VN vergaderen over kruimels voor ontwikkeling

Volgens het Institute for Policy Studies, een onafhankelijke denktank in Washington, zijn de VS en de Europese landen al met meer dan 4000 miljard dollar over de brug gekomen om belaagde financiële instellingen overeind te houden. Dat is 40 keer meer dan het bedrag dat de rijke landen jaarlijks uittrekken voor de internationale strijd tegen armoede en klimaatverandering. Gisteren (25 november) maakte de Amerikaanse regering een bijkomend bedrag van 800 miljard dollar vrij om de financiële sector in het land te ondersteunen.
De Amerikaanse regering trok 152,5 miljard dollar uit om één enkel bedrijf – de verzekeraar AIG – van de ondergang te redden. Dat is ruim meer dan de 90,7 miljard dollar die de VS en de Europese landen in 2007 samen aan ontwikkelingssamenwerking uitgaven.
Zwitserland heeft 60 miljard dollar toegezegd om zijn kwakkelende investeringsbank UBS te redden. Dat is vijf keer meer dan het bedrag dat alle Europese landen samen de komende jaren zullen overmaken aan arme landen om de klimaatverandering daar aan te pakken.

België en Nederland

België heeft dit jaar al bijna 20 miljard euro uitgegeven aan financiële reddingsoperaties. Dat geld is natuurlijk lang niet allemaal verloren. De participaties in banken kunnen op termijn zelfs winst opleveren. Maar volgend jaar kosten de operaties België toch ongeveer een miljard aan extra rentelasten. Ter vergelijking: België gaf in 2007 iets meer dan 1,4 miljard euro uit aan ontwikkelingshulp.
Nederland besteedde in 2007 4,5 miljard euro aan ontwikkelingshulp. Alleen al de overname van de Nederlandse tak van Fortis en ABN-Amro kostte de Nederlandse staat bijna vier keer meer: 16,8 miljard euro. Later injecteerde Nederland ook nog eens 10 miljard euro in ING. Ook hier gaat het om participaties die ooit winstgevend kunnen blijken en in elk geval ook weer van de hand kunnen worden gedaan. Maar ook aan ontwikkelingshulp zitten terugverdieneffecten vast.
Het Institute for Policy Studies vreest dat sommige rijke landen de dure reddingsoperaties als een excuus zullen inroepen om te beknibbelen op hun ontwikkelingshulp. Dat zou dit weekend al duidelijk kunnen worden om de VN-top over de financiering voor ontwikkelingssamenwerking in Doha, de hoofdstad van Qatar. Het engagement van de industrielanden om arme landen te helpen in de strijd tegen de klimaatverandering wordt een eerste keer op de proef op de klimaatconferentie in het Poolse Poznan, die op 1 december begint. Experts verwachten alvast weinig van de twee bijeenkomsten.