WTO-discussie over industriegoederen bikkelhard

De industriële wedijver tussen rijke landen en ontwikkelingslanden bemoeilijkt de onderhandelingen over de verdere vrijmaking van de wereldhandel in Genève. De discussies tussen een dertigtal belangrijke lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) die deze week een vergelijk proberen te zoeken, worden steeds harder. Markttoegang voor nijverheidsgoederen blijkt een even taaie brok als de handel in landbouwproducten.
“De nijverheidssectoren in de ontwikkelingslanden worden almaar concurrentiëler, terwijl de industrielanden zoals iedereen weet steeds minder competitief worden”, verklaarde de Indiase minister van Handel en Industrie Kamal Nath woensdag in Genève. “We kunnen de industrie in de ontwikkelingslanden niet in gevaar brengen om niet-concurrentiële sectoren in de rijke landen te ondersteunen”, waarschuwde hij.
De huidige onderhandelingsronde over de verdere liberalisering van de wereldhandel werd eind 2001 opgestart in Doha, de hoofdstad van Qatar. Bij de moeizame discussies gaat het om de handel in landbouwproducten, industriegoederen en diensten, maar ook over intellectuele eigendomsrechten en algemene handelsregels.
Deze week proberen in Genève de handelsministers van een dertigtal landen een vergelijk te vinden over de handel in landbouwproducten en markttoegang voor nijverheidsgoederen, twee dossiers waarop de onderhandelingen steeds weer vastlopen. Als deze bijeenkomst een doorbraak oplevert, kan de onderhandelingsronde misschien eind dit jaar worden afgerond. Maar voorlopig wordt er nog hard onderhandeld.

Beperkte flexibiliteit


Bij multilaterale onderhandelingen moet iedereen water bij de wijn doen, stelt de Franse handelsminister Anne-Marie Idrac, die in naam van de Europese Unie spreekt omdat Frankrijk momenteel de Unie voorzit. Bij de start in Doha mikten de lidstaten van de WHO nog op een “ontwikkelingsronde”, waarbij de belangen van de ontwikkelingslanden centraal zouden staan. Maar dat lijkt vergeten.
Volgens Idrac zal de Europese Unie blijven aandringen op een “anti-concentratie-bepaling” in het akkoord over nijverheidsgoederen. Als die wordt goedgekeurd, kunnen ontwikkelingslanden nooit voor een hele nijverheidssector de heffingen hoog houden om “gevoelige” producten te beschermen.
De leden van de Wereldhandelsorganisatie zijn het eens dat een algemene verlaging van de invoerheffingen “flexibel” moet kunnen worden toegepast: arme landen kunnen een beperkt aandeel van de heffingen hoog houden om sectoren die nog in volle ontwikkeling zijn, af te schermen van buitenlandse concurrentie. “De anti-concentratiebepaling holt dat uit”, zegt Felipe Saboya, een onderzoeker van de Braziliaanse vakbond CUT. “De rijke landen hebben de bepaling geïntroduceerd om ontwikkelingslanden te beletten zich te beschermen”, vindt Saboya.
Landen als Brazilië en Argentinië vrezen dat de drastische verlaging van de invoerheffingen voor nijverheidsgoederen die in Genève op de tafel ligt, hun markten even bruusk zal opengooien als de golf van privatiseringen en liberalisering dat deed die de Latijns-Amerikaanse leiders in de jaren 90 ontketenden. In die jaren gingen er massaal banen verloren. Misschien wordt het effect nog sterker, zegt Saboya, want de beleidsruimte om een regionaal industriebeleid te voeren of om aan ontwikkeling te werken, wordt nu wel heel klein. Saboya voorspelt dat de tariefverminderingen waarover nu wordt onderhandeld, 10 procent van de banen in de Braziliaanse industrie verloren zullen doen gaan.
Ook in Afrika is de angst groot. “Door de verplichtingen die we in de Uruguayronde (de vorige onderhandelingsronde die in 1995 werd afgerond, nvdr.) op ons namen, heeft Zuid-Afrika al 60.000 banen verloren, onder meer in de textielnijverheid”, zegt Rudi Dicks van de vakbond COSATU. “Onze elektronicasector is helemaal in elkaar geklapt. We importeren al onze tv-toestellen en elektronische componenten nu uit China en Maleisië. Dat is de ervaring die we hebben met de vermindering van invoerheffingen. We zijn boos dat in de voorlopige teksten waarover we nu onderhandelen, het ontwikkelingsaspect zo weinig aandacht krijgt. We hebben meer banen nodig, en we moeten de armoede terugdringen.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.