Verenigde Arabische Emiraten doneren 6 miljoen dollar aan Palestijnen in Libanon
Het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) en de Verenigde Arabische Emiraten hebben een akkoord afgesloten om de levensomstandigheden in de Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon te verbeteren. De overeenkomst die maandag in Abu Dhabi getekend werd, voorziet in een bedrag van 6 miljoen dollar (4,6 miljoen euro), waarvan 1 miljoen voor de heropbouw van Narh al-Bared.
Toon Lambrechts . 17 maart 2009
Het Palestijns vluchtelingenkamp Narh al-Bared werd tot puin herleid toen er in 2007 zware gevechten uitbraken tussen het Libanese leger en Fatah-al-Islam. Van mei tot september belegerde de Libanese strijdkrachten het kamp waar deze radicale groep zich verschanst had. Er vielen ongeveer 450 doden en het grootste deel van de 30.000 inwoners van Narh al-Bared verloor huis en bezittingen en werd opnieuw ontheemd.
De Libanese regering beloofde snel werk te maken van de wederopbouw van Narh al-Bared maar daar is nog maar weing van in huis gekomen. Het kamp staat nog steeds onder militaire controle. Ook het plan om vlakbij een militaire basis te bouwen zet heel wat kwaad bloed bij de Palestijnse vluchtelingen. Eind januari maakten ze in in een open brief aan premier Fouad Siniora hun ongenoegen duidelijk. ‘Hoe kan u de oorlog tegen Gaza veroordelen en dezelfde mensen in eigen land een menswaardig bestaan ontzeggen?’, was hun boodschap.
De situatie van de ongeveer 416.000 Palestijnse vluchtelingen in Libanon is weinig rooskleurig. De Libanese overheid blijft hen als vreemdelingen beschouwen en ontzegt hen het recht tegeschoolde arbeid te doen of grond te bezitten. Veruit de meeste Palerstijnen in Libanon zijn afhankelijk van steun die het UNRWA biedt. De Verenigde Arabische Emiraten financierden al eerder de heropbouw van Palestijnse vluchtelingenkampen in Gaza en Jenin nadat die door het Israëlisch leger verwoest waren.
De Libanese regering beloofde snel werk te maken van de wederopbouw van Narh al-Bared maar daar is nog maar weing van in huis gekomen. Het kamp staat nog steeds onder militaire controle. Ook het plan om vlakbij een militaire basis te bouwen zet heel wat kwaad bloed bij de Palestijnse vluchtelingen. Eind januari maakten ze in in een open brief aan premier Fouad Siniora hun ongenoegen duidelijk. ‘Hoe kan u de oorlog tegen Gaza veroordelen en dezelfde mensen in eigen land een menswaardig bestaan ontzeggen?’, was hun boodschap.
De situatie van de ongeveer 416.000 Palestijnse vluchtelingen in Libanon is weinig rooskleurig. De Libanese overheid blijft hen als vreemdelingen beschouwen en ontzegt hen het recht tegeschoolde arbeid te doen of grond te bezitten. Veruit de meeste Palerstijnen in Libanon zijn afhankelijk van steun die het UNRWA biedt. De Verenigde Arabische Emiraten financierden al eerder de heropbouw van Palestijnse vluchtelingenkampen in Gaza en Jenin nadat die door het Israëlisch leger verwoest waren.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Interview
-
Commentaar
-
Nieuws
-
Analyse
-
Nieuws