciële hoofdstad Yaounde tot rellen tussen moslims en christenen; in 1993 deden zich onlusten voor in de provincie Adamaoua; en in Beroua de hoofdstad van de Oostelijke Provincie kwam het tot vechtpartijen in 2001. Bij geen enkele botsing vielen dodelijke slachtoffers. Maar velen vrezen dat het in de Noordelijke Provincie tot nooit geziene onlusten zal komen. Kameroen telt ongeveer een derde moslims. Maar in de Noordelijke en Extreemnoordelijke Provincie en in de provincie Adamaoua maken ze de meerderheid uit.

De nationale eenheid is nog nooit zo in gevaar geweest als nu, zegt Lele Lafrique, de chef van de provinciale politie in de Noordelijke Provincie. We nemen deze dreiging zeer ernstig en roepen alle Kameroenezen op om niet ten prooi te vallen aan hen die uit zijn op de chaos die ze in de buurlanden meegemaakt hebben.

Eerst dachten we dat het gewoon om geruchten ging om de katholieke gemeenschap bang te maken, zegt Garga Aoudou, een ontwikkelingswerker in Garoua. Maar we worden hier in Garoua de jongste tijd overstelpt met folders die de moslims aanzetten tot aanzetten tot haat tegen de christenen. Religieuze fanatici sporen hen aan om christelijke meisjes te trouwen om het te bekeren tot de islam. Ze roepen de moslims op om geen huizen meer te verhuren of grond te verkopen aan christenen.

Yves Steven, de bisschop van Maroua - de hoofdstad van de Extreemnoordelijke Provincie - en de stad Makolo, maakt zich zorgen. Verschillende christelijke families zijn komen klagen dat ze gemolesteerd worden. Sommige werden met geweld uit hun huizen verdreven. Ze kregen een mes op de keel en werden met stokken naar buiten geranseld nog voor ze hun bezittingen konden meenemen.

Mahmoudou Mal Bakari, de imam van de hoofdmoskee in Maroua, is even bezorgd. Wat er nu gebeurt in Maroua is verwerpelijk. Het enige doel van deze fanatici is andere godsdiensten te vernederen en haat te zaaien. Bakari, en velen met hem, geloven dat het buitenlanders zijn die de haatcampagne orkestreren.

De regering heeft een politieteam aangesteld om hard op te treden tegen groepen die aanzetten tot religieuze haat en extremisme. De provinciale gouverneurs overleggen met elkaar over mogelijke maatregelen.

Antropoloog Mbonji Edjenguele van de universiteit van Yaounde gelooft dat Kameroen niet immuun is voor de sociale en politieke gebeurtenissen die zich buiten onze grenzen afspelen. Edjenguele gelooft dat het gebrekkige onderwijs in het noorden in de kaart spelt van de extremisten. In de noordelijke regio, waar de ongeletterdheid heel hoog is, dromen profeten uit de buurlanden en elders dat ze volgelingen kunnen rekruteren om hun gevaarlijke ideeën te verspreiden. (MM)