Vakbonden goed voor werknemer én werkgever

Globalisering heeft op termijn heel positieve effecten in kleine, open economieën als België of Nederland. Dat is de belangrijkste conclusie van een studie van de Gentse econoom Sabien Dobbelaere. Dobbelaere stelt ook dat sterke vakbonden een belangrijke rol blijven spelen.


Dobbelaere is post-doctoraal onderzoeker sociale economie aan de Universiteit van Gent. Ze legde net de laatste hand aan haar doctoraatsstudie ‘An analysis of union behaviour and wage formation in a globalised world’. Daarin komt ze tot enkele verrassende conclusies.

Op lange termijn bevordert globalisering economische groei doordat de concurrentie toeneemt en handelsbarrières verdwijnen, zegt Dobbelaere. Zo kunnen bedrijven uit de Europese unie op gelijke voet concurreren en investeren in product- en procesinnovatie. Globalisering wordt als dé grote schuldige gezien bij de spaaklopende sociale dialoog tussen werknemers en werkgevers, maar globalisering is niet dé grote oorzaak, gewoon een van de factoren naast de klassieke conflicten tussen werknemers en werkgevers.

Dobbelaere ziet vooral een belangrijke rol weggelegd voor sterke vakbonden binnen bedrijven. In tegenstelling tot wat veel werknemers en werkgevers denken, is een sterke vakbond goed voor de werknemer én - dat is nieuw - voor het bedrijf. Bedrijven zien een sterke vakbond als een bedreiging, maar dat moet genuanceerd worden. Dobbelaere ontdekte namelijk een verband tussen de onderhandelingsmacht van de werknemers en de grootte en verdeling van het surplus tussen de werknemers en het bedrijf. Hoe sterker de onderhandelingsmacht, hoe groter het deel van het surplus of de taart dat de werknemers zich kunnen toeëigenen en hoe groter de hele taart die verdeeld kan worden. Of bedrijfsleiders al overtuigd zijn van dit onderzoeksresultaat, is iets anders. Dit idee is nog niet ingeburgerd bij bedrijfsleiders.

Over hoe dit principe werkt, zijn er nog verschillende interpretaties. Dobbelaere heeft er bijkomend onderzoek over gepland. Een van haar mogelijke interpretaties is de volgende: Ik heb een vermoeden dat sterke vakbonden met een grote onderhandelingsmacht een groter deel van de taart naar zich kunnen toe trekken, waardoor een kleiner deel voor het bedrijf overblijft. Daardoor komt een aantal bedrijven in moeilijkheden, wat kan uitlopen op faillissementen. Dat geeft minder concurrentie wat uiteindelijk weer positief uitdraait voor de overblijvende bedrijven. Een tweede interpretatie stelt dat de goederenmarkt de arbeidsmarkt beïnvloedt. Het vermoeden is dat bedrijven met een groot surplus vaak hoog geschoolde werknemers tewerkstellen. Die zijn moeilijker vervangbaar en hebben dus een hogere onderhandelingsmacht.

Hoewel Dobbelaere heel duidelijk de positieve effecten van globalisering ziet, wijst ze er wel op dat die op lange termijn spelen. Er is altijd een overgangsfase met herverdelingseffecten. De arbeidsmarkt in geïndustrialiseerde landen is veranderd, maar Dobbelaere benadrukt dat dit heel afhankelijk is van de sector. Sterk exportgerichte sectoren en de ICT-sector varen net goed op de golven van de globalisering. Deze laatste sector weet hoge investeringen in onderzoek te koppelen aan hoge lonen. Die zorgen voor meer motivatie en weer voor hogere productiviteit - een positieve spiraal dus. Het zijn de zwakkere sectoren gericht op import (zoals kleding en leder) en sectoren met een lage toegevoegde waarde (zoals horeca en assemblage) waar de arbeidsvoorwaarden slechter worden en de onderhandelingspositie zwakker. Een sector met hoger opgeleiden zoals de ICT-sector zal ook veel minder lijden dan een sector met lager opgeleiden. In de resultaten op nationaal niveau houdt men spijtig genoeg geen rekening met de uiteenlopende resultaten in de verschillende sectoren.

Dobbelaere deed ook onderzoek in Bulgarije, waar ze op korte termijn negatieve gevolgen ziet voor België en het ontvangende land. Op lange termijn heeft de globalisering ook daar positieve effecten: Momenteel duwt globalisering de minst efficiënte Bulgaarse bedrijven uit de markt, dat is een natuurlijk proces. Uiteindelijk zullen de positieve effecten - zoals profiteren van de knowhow, technologische superioriteit en de netwerken van multinationals - de negatieve effecten overtreffen.

Een ander innoverend onderzoeksresultaat van Dobbelaere is het rechtstreeks
effect van globalisering op de onderhandelingsmacht van werknemers. In sectoren die gekenmerkt worden door een sterke importconcurrentie of door een sterke aanwezigheid van buitenlandse bedrijven, gaat de macht van de vakbonden verminderen. Die zijn verplicht hun looneisen te matigen. Ook dit is weer heel sectorgebonden. In sectoren met hoge handelstarieven die de binnenlandse markt beschermen tegen buitenlandse concurrentie, behouden werknemers hun harde vuist op de onderhandelingstafel.

Dobbelaere heeft ook kant-en-klaar advies. We moeten investeren in onze troeven, met andere woorden in de sterke sectoren. Als we investeren in de nu nog zwakke technologische innovatie, kunnen we achteraf de vruchten van de globalisering plukken. En een doekje voor het bloeden voor de zwakke sectoren? Nee, de zwakke sectoren moeten opgetrokken worden. In het algemeen moet een actief arbeidsmarktbeleid van trainingen en opleidingen, ook op bedrijfsniveau complementair aan globalisering zorgen voor economische groei en jobcreatie. (SF/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.