“VS plukken meeste vruchten van internationale handel” (UNCTAD)

De VN-conferentie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) stelt elk jaar een ranglijst op van landen volgens de manier waarop die handel laten bijdragen tot menselijke ontwikkeling, en omgekeerd. De Trade and Development Index rangschikt 123 landen volgens criteria als het opleidingsniveau van de bevolking, de transport- en communicatie-infrastructuur, de economische en politieke stabiliteit en de liberalisering van de handel. Unctad kijkt ook naar de economische groei en het welzijn van de bevolking.

De bedoeling van de rangschikking is dat beleidsmakers kunnen nagaan wat ze nog kunnen verbeteren om de strijd tegen de armoede efficiënter te maken. In het geval van ontwikkelingslanden is dat meestal nogal wat. Ze hebben een aanzienlijke achterstand inzake opleidingsniveau en infrastructuur en hebben meestal niet zo’n goed werkende financiële en politieke instellingen.

De Verenigde Staten scoren wel goed op al die punten, al dient te worden gezegd dat het rapport nog geen rekening houdt met de crisis van de hypotheekleningen in de VS. Op de tweede plaats staat Duitsland, gevolgd door Denemarken, Groot-Brittannië, Singapore, Japan, Zweden, Frankrijk, Noorwegen en Canada. Helemaal onderaan de lijst staan de Democratische Republiek Congo, Niger, Nigeria, Guinee-Bissau en Sudan.

Het rapport noteert verder de steeds hogere score van zeven “opkomende economieën”: Brazilië, India, China, Zuid-Korea, Mexico, Rusland en Zuid-Afrika. De zeven landen staan hoger genoteerd dan de andere ontwikkelingslanden en komen stilaan in de buurt van de tien Centraal- en Oost-Europese landen die in 2004 toetraden tot de Europese Unie. China maakte de grootste sprong voorwaarts in 2006, gevolgd door India.

Botswana, Jamaica, Uruguay, Kameroen en Syrië moesten in vergelijking met vorig jaar de meeste plaatsen prijsgeven in de rangschikking. De sterkste stijgers zijn Ecuador, Honduras, Iran en Oman. Die laatste twee landen danken hun hogere score aan het feit dat ze als olie-exporteurs hun voordeel doen bij de hoge energieprijzen. De hoge prijzen voor grondstoffen in het algemeen speelden in de kaart van landen die een groot deel van hun inkomsten halen uit de handel in grondstoffen, zoals Malawi, de Centraal-Afrikaanse republiek, IJsland, Rwanda, Guinee-Bissau, Uganda, Ethiopië en Paraguay.

“De armste landen in de wereld, ook die in Afrika, komen steeds dichter bij de Millenniumdoelen”, zei UNCTAD-directeur Supachai Panitchpakdi bij de voorstelling van de Trade and Development Index 2007 in Genève. “We verwachten dat de positieve trend zich ook volgend jaar doorzet, zodat we zes opeenvolgende jaren van sterke economische groei mogen optekenen, in het bijzonder in zwart Afrika.”

De Millenniumdoelen zijn acht concrete doelstellingen voor armoedebestrijding, gezondheidszorg, onderwijs en duurzame ontwikkeling die de wereldgemeenschap tegen 2015 gerealiseerd wil zien.

Tegelijk waarschuwt UNCTAD de politici ervoor niet eenzijdig de nadruk te leggen op het vrijmaken van de handel, ten koste van andere aspecten van het ontwikkelingsbeleid. Ondanks een zeer liberaal handelsregime zijn heel wat van de minst ontwikkelde landen er niet in geslaagd de armoede terug te dringen, zeggen de VN-economen.