'Tsjetsjenen zijn géén relschoppende bende'

‘Zondag drong een groep Tsjetsjenen een asielcentrum binnen. Ze geraakten er slaags met Afghanen’, hoorde ik gisterenochtend op de radio en ik dacht, het is weer zover!

Onze Tsjetsjeense studentenorganisatie WEY-DU (Wainah European Youth Development Union) veroordeelt sterk deze daad, maar tegelijk vinden wij het ook erg jammer dat de media onze bevolkingsgroep telkens in een negatief daglicht plaatst.

Drijfveren

We kunnen, ook in dit geval, niet ontkennen dat er al een tijd spanningen zijn met nieuwkomers uit Afghanistan omdat ze niet vertrouwd zijn met onze ingesteldheid en mentaliteit. Ook een andere vechtpartij in het asielcentrum van Arendonk, in mei dit jaar, illustreert dat.

Toch kent het geweld meestal een achterliggende oorzaak. Die drijfveren moeten we beter onderzoeken en begrijpen. Alleen op die manier kunnen we de juiste preventieve maatregelen nemen om die agressie te voorkomen. Mensen verzamelen, de omheining uitknippen, georganiseerd vluchten,… wij kunnen moeilijk geloven dat iemand zulke voorbereidingen treft om zomaar enkele Afghanen in elkaar te slaan.

Vaak vloeit zo’n actie voort uit een eerder conflict, waar de directie van het asielcentrum niet de nodige aandacht aan besteedde. In Arendonk bijvoorbeeld vielen Afghaanse mannen een Tsjetsjeense vrouw lastig met seksistische opmerkingen. Een probleem dat ook de autochtone bevolking nauw aan het hart ligt, zoals blijkt uit de documentaire Femme de la rue. Een kennis had het voor haar opgenomen, maar werd in elkaar geslagen. Als de directie toen had ingegrepen, kon ze een escalatie van het geweld voorkomen. Dat gebeurde echter niet. En dus trommelde het slachtoffer enkele vrienden op, met alle gevolgen van dien.

Let op! Wij willen allerminst beweren dat het personeel van de asielcentra slecht werk levert. Integendeel, mijn bezoeken aan verscheidene centra leren mij dat het zeer geëngageerde en goed opgeleide mensen zijn. Maar het is al lang geen geheim meer dat er een nijpend tekort bestaat aan personeel, waardoor ze niet alles in goede banen kunnen leiden.

Misverstanden zijn vaak het gevolg van misgelopen communicatie. Als preventieve maatregel willen wij de centra aanraden om meer activiteiten te organiseren van multiculturele aard. Op die manier kunnen verschillende bevolkingsgroepen hun gewoonten, mentaliteit en leefregels aan elkaar uitleggen.

Geïntegreerd

Wat de relschoppers betreft, zijn wij teleurgesteld dat ze het imago van onze bevolkingsgroep schaden. Het is alom bekend dat Tsjetsjenen een van de best integrerende allochtone groepen zijn. Als we een balans maken dan zijn ze na 12 jaar (de toestroom begon vooral in het jaar 2000) erg ver gevorderd.

Er bestaat een zeer hoge tewerkstellingsgraad, we tellen een groot aantal ondernemers en veel studenten die hogere studies aanvatten. Tsjetsjeense mensen zijn niet naar Europa gekomen om te profiteren, maar wel omdat ze moesten vluchten voor oorlog en onderdrukking in Rusland. Ze werden daar dagelijks als terroristen afgeschilderd. Het doet ons pijn als we vervolgens ook hier als een relschoppende bende worden beschouwd.

“Rotte appels” heb je in elke bevolkingsgroep. De meerderheid heeft de beste bedoelingen en gelooft in de democratische beginselen en de tolerante staat waar België voor staat.

Tenslotte mogen we er niet aan voorbijgaan dat veel Tsjetsjenen de oorlog meemaakten. Ze lijden aan een posttraumatische stressstoornis en kennen een onstabiele psychische toestand. We geven toe dat ons volk soms het heft in eigen handen probeert te nemen om ‘gerechtigheid te doen geschieden’. Deze instelling is het gevolg van een aantal traumatische jaren in Rusland waar conflicten niet met dialoog werden beslecht, maar alleen met handgemeen. Er is dus inderdaad werk aan de winkel.

Wij als jongerenorganisatie werken eraan en zien alvast een positieve trend.

Wij roepen minister van Asiel en Migratie en minister van Binnenlandse Zaken op om de zaak ten gronde te onderzoeken en het conflict te beslechten. Het is ook belangrijk om sociale initiatieven te blijven ondersteunen en asielcentra van het nodige personeel met een gepaste opleiding te blijven voorzien.