Steun aan omstreden Congolees mijnproject brengt Wolfowitz in nauwe schoentjes

De Wereldbank onderneemt volgens critici krampachtige pogingen om een rapport weg te moffelen waarin sprake is van de steun aan een omstreden mijnproject in het Congolese Dikulushi. Het project zou een rol hebben gespeeld bij de dood van tientallen Congolezen in 2004. De controverse brengt de voorzitter van de Wereldbank, de Amerikaan Paul Wolfowitz, in een lastig parket.

De bal ging aan het rollen toen het Congolese leger in oktober 2004 een opstand van Mai Mai-strijders in de kiem smoorde in Kilwa, een stad nabij Dikulushi, in de koperprovincie Katanga. De militaire operatie kostte mogelijk aan 100 mensen het leven. De interventie van de strijdkrachten kwam er één maand nadat de Wereldbank een verzekering voor de politieke risico’s in Dikulushi had toegekend aan Anvil Mining. Dat Australische bedrijf exploiteert de mijn. De verzekering - ter hoogte van circa 11 miljoen euro (13,3 miljoen dollar) - werd geregeld door het Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA), een onderdeel van de Wereldbank.

Instabiliteit in het gebied zou de exploitatie en uitvoer van de mijn in Dikulushi kunnen schaden. Vanuit die optiek zou Anvil Mining hebben besloten logistieke steun te verlenen aan de Congolese strijdkrachten die de Mai Mai onderdrukten. Kilwa is de plek van waaruit koper- en zilverconcentraat uit Dikulushi naar het buurland Zambia vertrekt. Volgens recente berichten haalde Dikulushi in het vierde kwartaal van 2005 overigens een recordproductie aan koper en zilver.

De Australische tv-zender ABC achterhaalde dat vrachtwagens van Anvil werden ingezet om de militairen te vervoeren die de opstand moesten bestrijden. Dezelfde vrachtwagens zouden nadien zijn gebruikt om de lijken van de slachtoffers weg te brengen. Gebeurtenissen die door een onderzoek van de Verenigde Naties werden bevestigd.

Anvil Mining weet naar eigen zeggen niet of zijn materieel werd gebruikt in het kader van de militaire operatie in Kilwa. De Australische beursgenoteerde onderneming houdt vol dat ze niets te maken heeft met schendingen van de mensenrechten. In de Democratische Republiek Congo exploiteert Anvil niet alleen de mijn in Dikulushi, maar heeft de groep ook grote participaties in bedrijven in Mutoshi en Kinsevere.

De Wereldbank liet intern onderzoeken of er voldoende zorgvuldig werd gewerkt bij de voorbereiding van het verzekeringsdossier voor Anvil Mining. Mensenrechtenactivisten uit Groot-Brittannië en de VS vinden het wel erg vreemd dat het rapport over de zaak nog altijd niet is bekendgemaakt. Zij hebben de stellige indruk dat de Wereldbank de inhoud geheim tracht te houden. In kringen rond Wereldbank-voorzitter Paul Wolfowitz is echter te horen dat het rapport zeer binnenkort zou worden bekendgemaakt, mogelijk zelfs met commentaar van de bankdirectie.

Volgens de mensenrechtenactivisten is het onbegrijpelijk dat de Congolezen, die de rechtstreekse gevolgen van het mijnproject ondervinden, de bevindingen nog niet onder ogen kregen. Anvil Mining en het MIGA mochten de onderzoeksresultaten al wel inkijken. De slachtoffers van het bloedbad in Kilwa en hun families hebben het recht onverwijld de resultaten van de interne audit te kennen, schreef de Britse ngo Rights and Accountability in Development aan Wolfowitz.

De klachten komen behoorlijk ongelegen voor de Wereldbank. Een recente reorganisatie binnen de Wereldbank leidde tot veel wantrouwen en frustraties onder de personeelsleden van de instelling. Wolfowitz hield echter vol dat de reorganisatie bedoeld was om corruptie tegen te gaan en de instelling transparanter te maken. De aanpak van de Dikulushi-zaak doet vragen rijzen over de ernst van die inspanningen.

Internationaal is de Wereldbank de grootste geldschieter op het vlak van ontwikkeling. Jaarlijks trekt de instelling een slordige 16,6 miljard euro (20 miljard dollar) uit voor honderden projecten in de ontwikkelingslanden. De Wereldbank heeft ook ontzettend veel invloed op de economie in talloze landen. In veel gevallen hangen investeringen van privé-bedrijven in ontwikkelingslanden nauw samen met de houding van de bank.

De Wereldbank hervatte in 2001 het verstrekken van leningen aan Congo. Dat gebeurde na een lange pauze van tien jaar. Sinds de nieuwe start werd voor Congo al bijna 1,66 miljard euro (twee miljard dollar) aan leningen en subsidies uitgetrokken. De toenemende politieke stabiliteit in Congo leidde ondertussen tot de terugkeer van heel wat mijnbouwbedrijven. Congo beschikt nog altijd over grote koper- en zilvervoorraden.

Mensenrechtenactivisten vrezen dat de Wereldbank iets te snel haar steun aan Congo hervatte. De instelling hield hierbij te weinig rekening met de vraag in welke mate nieuwe mijnbouwprojecten kunnen resulteren in meer geweld en instabiliteit. (DB/ADR)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.