Strijd tegen moedersterfte in het slop
De internationale campagne om de moedersterfte tegen 2015 met driekwart te verminderen zit in het slop. Politici in ontwikkelingslanden vinden gezondheidszorg voor vrouwen geen prioriteit en internationaal loopt het budget voor projecten die te maken hebben met gezondheid en geboorte gestaag terug, ten voordele van de campagne tegen aids.
Marwaan Macan-Markar . 24 november 2006
Elk jaar sterven meer dan een half miljoen vrouwen tijdens de zwangerschap of bij de geboorte. De internationale gemeenschap nam zich in 2000 voor dat aantal tegen 2015 met driekwart te verminderen, als een van de acht Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. De verschillen tussen arm en rijk zijn enorm. In Zweden heb je als vrouw 1 kans op 29.800 tijdens of aan de gevolgen van een zwangerschap te sterven. In Niger 1 kans op 7.
De vooruitgang is moeilijk te meten, omdat niet alle landen betrouwbare statistieken bijhouden. Maar indirecte indicatoren laten een weinig hoopvol beeld zien. Het aantal geboorten in het bijzijn van een medisch geschoolde persoon is tussen 1990 en 2004 wereldwijd slechts gestegen van 47 naar 58 procent. Volgens de Wereldbank kan 74 procent van de moedersterfte vermeden worden wanneer vrouwen bij complicaties tijdens de zwangerschap of bij de geboorte toegang hebben tot een medische behandeling.
Het is vaak moeilijker om beleidsmakers geïnteresseerd te krijgen in moedersterfte dan in meer zichtbare projecten. “Het is niet gemakkelijk politici te overtuigen. Je maakt meer kans wanneer je hen vertelt dat ze een nieuwe weg moeten bouwen”, zegt Malinee Sukavejworakit, secretaris-generaal van het Aziatisch forum van Parlementairen voor Bevolking en Ontwikkeling.
Het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) heeft berekend dat er in slechts 77 landen in totaal 250 wetten zijn afgekondigd over problemen als seksueel geweld, de positie van de vrouwen en gezondheidszorg voor zwangere vrouwen. Dat is minder dan de helft van de 192 VN-lidstaten. “Wetten zijn belangrijk om politici ter verantwoording te roepen”, zei UNFPA-directeur Thoraya Obaid op een conferentie in Bangkok over bevolking en ontwikkeling.
Ook de rijke landen zijn verantwoordelijk voor de moeizame vooruitgang, meent UNFPA-baas Obaid. De officiële ontwikkelingshulp voor projecten rond voortplanting en gezondheid bereikt nog geen derde van de vooropgestelde niveaus. De fondsen voor familieplanning, de eerste verdedigingslinie in tegen moedersterfte, zijn gedaald van 55 procent van het budget voor bevolkingsprojecten in 1995 tot negen procent nu, zo staat te lezen in de slotverklaring van de conferentie. Een van de redenen daarvoor is dat er veel meer geld gaat naar de behandeling van aidspatiënten en minder naar preventie. MDG5
De vooruitgang is moeilijk te meten, omdat niet alle landen betrouwbare statistieken bijhouden. Maar indirecte indicatoren laten een weinig hoopvol beeld zien. Het aantal geboorten in het bijzijn van een medisch geschoolde persoon is tussen 1990 en 2004 wereldwijd slechts gestegen van 47 naar 58 procent. Volgens de Wereldbank kan 74 procent van de moedersterfte vermeden worden wanneer vrouwen bij complicaties tijdens de zwangerschap of bij de geboorte toegang hebben tot een medische behandeling.
Het is vaak moeilijker om beleidsmakers geïnteresseerd te krijgen in moedersterfte dan in meer zichtbare projecten. “Het is niet gemakkelijk politici te overtuigen. Je maakt meer kans wanneer je hen vertelt dat ze een nieuwe weg moeten bouwen”, zegt Malinee Sukavejworakit, secretaris-generaal van het Aziatisch forum van Parlementairen voor Bevolking en Ontwikkeling.
Het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) heeft berekend dat er in slechts 77 landen in totaal 250 wetten zijn afgekondigd over problemen als seksueel geweld, de positie van de vrouwen en gezondheidszorg voor zwangere vrouwen. Dat is minder dan de helft van de 192 VN-lidstaten. “Wetten zijn belangrijk om politici ter verantwoording te roepen”, zei UNFPA-directeur Thoraya Obaid op een conferentie in Bangkok over bevolking en ontwikkeling.
Ook de rijke landen zijn verantwoordelijk voor de moeizame vooruitgang, meent UNFPA-baas Obaid. De officiële ontwikkelingshulp voor projecten rond voortplanting en gezondheid bereikt nog geen derde van de vooropgestelde niveaus. De fondsen voor familieplanning, de eerste verdedigingslinie in tegen moedersterfte, zijn gedaald van 55 procent van het budget voor bevolkingsprojecten in 1995 tot negen procent nu, zo staat te lezen in de slotverklaring van de conferentie. Een van de redenen daarvoor is dat er veel meer geld gaat naar de behandeling van aidspatiënten en minder naar preventie. MDG5
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Analyse