Wereldbank verlegt focus in strijd tegen aids in Afrika

Ongeveer 22,5 miljoen Afrikanen zijn hiv-positief, en aids is er volgens de Wereldbank de belangrijkste doodsoorzaak. Het hardst getroffen zijn de productieve jonge bevolkingsklasse en vrouwen. Het probleem is zo erg dat bedrijven soms twee arbeiders zoeken voor een job, uit schrik om één van de twee te verliezen aan de ziekte.
Tot nu toe heeft de Bank het meeste geld – 1,5 miljard dollar sinds 2000 – geïnvesteerd in “noodmaatregelen” zoals antiretrovirale geneesmiddelen om de ziekte te bestrijden in meer dan dertig Afrikaanse landen. Daarmee zijn miljoenen levens gered en in sommige landen is het aantal hiv-patiënten gedaald. Dat is onder meer het geval in Kenia, Ivoorkust, Malawi en Zimbabwe.
Maar nog steeds sterven miljoenen anderen en voor elke nieuwe patiënt die geneesmiddelen krijgt, zijn er vier tot zes andere die besmet worden. Er zijn al meer dan 22 miljoen Afrikanen aan de ziekte gestorven en het voorbije jaar kwamen er 1,7 miljoen nieuwe besmettingen bij. In landen als Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika, Zambia en Zimbabwe is meer dan 15 procent van de bevolking besmet. Volgens schattingen zal 40 procent van de huidige vijftienjarigen in Afrika uiteindelijk besmet geraken.
Ongeveer een miljoen mensen krijgt met antiretrovirale medicijnen (ART). Dat is amper 23 procent van het aantal mensen die de medicijnen nodig heeft, een gevolg van de hoge kosten van de behandeling maar ook van het stigma dat nog steeds op de ziekte rust, van de logistiek en van het gebrek aan getraind medisch personeel.

Prioriteit preventie

Daarom wil de Wereldbank nu meer aandacht geven aan strategieën om het tempo van nieuwe besmettingen te vertragen. “Aids is de grootste doder in Afrika, en we kunnen niet praten over een betere, duurzamere ontwikkeling zonder ons ook te engageren in de strijd op lange termijn tegen de ziekte”, zegt Elizabeth Lule, hoofd van het aidsteam van de Wereldbank, in een verklaring.
Op internationaal niveau zal de wereldbank landen adviseren over hoe ze hun internationale financiering het beste kunnen beheren. Dat is vaak een complex kluwen van politieke en praktische voorwaarden, rapportering en andere administratieve vereisten die opgelegd zijn door multilaterale, bilaterale en private partners.
Met de hulp van de Wereldbank moeten de Afrikaanse landen de miljarden dollars aan nieuwe fondsen kunnen aanboren die onder meer afkomstig zijn van het Amerikaanse Noodplan voor Aidshulp (PEPFAR) en het Wereldfonds voor de strijd tegen Aids, TBC en Malaria.
Op het nationale niveau wil de bank landen helpen om een aanpak op lange termijn rond hiv/aids te ontwikkelen en die sneller te implementeren. Ze wil ook de capaciteit van de landen versterken om de efficiëntie, effectiviteit en transparantie van de aanpak te evalueren en een sterker gezondheidsapparaat op te bouwen.
Op lokaal niveau wil de bank de strijd tegen hiv integreren met de gezondheidszorg voor zwangere vrouwen en met de strijd tegen ziektes zoals malaria en tuberculose. “De ‘vervrouwelijking’ van de epidemie en het verband met seksuele gezondheid, voortplanting en de frequentie van medebesmetting met tuberculose, vergroten het belang van een geïntegreerde gezondheidszorg”, zegt de bank.