Frank La Rue is een Guatemalteeks mensenrechtenadvocaat met een respectabele staat van dienst. Vijfentwintig jaar geleden richtte hij CALDH op, het Centro para Acción Legal en Derechos Humanos. Sinds augustus vorig jaar is hij speciale rapporteur voor de VN, en dit voor een periode van drie jaar.
De strijd van het volk
Op 3 en 4 augustus bracht hij een bezoek aan Honduras en sprak er met voor- en tegenstanders van de staatsgreep, evenals met de afgezette Zelaya. De conclusies van dat bezoek vatte hij samen in de volgende bedenkingen:
Schijnt bedriegt, ook in Honduras. In de hoofdstad Tegucigalpa lijkt het of er geen vuiltje aan de lucht is en is alles rustig. Maar hoe meer men het binnenland ingaat, hoe sterker de militarisering wordt.
Bij een heel groot deel van de bevolking is er een grote motivatie en bereidheid tot actie om de terugkeer van Zelaya te eisen. Maar de grote communicatiemedia steunen de feitelijke machthebbers, Micheletti en zijn aanhang, waardoor er weinig in beeld gebracht wordt van de initiatieven die de terugkeer van Zelaya eisen.
Dit nu al weken lang volgehouden protest wordt erg repressief te lijf gegaan door de ordediensten. Duizenden mensen worden opgepakt, vastgehouden en gefolterd. Maar dit telkens voor enkele uren, en zonder schriftelijke aantekeningen te maken of ook maar enig aanwijsbaar spoor na te laten, zodanig dat er nadien ook geen bewijzen zijn om dit geweld aan te klagen. Het enige mogelijke bewijsmateriaal is dat, wat kan geproduceerd worden door de pers die ter plaatse aanwezig is. Precies daarom wordt die pers geweerd en hardhandig aangepakt. La Rue: ‘Op de persconferenties die ik bijwoonde, vertoonden alle journalisten sporen van slagen en verwondingen, hadden camera’s en opnameapparatuur die beschadigd of stukgeslagen waren of beeldmateriaal in beslag genomen.’ Volgens La Rue gaat het hierbij niet om arbitrair individueel optreden van politie of militairen, maar beantwoordt die repressie aan een afgesproken tactiek om te intimideren.
Verkiezingen, en dan?
Het is wel duidelijk, besluit La Rue hieruit, dat er in Honduras geen sereen klimaat heerst om democratische verkiezingen te houden. De nodige voorwaarden voor open en eerlijke verkiezingen zijn momenteel niet aanwezig. Normaal gezien moeten die in november plaats vinden. Intussen is de verkiezingscampagne wel officieel van start gegaan. Sommigen, ook bij de internationale bemiddelaars, zien in die verkiezingen de uitweg uit de crisis. La Rue vindt dit een gevaarlijke opstelling. ‘Het is niet de eerste keer dat men via verkiezingen een uitweg zoekt uit een militaire dictatuur, maar in het geval van Honduras zou het dan wel neerkomen op het verrechtvaardigen van een illegale zaak.’ Dat zou immers betekenen dat de de- factoregering en Micheletti zelf ongestraft blijven voor de staatsgreep. Dat is een gevaarlijk precedent, en zou bepaalde elites in Guatemala, of zelfs in El Salvador, wel eens op het idee kunnen brengen om in hun land iets gelijkaardigs op te zetten.
Volgens La Rue heeft Insulza, als voorzitter van de Organisatie van Amerikaanse Staten, correct gehandeld door de staatsgreep onmiddellijk te veroordelen en de terugkeer van president Zelaya te eisen. Maar Insulza, zoals ook anderen, verwachtten niet dat het probleem zo hardnekkig zou zijn en dat de situatie allemaal sneller weer in de plooien zou vallen, met het vooruitzicht van de verkiezingen. Maar zelfs als die er komen, zijn volgens La Rue de voorwaardenom eerlijke en transparante verkiezingen te organiseren niet aanwezig. Op dit ogenblik wordt er in Honduras van dag tot dag geleefd. Het is heel moeilijk in te schatten waar deze situatie uiteindelijk toe zal leiden.
Het is wel duidelijk, volgens Frank La Rue, dat er in Honduras geen sereen klimaat heerst om democratische verkiezingen te houden.
De Obama factor
La Rue is ook de mening toegedaan dat deze staatsgreep er niet zou gekomen zijn indien de VS militairen op de basis van Palmerola (Honduras) hun goedkeuring hieraan niet hadden gegeven. Volgens hem kan alleen een nog duidelijkere veroordeling van president Obama en een stopzetting van de financiële steun aan het regime een uitweg uit de crisis bespoedigen. En als het even kan: een terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit de basis van Palmerola, als signaal van weigering om mee te werken met een regime dat via een staatsgreep aan de macht is gekomen. Maar, zo besluit La Rue, ‘in de VS heb je de stem van het Witte Huis, die van Buitenlandse Zaken en die van het Pentagon. En die vallen niet zonder meer samen.’