Situatie escaleert in Sri Lanka

Het Sri Lankaanse leger claimt een vliegtuig neergeschoten te hebben dat terugkwam van een aanval op een legerbasis die 25 levens zou hebben gekost. De rebellen ontkennen echter dat hun vliegtuig is neergehaald.
De afgelopen drie weken is het geweld in Sri Lanka aanzienlijk toegenomen. De overheid zou een nieuwe campagne zijn gestart tegen de Tamil-tijgers. Vandaag vroeg de eerste minister Ratnasari Wickramanayake nog de noodtoestand te verlengen. Daardoor blijft het leger en de politie over meer bevoegdheden beschikken om terrorisme -lees: de strijd van de Tamilminderheid- aan te pakken. Volgens Wickramanayake kwamen er in augustus 155 militairen om en werden er nog eens 938 gewonden door terroristische aanslagen.
Het leger zou oprukken in de jungle met als doel het hoofdkwartier van de LTTE (Liberation Tigers of Tamil Eelam) in Kilinochchi uit te schakelen. Ook zou de luchtmacht raids hebben uitgevoerd op de LTTE-gebieden. De LTTE drijft zelf ook de activiteiten op en voert bombardementen uit op militaire installaties met kleine vliegtuigjes. Precieze gegevens zijn echter nauwelijks bekend omdat de mediaberichtgeving vanuit het rebellengebied erg karig is.

NGO’s weg

Maandag heeft de Sri Lankaanse minister van Mensenrechten en Rampenmanagement Mahinda Samarasinghe gevraagd aan de ontwikkelingshelpers om het noorden van het land, het rebellengebied, te verlaten. “Gegeven de situatie daar, zijn we niet in de positie om hun veiligheid te garanderen”, verklaarde ze tegen Reuters. “Ze moeten ergens anders naar toe, maar ze moeten niet weg.” De VN heeft al laten weten al het personeel in de loop van de week te evacueren. De Sri Lankaanse overheid is nooit erg dol geweest op NGO’s.
De Sri Lankaanse overheid beweert dat er sinds het begin van de gevechten in 2006 zo’n 9000 Tamil-tijgers gedood werden. Ook zouden 1700 militairen zijn omgekomen. Hulporganisaties becijferen dat er de afgelopen twee jaar 160000 mensen op de vlucht zijn geslagen zijn door de gevechten.