Slachtoffers van massa-arrestaties in Bangladesh kwijnen weg in de cel

De laatste weken ben ik bezig geweest mij zoon vrij te krijgen, totnogtoe zonder succes. Dagloner Abdul Halim, wiens zoon op 4 februari gearresteerd werd in Dhaka, is de wanhoop nabij. Hij was op zoek naar een job, maar nog voor hij goed en wel van de bus stapte, werd hij aangehouden. Hij is nochtans lid van geen enkele politieke partij.

De grootste oppositiepartij van het land, de Awami Liga, organiseerde samen met haar bondgenoten op 5 februari de ‘Lange Mars naar Dhaka’, om de regering de wacht aan te zeggen. Die wordt geleid door de nationalistische Bangladesh National Party, en bestaat verder uit de fundamentalistische Jamaat-e-Islami Bangladesh Party.

Eerder protesteerden oppositiepartijen al tegen de verhoogde prijs van basisbenodigdheden en klaagden ze het tekort aan van meststoffen en olie die de boeren in het ganse land troffen.

Toen honderdduizenden mensen in de hoofdstad aankwamen voor de protestactie van 5 februari, reageerde de regering door duizenden mensen te arresteren en naar de centrale gevangenis van Dhaka te voeren.

Gematigde oppositiepartijen vroegen daarop om het ontslag van eerste minister Begum Khaleda, en organiseerden op 15 februari een algemene staking. Nog meer arrestaties waren het resultaat.

De Awami Liga boycot het parlement nu al meer dan een jaar en eist dat er tussentijdse verkiezingen komen. Ze verwijt de regering dat ze de stijgende prijzen en criminaliteit niet onder controle kan houden. De laatste verkiezingen dateren van oktober 2001.

De voorzitter van de Awami Liga, Sheikh Hasina beweert dat 10.000 van haar partijleden door de politie vastgehouden worden. De regering spreekt dat cijfer tegen, en beweert dat de arrestaties niets te maken hebben met politiek.

Het was een normale politieactie. Sommige mensen werden uit voorzorg opgepakt voor verhoor en zullen worden vrijgelaten. Anderen werden op basis van een concrete beschuldiging meegenomen, zei de politiecommissaris van Dhaka, Mizanur Rahman.

Het hooggerechtshof neemt geen genoegen met die uitleg. Het vroeg de regering al op 5 februari om meer uitleg gevraagd over de massale arrestaties. Een rechtbank heeft de overheid ook gevraagd een lijst van mensen op te maken die in die periode zijn gearresteerd.

Volgens Alena Khan van de ngo Bangladesh Society for the Enforcement of Human Rights leven de arrestanten “in onmenselijke omstandigheden. De gevangenissen waren immers voor de massa-arrestaties al overbevolkt.

De arrestatie van die mensen - het merendeel doodgewone, onschuldige zielen - is gewoon onwettig. En ook al hebben ze politieke motieven, dan nog geeft de grondwet hen het recht om te protesteren tegen de overheid.

Veel van de beschuldigden worden vastgehouden op grond van fictieve beschuldigingen. Zo kan de regering er niet van beschuldigd worden onschuldige mensen in de gevangenis te houden. Ze komen niet eens vrij onder borg. (JS/PD)