Tien kaarsjes voor VN-resolutie 1325?

De tiende verjaardag van VN resolutie 1325 over vrouwen, oorlog en vrede zal niet onopgemerkt voorbijgaan. Getuige de EU conferentie van 9 september 2010 op initiatief van de EU Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en onder het Belgisch voorzitterschap. Toch kan men ernstige vraagtekens plaatsen bij de politieke wil om resolutie 1325 uit te voeren en past een zeker scepticisme over de impact van dergelijke vergaderingen en conferenties.
De tiende verjaardag van VN resolutie 1325 over vrouwen, oorlog en vrede zal niet onopgemerkt voorbijgaan. Zowel binnen de Verenigde Naties als binnen de EU zijn vergaderingen op hoog niveau gepland, waarop regeringleiders en andere prominenten (opnieuw) aanbevelingen en engagementen zullen formuleren. Getuige, de EU conferentie van 9 september 2010 op initiatief van de EU Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en onder het Belgisch voorzitterschap.
En dit evenement, waaronder Belgisch Minister van Buitenlandse zaken Steven Van Ackere zijn brede schouders heeft gezet, is maar één van de topevenementen die dit najaar georganiseerd worden om het belang van Resolutie 1325 te in de verf te zetten.
In 2000 aanvaardde de VN-Veiligheidsraad resolutie 1325, een  mijlpaal in de geschiedenis van de vrouwenrechtenbeweging en van de vredesbeweging. Voor het eerst benadrukte toen de Veiligheidsraad de genderdimensies van oorlog en vrede, het belang van respect voor vrouwenrechten en van de participatie van vrouwen aan processen van vredesopbouw. De Veiligheidsraad erkent (meer expliciet zelfs in de bijkomende resoluties 1820, 1888 en 1889), verkrachting als oorlogswapen, veroordeelt geweld tegen vrouwen en benadrukt hun rol als vredesactoren.
Vrouwen zijn niet alleen slachtoffers, zo stellen de Verenigde Naties, maar zij zijn ook onmisbare spelers in vredesprocessen. Daarom eist de resolutie dat de Verenigde Naties en haar leden (staten) initiatieven nemen waardoor vrouwen een grotere rol krijgen in vredesprocessen, actiever betrokken worden bij het voorkomen van geweld en oorlog en een stem krijgen in vredes­onder­handelingen en in de heropbouw van hun land.
Drie bezorgdheden zijn hier aan de orde: participatie, preventie van geweld en bescherming. Resolutie 1325 gaat niet alleen over “meer vrouwen in het vredesproces”, maar vooral over de gendergevoeligheid van de problematiek. Daarom is het belangrijk dat ook mannen deze participatiedoelstelling delen.

Gepast scepticisme


Toch kan men ernstige vraagtekens bij de politieke wil om resolutie 1325 uit te voeren en past een zeker scepticisme over de impact van dergelijke vergaderingen en conferenties, die de tiende verjaardag van resolutie 1325 vieren. Al jaren wordt door regeringsleiders en instellingen van de Verenigde Naties en de Raad van Europa lippendienst bewezen aan de implementatie van de resolutie. Maar deze “hoogmissen” hebben weinig verandering teweeg gebracht op het terrein of in de begrotingen, de budgetten die ter beschikking gesteld worden voor de uitvoering van de resolutie.
Het is niet zo dat er niets is gebeurd. Er werden in de voorbije tien jaar meerdere initiatieven genomen en ‘instrumenten’ ontwikkeld om te resolutie te implementeren zoals de rapporten van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, de opeenvolgende statements van de voorzitters van de Veiligheidsraad, de bijkomende resoluties 1820, 1888, 1889 (die resolutie 1325 verder onderbouwen), de ontwikkeling van indicatoren, Nationale Actieplannen in uitvoering van resolutie 1325, ….
Hoeveel vrouwen moeten er nog worden verkracht, vooraleer de wereld in actie schiet?
Maar politieke wil drukt zich niet alleen uit in woorden en instrumenten, maar ook in daden en in budgetten. En net op dit vlak is er de laatste 10 jaar te weinig veranderd. Er schort iets aan de politieke “sérieux” waarmee nationale regeringen resolutie 1325 uitvoeren én bij het publiek ingang doen vinden.
UNIFEM nam 21 grote vredesprocessen van na 1992 onder de loep. Hieruit bleek dat gemiddeld slechts 7 % van de onderhandelaars en 2,4% van de ondertekenende partijen vrouwen waren. (Een schamele verhouding, als we bedenken dat vrouwen minstens de helft van de bevolking uitmaken.) Onderzoek van een staal van 300 vredesakkoorden van na de Koude Oorlog bracht aan het licht dat slechts 18  van deze akkoorden melding maken van seksueel geweld. Dit terwijl in alle recente en gewapende conflicten seksueel geweld op vrouwen systematisch als wapen wordt ingezet.
In minder dan 3% van 17.000 onderzochte projecten (periode 2006 – 2008 ) voor postconflict heropbouw  werd ingegaan op de noden van vrouwen. Recent onderzoek naar voorzieningen voor vrouwen in ‘postconflict needs assessments’ toont aan dat slechts 8% van de budgetvoorstellen ook maatregelen bevatten die tegemoet komen aan de specifieke behoeften van vrouwen.
Vrouwenorganisaties zoals UNIFEM, die op het terrein een belangrijke rol hebben m.b.t. de uitvoering van resolutie 1325  zijn zwaar ondergefinancierd. In 2008  beschikte UNIFEM over een budget van nauwelijks 215,4 miljoen dollar, wat overeenkomt met ongeveer 149 miljoen euro. Dit is niet eens de helft van de kostprijs voor de organisatie van het WK voetbal in België, waarvan de kost op meer dan 330 miljoen euro geraamd wordt (33€ per Belg).
Een beeld dat nog schrijnender wordt wanneer we daar de militaire uitgaven tegenover plaatsen: wereldwijd 1. 531 miljard dollar uitgaven voor militaire doeleinden in 2009(SIPRI). De budgetten voor vrede, ontwikkeling en vrouwenrechten zinken daarbij in het niets.
Met alle gevolgen vandien. De VN zelf lijkt zijn resoluties in zijn acties op het veld niet ernstig te nemen. Denk maar aan wat zich afspeelt in Oost Kongo en aan het laatst beruchte ‘incident’ van de massale verkrachting van vrouwen gedurende meerdere dagen, met hun ‘beschermers’ (VN troepen en Congolese leger) op luttele kilometers afstand. Maar zij hadden blijkbaar andere taken/prioriteiten.
Kortom. Er zijn meer concrete maatregelen nodig voor de implementatie van VN-resolutie 1325 door de nationale overheden. In België heeft -o ironie- alleen Defensie een budget toegekend voor de concrete uitvoering van deze vredesrichtlijn. Ook andere ministeries moeten daartoe budgetten vrijmaken, het nationaal actieplan 1325 mag geen loze belofte blijven. En vooral het middenveld moet worden betrokken; budgetten moeten ook toegankelijk zijn voor lokale vrouwen- en vredesorganisaties. Pas dan is een ‘politieke prioriteit’, een (echte) prioriteit. Pas dan is resolutie 1325 zijn tien verjaardagskaarsjes waard. Hoeveel vrouwen moeten er nog worden verkracht, vooraleer de wereld in actie schiet?

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.