Wereldwijde inkomenskloof groeit (ILO)
Ondanks een sterke economische groei sinds de jaren negentig en miljoenen nieuwe jobs is de inkomensongelijkheid in de meeste regio’s in de wereld dramatisch toegenomen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO).
Joren Gettemans . 16 oktober 2008
De ILO onderzocht de lonen en tewerkstelling in meer dan zeventig landen van 1990 tot 2007. Daaruit bleek dat de globale tewerkstelling gestegen is met 30 procent, maar dat ook de inkomenskloof tussen rijk en arm significant gegroeid is.
In twee derde van de onderzochte landen nam de inkomensgelijkheid toe tussen 1990 en 2005, omdat de inkomsten van rijkere gezinnen sneller stegen dan die van de middenklasse of laagste inkomens. In dezelfde periode nam het verschil tussen de 10 procent met de hoogste lonen en de 10 procent met de laagste lonen toe met 70 procent in de landen waar gegevens voor beschikbaar waren.
Ook binnen de bedrijven wordt de kloof steeds groter tussen bedrijfsleiders en de gemiddelde werknemer. In de VS bijvoorbeeld verdienden de CEO’s van de vijftien grootste bedrijven 520 keer meer dan de gemiddelde werknemer. In 2003 was dat nog 360 keer meer.
“Het rapport toont duidelijk dat de kloof tussen rijke en arme gezinnen sinds de jaren negentig nog wijder geworden is”, zegt Raymond Torres, de directeur van de onderzoeksarm van de ILO. “Dat is het effect van de globalisering van de financiële markten, en de verzwakking van het lokale beleid om de positie van de middenklasse en laagste inkomens te verbeteren.”
Inkomensongelijkheid op zich is niet noodzakelijk negatief, stelt de ILO, want het kan een stimulans zijn voor inspanningen, talent en innovatie. Een te grote ongelijkheid is echter contraproductief en schadelijk voor de meeste economieën, omdat “een stijgende inkomensongelijkheid een gevaar kan vormen voor het sociale weefsel en de economische efficiëntie”. Zo kunnen te grote verschillen leiden tot hogere misdaadcijfers en een lagere levensverwachting, en in ontwikkelingslanden bovendien tot ondervoeding of kinderarbeid.
De huidige financiële crisis zal de zaken volgens de ILO nog erger maken, tenzij er op lange termijn structurele hervormingen komen. “De terugval van de economie treft de groep van de laagste inkomens disproportioneel hard”, zegt het rapport. Een groot deel van de kosten van de financiële en economische crisis komt zo op de rug van miljoenen mensen terecht die niet mee geprofiteerd hebben van de recente groei.
In landen waar de financiële markten niet voldoende gereguleerd werd, zijn arbeiders en hun gezinnen door de stagnerende lonen steeds meer afhankelijk geworden van leningen om hun behuizing en consumptie te betalen. Dat systeem maakte het mogelijk om de binnenlandse vraag hoog te houden, maar de crisis maakt volgens de ILO duidelijk dat een dergelijk groeimodel zijn grenzen bereikt heeft.
In twee derde van de onderzochte landen nam de inkomensgelijkheid toe tussen 1990 en 2005, omdat de inkomsten van rijkere gezinnen sneller stegen dan die van de middenklasse of laagste inkomens. In dezelfde periode nam het verschil tussen de 10 procent met de hoogste lonen en de 10 procent met de laagste lonen toe met 70 procent in de landen waar gegevens voor beschikbaar waren.
Ook binnen de bedrijven wordt de kloof steeds groter tussen bedrijfsleiders en de gemiddelde werknemer. In de VS bijvoorbeeld verdienden de CEO’s van de vijftien grootste bedrijven 520 keer meer dan de gemiddelde werknemer. In 2003 was dat nog 360 keer meer.
“Het rapport toont duidelijk dat de kloof tussen rijke en arme gezinnen sinds de jaren negentig nog wijder geworden is”, zegt Raymond Torres, de directeur van de onderzoeksarm van de ILO. “Dat is het effect van de globalisering van de financiële markten, en de verzwakking van het lokale beleid om de positie van de middenklasse en laagste inkomens te verbeteren.”
Inkomensongelijkheid op zich is niet noodzakelijk negatief, stelt de ILO, want het kan een stimulans zijn voor inspanningen, talent en innovatie. Een te grote ongelijkheid is echter contraproductief en schadelijk voor de meeste economieën, omdat “een stijgende inkomensongelijkheid een gevaar kan vormen voor het sociale weefsel en de economische efficiëntie”. Zo kunnen te grote verschillen leiden tot hogere misdaadcijfers en een lagere levensverwachting, en in ontwikkelingslanden bovendien tot ondervoeding of kinderarbeid.
Crisis
De huidige financiële crisis zal de zaken volgens de ILO nog erger maken, tenzij er op lange termijn structurele hervormingen komen. “De terugval van de economie treft de groep van de laagste inkomens disproportioneel hard”, zegt het rapport. Een groot deel van de kosten van de financiële en economische crisis komt zo op de rug van miljoenen mensen terecht die niet mee geprofiteerd hebben van de recente groei.
In landen waar de financiële markten niet voldoende gereguleerd werd, zijn arbeiders en hun gezinnen door de stagnerende lonen steeds meer afhankelijk geworden van leningen om hun behuizing en consumptie te betalen. Dat systeem maakte het mogelijk om de binnenlandse vraag hoog te houden, maar de crisis maakt volgens de ILO duidelijk dat een dergelijk groeimodel zijn grenzen bereikt heeft.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Analyse