Russen laten HIV-baby's stikken

In de eerste twee maanden van dit jaar zagen in Rusland 10.000 HIV-baby’s het levenslicht. Eén hummel op vijf wordt overgedragen aan een weeshuis. Achtergelaten HIV-baby’s worden geplaatst in speciale weeshuizen of komen terecht op afgesloten kamers in ziekenhuizen, aldus een nieuw rapport van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.

De Russische wet beschermt mensen tegen discriminatie omwille van HIV en aids. Maar in de praktijk knijpt de overheid een oogje dicht, zegt Lois Whitman, directeur kinderrechten bij HRW. Seropositieve kinderen die bij hun familie blijven, zijn vaak niet welkom op school.

Het is waanzin. Mensen worden ontslagen, uit hun huis gezet en krijgen vaak geen medische zorgen meer als bekend wordt dat ze HIV hebben, zegt Ekaterina Lakhova, voorzitter van de commissie voor familiale zaken in het Russische parlement, de Doema. Bovendien zijn het vaak dokters die hun zwijgplicht verbreken en de besmetting aan de buitenwereld bekend maken.

Alec Khachatrian, een expert van de ngo Transatlantic Partners Against Aids (TPAA), gelooft dat de sterke discriminatie alles te maken heeft met de struisvogelpolitiek van de Russische overheid. De overheid erkent nog niet zolang dat aids ook in Rusland een gevaar vormt. Veel Russen denken nog steeds dat het een ziekte is vanuit het buitenland. Iedereen die besmet is, wordt daardoor automatisch uitgesloten.

De onwetendheid over het virus is volgens het rapport nog steeds erg groot. Het is erg moeilijk om daar wat aan te doen in een groot land als Rusland. Ziekenhuizen sensibiliseren voor de problemen van zwangere vrouwen met HIV is een eerste stap. (MM/ADR)