'Wereldbank investeert te weinig in duurzame energie'

De Wereldbank publiceerde gisteren (dinsdag) tijdens de Klimaatconferentie in Buenos Aires (COP10) zijn jaarlijkse rapport ‘Environment Matters’ (het milieu is belangrijk), dat dit jaar duurzame groei in het Zuiden als thema heeft. Volgens directeur Warren Evans van de afdeling Milieu van de Wereldbank, steunt zijn bank energieprojecten die gebaseerd zijn op fossiele brandstoffen omdat daarmee de nood van de armen verlicht kan worden.

In ontwikkelingslanden koken en verwarmen honderden miljoenen mensen op fossiele brandstoffen, die bijdragen aan de uitstoot van schadelijke broeikasgassen. Volgens Evans neemt het aantal projecten van de Wereldbank dat zich richt op duurzame energie, echter toe. Hij zei ook verontrust te zijn over de wereldwijde aantasting van het milieu. Volgens hem wordt alarmerend traag vooruitgang geboekt in het halen van de milieudoelstellingen.

Volgens SEEN, een project van het Institute for Policy Studies in Washington en het Transnational Institute in Amsterdam, staan de verwezenlijkingen van de Wereldbank haaks op die milieuvriendelijke voornemens. De bank moedigt de ontwikkeling van duurzame energie aan, maar investeert tegelijkertijd in projecten die bijdragen aan de uitstoot van schadelijke broeikasgassen in de atmosfeer, aldus SEEN.

Volgens Nadia Martínez, SEEN-coördinator voor Latijns-Amerika, heeft de Wereldbank de afgelopen twaalf jaar meer dan 28 miljard dollar (21 miljard euro) geïnvesteerd in projecten die fossiele brandstoffen promoten. Tussen 1992 en 2004 hebben 332 projecten samen 43,4 miljard ton aan broeikasgassen in de atmosfeer gebracht, aldus Martínez.

SEEN bekritiseert de steun van de Wereldbank voor de zogenaamde flexibele mechanismen” in het internationale klimaatverdrag van Kyoto. De landen die meedoen aan reductie van de uitstoot broeikasgassen hoeven als gevolg van de flexibele mechanismen niet per se de uitstoot van broeikasgassen in hun eigen land te beperken. Ze kunnen ook aan de afspraken voldoen door ecologische projecten in ontwikkelingslanden te steunen. De Wereldbank kan volgens Martínez niet enerzijds reductie aanmoedigen en anderzijds projecten financieren die de uitstoot van broeikasgassen doen toenemen.

Het Kyoto Protocol treedt in februari in werking. De dertig industrielanden die het geratificeerd hebben, hebben zich verplicht de uitstoot van broeikasgassen tegen 2012 met 5,2 procent te verminderen ten opzichte van 1990.

De Wereldbank schat in het rapport ‘Environment Matters’ dat het wereldwijde bruto binnenlands product tegen 2050 verviervoudigd zal zijn. Die groei zal vooral voor rekening komen van landen die nu achterblijven. Maar op welke manier we groeien, doet ertoe, aldus het rapport. Een verstandige weg vooruit moet gebaseerd zijn op de integratie van economische groei, verantwoordelijkheid voor het milieu en sociale rechtvaardigheid, staat in een van de artikelen in het rapport.

De Chinese minister van Milieubescherming, Xie Zhenhua zegt in een bijdrage aan het rapport te verwachten dat het Chinese bruto binnenlands product in 2020 verviervoudigd is ten opzichte van 2000. Hij verwacht ook dat tegen die tijd 12 procent van de Chinese energie afkomstig is uit duurzame energiebronnen. Momenteel is dat nog minder dan 1 procent.

Volgens de Mexicaanse minister van Milieu, Alberto Cárdenas, kost schade aan het milieu Mexico jaarlijks ongeveer 64 miljard dollar, dat is 10 tot 11 procent van het Mexicaanse bruto binnenlands product. Volgens de Mexicaanse onderminister van Milieu, Fernando Tudela, zijn veel Latijns-Amerikanen bang dat investeringen in het milieu de concurrentiepositie schaden. Maar, zegt hij, het tegenovergesteld is waar. Als de regio er niet in slaagt milieuproblemen aan te pakken, dan missen we kansen, zegt Tudela. (JS/MM)