Terrorisme schaadt Keniaanse economie

Kenia heeft al bijna een jaar te maken met een golf van terreurgerelateerde aanvallen op burgers, die vooral toegeschreven worden aan de Somalische islamistische groepering Al Shabaab. Volgens de Keniaanse politie zijn bij 58 aanvallen met granaten 67 mensen omgekomen en 308 mensen gewond geraakt. Britse en Amerikaanse overheden waarschuwen burgers die naar Kenia willen afreizen.

Volgens Abdi Mohammed, analist bij investeringsbedrijf Stanbic Investment Management Service, moet de exacte schade aan de economie nog berekend worden, maar is het wel duidelijk dat sleutelsectoren geld verliezen door de aanhoudende onzekerheid, met name de toeristische sector.

Imago

Als de instabiliteit aanhoudt, waarschuwt Mohammed, zal die ernstige schade toebrengen aan het zakenimago van Kenia, zowel lokaal als internationaal. “We zien nu al dat veel potentiële investeerders overwegen hun investeringen elders te verhuizen als de onzekerheid aanhoudt”, zegt hij.

Ook Johnson Nderi, onderzoeker bij de Suntra Investment Bank in Nairobi, vreest dat het land maandelijks miljoenen dollars misloopt. “De imagoschade door al die incidenten zal het recent verbeterde vertrouwen van investeerders in dit land schaden”, zegt hij.

Minister voor Binnelandse Veiligheid Katoo Ole Metito maakt zich sterk dat de strijd tegen het terrorisme een van de meest cruciale uitdagingen is voor het land. “Ik wil de Kenianen ervan verzekeren dat we vastberaden zijn het terrorisme in dit land te bekampen en dat we daarvoor hun steun nodig hebben”, zei hij vorige maand.

Keniaanse zakenlui vinden dat de overheid instabiliteit streng moet aanpakken. “De zakenwereld maakt zich ernstig zorgen over wat er gebeurt in het land”, zegt Vimal Shah, voorzitter van de Keniaanse Vereniging voor Producenten. “De aanhoudende chaos treft sommige sectoren zoals het toerisme rechtstreeks, omdat bezoekers wegblijven. Maar het heeft ook een impact op de handel.”

Somaliërs

Het toegenomen onveiligheidsgevoel leidt ook tot verdenking van buitenlanders, met name Somaliërs. Mohammed Hirsi, zakenman in een buitenwijk van Nairobi, kreeg er rechtstreeks mee te maken.

Na een terroristische aanslag op 18 november brak etnisch geweld uit, gevolgd door plunderingen. Tientallen gewonde Somaliërs werden in de dagen daarop in het ziekenhuis opgenomen. De supermarkt van Hirsi werd leeggeplunderd.

“De aanvallen en de plunderingen hebben tot een flinke deuk geleid in de jarenlange goede verstandhouding tussen Somalische en niet-Somalische gemeenschappen hier”, zegt hij.

Maar lokale inwoners zijn minder verzoeningsgezind. Ze beschuldigen de Somalische gemeenschap ervan dat ze de namen van Al Shabaab sympathisanten niet aangeeft bij de politie.