Vogelgriep duikt weer op in Azië

Positief is de snelheid waarmee de uitbraken gemeld werden aan de lokale autoriteiten, zeggen experts. Het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen pluimveebedrijven en veterinaire diensten was onderdeel van het programma dat in de regio werd uitgerold na een grote vogelgriepuitbraak in de winter van 2003.
Hong Kong meldde vorige week een uitbraak van het H5N1-virus. De geïnfecteerde kippen, die werden gehouden door een bedrijf dat aan alle moderne veiligheidsmaatregelen voldeed, leidde tot het ruimen van 80.000 kippen op nabijgelegen boerderijen en grote vogelmarkt.
De Chinese autoriteiten bevestigden deze week dat het virus aangetroffen is in de oostelijke provincie Jiangsu. Er werden 350.000 kippen afgemaakt. De plaatselijke autoriteiten hebben volgens de staatsmedia ook de vaccinaties uitgebreid.
Cambodja heeft te maken met geïnfecteerde kippen en eenden in een gebied ten zuiden van de hoofdstad Phnom Penh. De autoriteiten gaven opdracht de kippen in het getroffen gebied te doden en kondigden een transport- en verkoopverbod van dertig dagen af in de provincie Kandal.
In Kandal is volgens de Cambodjaanse autoriteiten een 19-jarige man besmet met het dodelijke H5N1-virus. Hij is de achtste Cambodjaan bij wie het virus is vastgesteld, sinds het land voor het eerst getroffen werd door vogelgriep.

Voorzorgsmaatregelen

Vorige week sloot de Indiase deelstaat West-Bengalen grote delen van de grens met Bangladesh af, nadat uit tests bleek dat in het district Malda vogelgriep was geconstateerd. Via dat district worden vaak eenden en kippen gesmokkeld. Ook in twee andere Indiase deelstaten die grenzen aan Bangladesh - Assam en Meghalya - brak vorige maand vogelgriep uit.
In Bangladesh, dat in 2007 zwaar getroffen werd door het vogelgriepvirus, zijn geen recente uitbraken geconstateerd.
“Uit onze analyses blijkt dat dit het seizoen is voor vogelgriep”, zegt Subash Morzaria, regiomanager van het Noodcentrum voor Grensoverschrijdende Dierziekten van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO). “Landen moeten in het winterseizoen extra oplettend zijn als het gaat om vogelgriep.”
De laatste uitbraken volgen een patroon dat in 2003 werd ingezet en dat nog steeds dezelfde oorzaken lijkt te hebben als vijf jaar geleden. Te weinig voorzorgsmaatregelen en het transporteren van vogels voor de handel zijn volgens Morzaria de belangrijkste oorzaken. “”Op sommige plaatsen is de bioveiligheid nog steeds niet adequaat, ondanks het besef van de noodzaak daarvan”, zegt Morzaria.
Een van die voorzorgsmaatregelen is kippen uit de buurt houden van wilde vogels die het virus kunnen overbrengen. Bij grotere bedrijven moeten werknemers zich eerst desinfecteren en beschermende kleding dragen voordat ze kippenbedrijven binnengaan. Dat voorkwam echter niet de recente uitbraken in Hong Kong. Ook lijkt daar een en ander te zijn misgegaan met vaccinaties. “Dat wordt nu onderzocht”, zegt Morzaria. “Vaccinaties zijn een belangrijk middel om vogelgriep tegen te gaan, als ze op de goede manier en op het juiste moment worden toegediend.”

Schade

De FAO constateert dat de bewustwordingscampagnes op het platteland werken. Uitbraken worden vaker en sneller gemeld. Wereldwijd lijken de pogingen om het virus in te perken, redelijk goed aan te slaan. Uit een onderzoek dat in oktober werd gepubliceerd, blijkt dat in 50 van de 63 eerder getroffen landen, het virus is verdwenen. Het virus dat in de winter van 2003 voor het eerst uitbrak in China en zich daarna verspreidde naar Zuidoost-Azië, Europa en Afrika, veroorzaakte volgens het onderzoek ruim 14 miljard euro schade.
Uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), blijkt dat 247 mensen overleden aan het virus. Sinds 2003 raakten 391 mensen besmet. De meeste slachtoffers, 113, vielen in Indonesië. Dat land wordt gevolgd door Vietnam met 52 doden.
Experts bestuderen het virus om te zien of het tekenen van mutatie vertoont. H5N1 kan ook overgedragen worden van mens op mens en uitmonden in een wereldwijde epidemie. Bij zo’n epidemie zouden volgens sommige schattingen 180 miljoen mensen kunnen omkomen. De schattingen zijn gebaseerd op de situatie tijdens de Spaanse Griep in 1918. Bij die pandemie kwamen vijftig miljoen mensen om.