Wereldbank prijst landen voor gebrekkige arbeidswetgeving
In de laatste editie van haar rapport ‘Doing Business’ roept de Wereldbank de Marshall-eilanden uit tot ‘Beste Performer’. De eilandengroep beschikt amper over een arbeidswetgeving, wat buitenlandse bedrijven wel bevalt. Helemaal fout, zegt de internationale vakbondskoepel ICFTU.
Emad Mekay . 7 september 2006
De editie van ‘Doing Business’ voor 2007, die dinsdag verscheen, stelt dat Afrika nu het snelst aan het hervormen is. Het continent eindigt daardoor voor Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten.
Hervormers zijn vanuit het oogpunt van de Wereldbank overheden die de bedrijfswetgeving vereenvoudigen, het eigendomsrecht en de bescherming van investeringen aanscherpen, de belastingdruk verlagen, de toegang tot krediet vergemakkelijken en de kosten voor de invoer of uitvoer van producten doen dalen.
Volgens de Bank bestaat de top-10 van hervormers dit jaar uit Georgië, Roemenië, Mexico, China, Peru, Frankrijk, Kroatië, Guatemala, Ghana en Tanzania, in die volgorde. De bank lauwert Georgië omdat de regering daar het minimumkapitaal om een bedrijf te beginnen heeft kunnen terugbrengen, omdat ze de douane-, licentie- en gerechtsprocedures heeft versneld en omdat ze de arbeidswetgeving soepeler heeft gemaakt. Tussen 2005 en 2006 steeg het aantal nieuwe registraties van bedrijven er met 55 procent. Ook Armenië, Australië, Bulgarije, Tsjechië, El Salvador, India, Israël, Letland, Litouwen, Marokko, Nigeria en Rwanda kregen goede punten van de Bank.
Volgens de studie bestond de populairste hervorming in 2005-06 eruit om de opstart van bedrijven te vergemakkelijken. 43 landen voerden die hervorming uit, waardoor ze kosten en wachttermijn wisten terug te dringen. De op één na meest populaire beslissing was de verlaging van de belastingdruk en de stroomlijning van de registratieprocedures. Die hervorming werd doorgevoerd in 31 landen.
“Het rapport is een kritisch instrument voor ontwikkelingslanden om te bepalen waar nog hervormingen nodig zijn”, onderstreepte Wereldbank-voorzitter Paul Wolfowitz.
Maar vakbondsorganisaties hebben kritiek op de studie omdat ze geen oog heeft voor de rechten van de werknemers. De in Brussel gevestigde Internationale Federatie van Vrije Vakbonden (ICFTU) wees op aanbevelingen in het rapport die impliceren dat overheden geen aandacht moeten besteden aan arbeidswetgeving, maar dat ze zich integendeel moeten spiegelen aan landen die de rechten van hun werknemers amper beschermen en geen lid zijn van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
“De editie van ‘Doing Business’ voor 2007, die samengesteld is door het departement voor de ontwikkeling van de privé-sector van de Wereldbank, roept de Marshall-eilanden uit tot ‘Beste Performer’ omwille van zijn bijna complete gebrek aan arbeidswetgeving. Daarmee stoot het de vorige nummer 1, Palau, van zijn troon”, merkte de ICFTU op, die 155 miljoen leden telt over vijf continenten. “Beide landen hebben gemeen dat ze geen arbeidswetgeving hebben, en dat ze geen lid zijn van de ILO.”
Concreet staan de Marshall-eilanden werkgevers toe om werknemers tot 24 u per dag te laten werken en tot zeven dagen per week. Bedrijven moeten er geen vakantie toestaan en kunnen medewerkers ontslaan zonder vooropzeg.
“De Wereldbank moet prioriteiten stellen. Als ze echt gelooft dat de basisarbeidsrechten van de ILO een goede zaak zijn voor de ontwikkeling, kan ze geen landen uitroepen tot ‘Beste Performer’ als die niet zijn aangesloten bij de IAO of als ze de basisarbeidsrechten niet erkennen”, vindt algemeen secretaris van de ICFTU Guy Rider.
Hervormers zijn vanuit het oogpunt van de Wereldbank overheden die de bedrijfswetgeving vereenvoudigen, het eigendomsrecht en de bescherming van investeringen aanscherpen, de belastingdruk verlagen, de toegang tot krediet vergemakkelijken en de kosten voor de invoer of uitvoer van producten doen dalen.
Volgens de Bank bestaat de top-10 van hervormers dit jaar uit Georgië, Roemenië, Mexico, China, Peru, Frankrijk, Kroatië, Guatemala, Ghana en Tanzania, in die volgorde. De bank lauwert Georgië omdat de regering daar het minimumkapitaal om een bedrijf te beginnen heeft kunnen terugbrengen, omdat ze de douane-, licentie- en gerechtsprocedures heeft versneld en omdat ze de arbeidswetgeving soepeler heeft gemaakt. Tussen 2005 en 2006 steeg het aantal nieuwe registraties van bedrijven er met 55 procent. Ook Armenië, Australië, Bulgarije, Tsjechië, El Salvador, India, Israël, Letland, Litouwen, Marokko, Nigeria en Rwanda kregen goede punten van de Bank.
Volgens de studie bestond de populairste hervorming in 2005-06 eruit om de opstart van bedrijven te vergemakkelijken. 43 landen voerden die hervorming uit, waardoor ze kosten en wachttermijn wisten terug te dringen. De op één na meest populaire beslissing was de verlaging van de belastingdruk en de stroomlijning van de registratieprocedures. Die hervorming werd doorgevoerd in 31 landen.
“Het rapport is een kritisch instrument voor ontwikkelingslanden om te bepalen waar nog hervormingen nodig zijn”, onderstreepte Wereldbank-voorzitter Paul Wolfowitz.
Maar vakbondsorganisaties hebben kritiek op de studie omdat ze geen oog heeft voor de rechten van de werknemers. De in Brussel gevestigde Internationale Federatie van Vrije Vakbonden (ICFTU) wees op aanbevelingen in het rapport die impliceren dat overheden geen aandacht moeten besteden aan arbeidswetgeving, maar dat ze zich integendeel moeten spiegelen aan landen die de rechten van hun werknemers amper beschermen en geen lid zijn van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
“De editie van ‘Doing Business’ voor 2007, die samengesteld is door het departement voor de ontwikkeling van de privé-sector van de Wereldbank, roept de Marshall-eilanden uit tot ‘Beste Performer’ omwille van zijn bijna complete gebrek aan arbeidswetgeving. Daarmee stoot het de vorige nummer 1, Palau, van zijn troon”, merkte de ICFTU op, die 155 miljoen leden telt over vijf continenten. “Beide landen hebben gemeen dat ze geen arbeidswetgeving hebben, en dat ze geen lid zijn van de ILO.”
Concreet staan de Marshall-eilanden werkgevers toe om werknemers tot 24 u per dag te laten werken en tot zeven dagen per week. Bedrijven moeten er geen vakantie toestaan en kunnen medewerkers ontslaan zonder vooropzeg.
“De Wereldbank moet prioriteiten stellen. Als ze echt gelooft dat de basisarbeidsrechten van de ILO een goede zaak zijn voor de ontwikkeling, kan ze geen landen uitroepen tot ‘Beste Performer’ als die niet zijn aangesloten bij de IAO of als ze de basisarbeidsrechten niet erkennen”, vindt algemeen secretaris van de ICFTU Guy Rider.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2781 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
De Ontwikkelaars
-
Opinie
-
Analyse
-
Opinie
-
Opinie
-
Nieuws