Wolfowitz roept rijke landen op het matje
Wereldbankbaas Paul Wolfowitz heeft de rijke landen bekritiseerd omdat ze de hulp aan behoeftige ontwikkelingslanden niet verhoogd hebben op het moment dat de economische situatie van de landen na een moeilijke periode opnieuw aan de beterhand was.
Nele Vandersteen . 12 april 2007
De situatie in sommige ontwikkelingslanden is aan het verbeteren, maar ze hebben nog steeds hulp nodig om nieuwe kansen optimaal te benutten, zei Wolfowitz recent aan Reuters in een interview. ‘Tot op heden heeft nog geen enkel ontwikkelingsland een significante verhoging van hulp gekregen waardoor een programma van middellange termijn gesteund kon worden om de globale doelstellingen van de armoedevermindering van 2010 te bereiken.’
De bezorgdheid van Wolfowitz over de hulpinspanningen van de rijke landen, komt kort nadat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op 3 april cijfers bekend maakte die aantoonden dat internationale donoren vorig jaar 5,1 procent minder officiële ontwikkelingshulp gegeven hadden dan in 2005.
De officiële ontwikkelingshulp van de rijke landen verminderde volgens de cijfers van de OESO van 106,8 miljard dollar in 2005 naar 103,9 miljard dollar in 2006.
Wolfowitz zei dat extra hulp en middelen voor de ontwikkelingslanden nodig zijn om te voorzien in geneesmiddelen en om ziekenhuizen en wegen te bouwen. Zelfs in goed functionerende Afrikaanse landen, zoals Ghana en Tanzania, is buitenlandse hulp belangrijk om de infrastructuur van de landen te verbeteren zodat bedrijven hun handelswaar gemakkelijk op de markt krijgen, zei hij.
In het interview herinnerde Wolfowitz de rijke landen eraan dat ze op de G8 (de groep van de zeven grootste industrielanden en Rusland) top in Schotland in 2005 beloofd hadden dat ze hun hulp aan Afrika tegen 2010 zouden verdubbelen.
‘De mensen mogen hun beloftes niet vergeten en, nog belangrijker, ze moeten begrijpen dat we uitzicht hebben op een historische kans om het tij in Afrika te doen keren’, zei Wolfowitz.
Op de vergadering van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in Washington dit weekend, zal er waarschijnlijk nog over deze kwestie gesproken worden.
De bezorgdheid van Wolfowitz over de hulpinspanningen van de rijke landen, komt kort nadat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op 3 april cijfers bekend maakte die aantoonden dat internationale donoren vorig jaar 5,1 procent minder officiële ontwikkelingshulp gegeven hadden dan in 2005.
De officiële ontwikkelingshulp van de rijke landen verminderde volgens de cijfers van de OESO van 106,8 miljard dollar in 2005 naar 103,9 miljard dollar in 2006.
Wolfowitz zei dat extra hulp en middelen voor de ontwikkelingslanden nodig zijn om te voorzien in geneesmiddelen en om ziekenhuizen en wegen te bouwen. Zelfs in goed functionerende Afrikaanse landen, zoals Ghana en Tanzania, is buitenlandse hulp belangrijk om de infrastructuur van de landen te verbeteren zodat bedrijven hun handelswaar gemakkelijk op de markt krijgen, zei hij.
Beloftes verdubbeling hulp
In het interview herinnerde Wolfowitz de rijke landen eraan dat ze op de G8 (de groep van de zeven grootste industrielanden en Rusland) top in Schotland in 2005 beloofd hadden dat ze hun hulp aan Afrika tegen 2010 zouden verdubbelen.
‘De mensen mogen hun beloftes niet vergeten en, nog belangrijker, ze moeten begrijpen dat we uitzicht hebben op een historische kans om het tij in Afrika te doen keren’, zei Wolfowitz.
Op de vergadering van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in Washington dit weekend, zal er waarschijnlijk nog over deze kwestie gesproken worden.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2781 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Commentaar
-
Analyse
-
Nieuws
-
Opinie
-
Analyse
-
Wereldblog