VS bezuinigen op internationale milieuprojecten

Klimaatverandering, ontbossing, overbevissing, het uitsterven van planten- en diersoorten: er is een strijd op vele fronten nodig om onze aarde min of meer toonbaar te kunnen doorgeven aan onze nakomelingen. Arme landen hebben daarvoor hulp nodig. Vijftien jaar geleden zette de internationale gemeenschap daarom het Global Environment Facility (GEF) op. Het financiert projecten in ontwikkelingslanden die het milieu vooruit helpen en mensen in staat stellen op een duurzame manier hun brood te verdienen. Het fonds heeft al voor meer dan 4 miljard dollar (3,3 miljard euro) subsidies toegekend.

Experts zeggen dat er nog veel meer geld nodig is, maar de GEF heeft de wind niet meer in de zeilen. De VS, een van de grootste donors van het initiatief, overwegen hun bijdrage tot 2010 te verminderen van 428 tot 224 miljoen dollar (van 353 tot 185 miljoen euro). De Europese landen proberen de Amerikanen te overtuigen niet toe te geven aan de verleiding, maar waarnemers houden hun hart vast. De Europeanen zitten overigens ook niet allemaal op dezelfde lijn.

Het ergste dat kan gebeuren is dat alle andere donoren het voorbeeld van de VS volgen, zegt Mario Ramos, een expert biodiversiteit van het GEF. Dan zullen een heleboel milieuproblemen verergeren omdat er niet meer genoeg tegen kan ondernomen worden, voorspelt Ramos.

De financiering van het GEF is een van de thema’s op de biodiversiteitsconferentie die aan de gang is in het Braziliaanse Curitiba. Vandaag (26 maart) begint het ministeriële gedeelte, dat tot 29 maart loopt. De zowat 4.000 deelnemers aan de bijeenkomst bespreken onder meer maatregelen om het angstwekende verlies aan natuurlijke rijkdom af te remmen.

Veel experts uit de delegaties van ontwikkelingslanden in Curitiba zijn niet tevreden over de koers die de rijke landen uitstippelen voor het GEF. Ze mopperen onder meer over een nieuw systeem dat de instelling vanaf juli wil gaan gebruiken om subsidies toe te wijzen. Dat zou gebeuren op basis van internationale milieuprioriteiten en de mate waarin individuele landen presteren op milieuvlak. De delegaties van de ontwikkelingslanden vrezen dat de rijke landen het op die manier helemaal voor het zeggen gaan krijgen in het initiatief, dat onder meer gedragen wordt door de Wereldbank, het VN-Ontwikkelingsprogramma en en VN-Milieuprogramma. Het zou ook een middel kunnen zijn om gewoon minder geld in het GEF te moeten stoppen.

Milieuorganisaties vinden dan weer dat zowel rijke als arme landen zich te weinig rekenschap geven van de ernst van de situatie. Je ziet droogtes, overstromingen en andere natuurrampen over de hele planeet, en toch blijven we hier discussiëren en blijkt het moeilijk om tot een consensus te komen, klaagt
Marcelo Furtado, campagnedirecteur Greenpeace International. Zo veel ophef over enkele miljarden dollar? Het is hoog tijd om alle voornemens uit te voeren. We hebben minstens 20 tot 25 miljard dollar (16,5 tot 20,5 miljard euro) nodig. (PD)