Spaanse conservatieven verliezen strijd tegen gelijke behandeling mannen en vrouwen

Het wetsvoorstel, ingediend door de regerende Spaanse Socialistische Arbeiderspartij (PSOE), is in maart 2007 goedgekeurd met steun van alle partijen behalve de PP. Die stapte naar het Hooggerechtshof en vervolgens naar het Grondwettelijk Hof. Maar tien van de twaalf rechters hebben nu de bezwaren van de PP verworpen, zodat de wet er nog net komt voor de verkiezingen van 9 maart.

De socialistische minister van Justitie Mariano Fernández Bermejo noemde de tegenwerking van de partij een poging tot “fraudulente manipulatie”. “Als hij enige trots had, zou hij nu opstappen”, zei hij over Ignacio Astarloa, het PP-parlementslid dat het verzet leidde.

Gelijke behandeling

De PP had vooral moeite met het artikel dat politieke partijen verplicht om minimaal 40 procent mannen en 40 procent vrouwen op hun kieslijsten te zetten. Verder vertaalt de wet ook EU-richtlijnen over arbeidsgelijkheid, de aanpak van discriminatie en seksuele intimidatie, toegang tot banen bij de overheid en toegang tot sociale voorzieningen. Bedrijven met meer dan 250 werknemers moeten voortaan gelijkheidsplannen ontwikkelen.

Volgens premier José Luis Rodríguez Zapatero, leider van de PSOE, was het hoger beroep van de PP niet gericht tegen de wet maar tegen het recht van vrouwen op gelijke behandeling. Volgens hem wordt de PP “met de dag meer reactionair en conservatief”.

Ideologie

Volgens de PP tast de wet de vrijheid van politieke partijen aan en daarmee ook vrijheid van ideologie. Bovendien vond de PP dat als vrouwen hun vertegenwoordiging konden claimen, andere groepen dit ook zouden kunnen doen, zoals ouderen, jongeren of gehandicapten.

Voor de PSOE-Secretaris voor Gelijkheid, Maribel Montaño, plaatst het besluit van het Hof de PP nu “in de ideologische hoek waar het altijd thuishoorde: achterhaald, reactionair rechts.” Voor haar is het duidelijk dat de PP zich verzet tegen “een meer gelijk en moderner Spanje, dat echter zijn ‘machismo’ en discriminatie snel aan het afschudden is”. Ze is ervan overtuigd dat de partij de gevolgen wel zal voelen tijdens de verkiezingen van 9 maart.
Volgens de peilingen zullen beide grote partijen echter geen absolute meerderheid behalen en is opnieuw een coalitie met kleinere partijen nodig. Het beroep van de PP tegen een andere wet, die een huwelijk tussen mensen van gelijke sekse mogelijk maakt, ligt ook nog bij het Constitutionele Hof.