Wereld kan consumptiehonger Chinezen en Indiërs niet aan

De stijgende prijzen van olie en andere grondstoffen tonen hoe zwaar de opklimmende Aziatische economieën nu al drukken op de wereldvoorraden, stelt het rapport dat Worldwatch gisteren (woensdag) publiceerde. Steeds meer Indiërs bezitten een auto, het weggennet groeit snel en de regering geeft handenvol geld aan luchthavens, wegen en havens. India gebruikt nu al dubbel zoveel olie als in 1992. China, met een economisch groei van 9,5 procent, was in 2004 de tweede grootste olie-importeur ter wereld. Tot half jaren negentig was China nog zelfvoorzienend op vlak van olie.

De afgelopen twee jaar toonden een verontrustende beeld van hoe de toekomst er kan uitzien als China en India het economische model van het Westen gaan volgen, besluit het rapport. De aarde heeft niet genoeg reserves om tegemoet te komen aan de vraag van de Westerse landen in combinatie met die van de opkomende Aziatische reuzen.

China en India zorgen ook voor een toenemende consumptiedruk op de Afrikaanse wouden en visbestanden, zwengelen de export van soja en ertsen uit Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië aan en veroorzaken het verlies van semi-opgeleide productiearbeiders in Centraal-Amerika en Zuidoost-Azie.

Maar voor we allemaal kwaad naar China en India gaan kijken: het zijn nog wel steeds de Verenigde Staten en Europa die veruit de grootste consumenten van de wereldvoorraden zijn. De VS verbruiken drie keer zoveel graan per persoon als China, en vijf keer zoveel als India. En Amerikanen stoten per persoon nog altijd zes keer zoveel CO2 uit als Chinezen, en twintig keer zoveel als Indiërs.

Als China en India per persoon evenveel zouden consumeren en vervuilen als de Amerikanen momenteel doen, hebben we twee aardbollen nodig om alleen al die twee economieën op gang te houden, zegt Worldwatch. Het geeft één optimistische noot. Het zegt dat de Chinese en Indiase opinieleiders zich bewust zijn van de problemen die hun landen kunnen treffen als ze verdergaan op het spoor van het Westerse consumptiemodel.

De conclusie van Worldwatch echoot de studie die een andere onderzoeksgroep uit Washington, het Earth Policy Instituut, vorige week publiceerde. Dat voorspelde dat als de Chinese economie groeit aan acht procent per jaar, de gemiddelde Chinees tegen 2031 evenveel zal verdienen als een Amerikaan nu. Als Chinezen op een dag evenveel auto’s bezitten als Amerikanen (dat wil zeggen drie wagens per vier mensen), betekent dat een Chinees wagenpark van 1,1 miljard voertuigen. Momenteel rijden er over de hele aardbol 800 miljoen auto’s rond.

Om genoeg wegen en parkeerruimte voor al die Chinese voertuigen te creëren, zou China dezelfde oppervlakte nodig hebben die ze nu gebruikt voor de rijstteelt, zegt Lester Brown, milieuwetenschapper en voorzitter van het Earth Policy Instituut. Voor hem is er geen twijfel: Het Westerse economische model - de op fossiele brandstoffen gebaseerde wegwerpeconomie - kan niet werken voor China. En als het niet kan werken voor China, kan het dat ook niet voor India, dat tegen 2031 een nog grotere bevolking zal tellen dan China. En al helemaal niet voor de drie miljard andere mensen in ontwikkelingslanden. (ADR)