Zuidoost-Azië werkt koortsachtig aan verdediging tegen Mexicaanse griep

Vorige week maakten virologen van het ziekenhuis van de Chulalongkorn-universiteit in Bangkok bekend dat ze nog maar vier uur nodig hebben om te bepalen of grieppatiënten besmet zijn met het virus dat de dodelijke Mexicaanse griep veroorzaakt. Eerder was dat 18 uur.

Regionaal actieplan

Intussen hebben de 10 lidstaten van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten (Asean) - Brunei, Birma, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam - samen met China, Japan en Zuid-Korea een regionaal actieplan opgesteld om hun burgers te beschermen tegen de ziekte, die zich kan uitbreiden tot een wereldwijde pandemie.
De Aziatische landen willen risicogroepen nog beter controleren, de overdracht van antivirustechnologie vergemakkelijken en in noodgevallen geneesmiddelen en instrumenten delen. Ze zijn ook van plan hun voorraden antigriepmiddelen aan te vullen.
De Asean heeft een half miljoen dosissen antigriepmiddelen klaarliggen in Singapore en een even grote voorraad verdeeld over de lidstaten. Er zijn ook nog eens 750.000 individuele beschermingspakketten beschikbaar die kunnen worden ingezet als er zich ergens een noodsituatie voordoet. Die voorraden zijn onbetekenend als de Mexicaanse griep echt om zich heen grijpt. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat dan tussen 25 en 45 procent van de bevolking van getroffen landen ziek kan worden.
De Aseanlanden maken zich vooral zorgen over hun toegang tot vaccins. Een specifiek vaccin tegen Mexicaanse griep is er nog niet, maar de grote farmaceutische ondernemingen zeggen dat ze daarvoor maar enkele maanden tijd nodig hebben. De ontwikkeling van die vaccins gebeurt wel overwegend in Europa en Noord-Amerika.

Vorige epidemieën

Voorlopig blijft de Mexicaanse griep binnen de perken. In Azië zijn nog maar enkele gevallen gemeld. Maar de Asean wil niets aan het toeval overlaten. De regio werd de voorbije jaren twee keer hard getroffen door virusziekten. In 2003 kreeg Azië te maken met de dodelijke longziekte SARS. Er raakten 8000 mensen in meer dan 20 landen besmet, van wie er 774 stierven. SARS bleek gelukkig niet erg besmettelijk, anders dan griep.
In de winter van 2004 dook een variant van het vogelgriepvirus op dat ook voor mensen gevaarlijk bleek. Het virus ontstond in Azië en verspreidde zich daarna naar andere werelddelen. Intussen zijn er 421 besmettingen met dat virus bekend. Voor 257 van de dragers liep de ziekte fataal af. Indonesië werd het zwaarst getroffen, met 141 besmettingen en 115 sterfgevallen. Het is het vogelgriepvirus dat de Asean-landen er toe aanzette voorraden antigriepmiddelen aan te leggen.