Venezuela jaagt op saboteurs olie-installaties

De productiemoeilijkheden in Venezuela zijn slecht nieuws voor iedereen die de olieprijzen liever niet nog verder ziet stijgen. De internationale markt heeft elke druppel nodig om het prijsniveau stabiel te houden. Woensdag kostte een vat West Texas Intermediate, de Amerikaanse referentiesoort, in New York alweer meer dan 50 dollar. De lidstaten van de Organisatie van Olie-exporterende Landen (Opec) spraken op 16 maart af hun gezamenlijke productievolume op te trekken van 27 tot 27,5 miljoen vaten per dag om de prijzen te drukken. Venezuela, de enige Latijns-Amerikaanse lidstaat van de Opec, zegde toe zijn productie met 58.000 vaten op te trekken, tot 3.165.000 vaten per dag.

Volgens de Venezolaanse regering zit het land nu 100.000 vaten onder dat beloofde niveau. Waarschijnlijk is dat nog een onderschatting. Officieel produceert Venezuela sinds eind 2004 3,1 miljoen vaten per dag, maar
het Internationaal Agentschap voor Energie (AIE) schat dat het land in werkelijkheid maar aan 2,6 tot 2,7 miljoen vaten komt. Oppositiepartijen in Venezuela pakken uit met nog slechtere cijfers.

Een deel van het probleem is dat Petróleos de Venezuela, de staatsonderneming die twee derde van de totale productie van ruwe olie in Venezuela voor haar rekening neemt, geen duidelijkheid verschaft over de werkelijke productie, zegt Francisco Mieres, een professor olie-economie. Maar volgens Mieres zijn de problemen waarschijnlijk nog toegenomen doordat het staatsoliebedrijf eind april verdragen heeft opgezegd met onderaannemers die in het westen van het land voor het bedrijf werken. De staatsonderneming heeft laten weten dat er van de 12.000 mensen die tot hiertoe via die bedrijven voor haar werkten, er vanaf deze maand maar 4.500 kunnen overblijven. Het is mogelijk dat er binnen Petróleos de Venezuela zelf of bij die onderaannemers trager wordt gewerkt of dat er zelf sabotage wordt gepleegd, zegt Mieres.

Voor de Venezolaanse president Hugo Chávez lijdt het geen twijfel dat er sprake is van sabotage. Kleppen gaan stuk, worden gerepareerd en gaan opnieuw stuk. Dat kan geen toeval zijn. General Melvin López, de secretaris van de Nationale Defensieraad, oppert dat de CIA misschien achter de sabotage-acties zit.

Sinds 20 april zet Venezuela een 1.000-tal soldaten met boten en helikopters in om de boorplatformen en andere installaties in het meer van Maracaibo in het noordwesten van het land beter te bewaken. Volgens Chávez heeft ‘Operatie Zwart Goud’ alweer verbetering gebracht in de productie in dat deel van het land, al is het geplande niveau nog niet bereikt. Ook in het oosten van Venezuela, waar de nieuwste olievelden liggen, patrouilleert het leger nu intensiever. (PD/ADR)