Er bestaan geen heiligen

Ergens tussen Tsipras en Dylan. Heiligen bestaan niet, falende mensen wel. Laten we maar bij de mensen blijven, zo zien we hun echte verdiensten beter.
 

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

Er is al erg veel gezegd en geschreven over de Griekse verkiezingen en wat ze ondertussen al als gevolg gehad hebben. Het zijn fascinerende ontwikkelingen. Er zijn veel dimensies aan de hele discussie. Ik wil het maar over een daarvan hebben. Voor alle duidelijkheid: ik hoop van harte dat Griekenland een betere toekomst wacht dan de onaanvaardbare toestand waarin het land terechtgekomen was, en ik hoop dat alles wat er nu gebeurt kan bijdragen tot een wijziging van het beleid dat de lidstaten in het kader van de EU voeren.

Daarover gaat het dus niet. Ik hoop echt dat de overwinning van Syriza ertoe kan bijdragen dat er een einde komt aan de corruptie en de manier waarop de Griekse superrijken hun belangen veilig hebben kunnen stellen. Ik hoop van harte dat de leefomstandigheden van de gewone Griek echt zullen verbeteren. Ik hoop dat mensen als Tsipras en Varoufakis de hoop die in hun handen is gelegd op een zo goed mogelijke manier kunnen omzetten in politieke realisaties.

Tegelijk hoop ik ook dat de mensen die nu aan het hoofd staan van de nieuwe Griekse regering vooral mensen mogen zijn, en geen heiligen die enkel maar icoon mogen zijn, symbool voor de waarheden van anderen. Ik hoop dat ze ook mogen falen, en dat we hen met mededogen bekijken terwijl ze handelen in de concrete realiteit, en niet in onze revolutionaire dromen.

In de dagen voor en na de verkiezingsdag kwam er in de sociale media geen einde aan het opbod aan grote meningen en grote woorden. Voorspelbaar, en vermoeiend. Je voelde de vibraties zo opkomen bij de velen die veilig achter hun computer, van op een afstand, de grote revolutie decreteerden. Er waarde weer een spook door Europa. De grote revolutie stond andermaal (eindelijk!) weer op het punt van uitbreken. De ‘krachten’ moesten weer dringend ‘gemobiliseerd’ worden tegen ‘het’ kapitalisme, en ‘het’ (vanzelfsprekend) neoliberale Europa zou eindelijk een of andere genadeslag krijgen. Eindelijk was er een dam opgeworpen tegen al het kwaad. De oude dromen van de grote linkse beweging – die ongetwijfeld op basis van één ‘juiste’ analyse de enig juiste weg zou kiezen – konden weer uit de kast gehaald worden. Oef! Ik overdrijf bewust een beetje, vanzelfsprekend, maar toch.

Mag het ook iets minder zijn, qua retoriek en qua gebruik van anderen voor het eigen verhaal?

Mag het ook iets minder zijn, qua retoriek en qua gebruik van anderen voor het eigen verhaal? Dat dacht ik. Want als je met enige nuchterheid naar de situatie kijkt, dan zijn de dingen al ingewikkeld genoeg. Het grote doembeeld dat men van Syriza vooraf maakte, was zwaar overdreven. Maar je wist ook dat de partij zo goed als zeker een coalitie zou moeten aangaan. Je wist dat de nieuwe regering zou moeten onderhandelen, en compromissen sluiten, in de reële wereld die de EU is. Je weet dat er moeilijkheden zullen komen binnen het grote verbond aan partijtjes en groepen dat zich nu verenigd heeft.

Het was belangrijk te kijken naar de voorgeschiedenis van die overwinning, en dus naar de concrete politieke situatie in Griekenland zelf. Het zijn wel degelijk ook Griekse politici, verkozen in verkiezingen, die een immense verantwoordelijkheid dragen voor de belabberde staat waarin het land terechtgekomen was.

Je kunt terecht heel veel kritiek hebben op het beleid dat door een aantal internationale instellingen is opgelegd aan de Grieken, maar het is al te simplistisch om ‘Europa’ als enige grote schuldige aan te wijzen voor alles. Het is zo dat het de democratische wil van de Grieken was om Syriza tot winnaar te maken en zo ook een boodschap te geven aan de andere landen van de EU. Maar het is ook een feit dat schuldkwijtschelding (als dat het plan is) betekent dat je de factuur voor een deel doorschuift naar andere landen, die ook democratisch verkozen regeringen hebben.

Belgische constructie

Wat de nieuwe Griekse regering op dit moment voorstelt om uit de crisis te komen, is niet zo onrealistisch of onaanvaardbaar. Het is het begin van een lang proces, waarbij men waarschijnlijk bij een compromis zal uitkomen. Dat compromis zal dan meer lijken op een Belgische constructie dan op het communistisch manifest, maar het zal hopelijk een grote stap vooruit zijn.

Het is het retorisch ‘gebruik’ van een ander land of een andere persoon dat me het meest stoorde die dagen rond de verkiezingen. Dezelfde mensen die de ene dag Tsipras uitriepen tot een mythische figuur, hadden de dag nadien (toen er een coalitie gevormd was) al meteen een hoop fundamentele kritiek. Het is vaak zo bij sommige linkse mensen dat situaties elders, het ‘reëel bestaand alternatief’ elders, worden gebruikt om te bewijzen wat moest bewezen worden. En dat heeft dan vaak iets met een of andere waarheid te maken. Persoonlijk denk ik dat onze grote linkse dromen niet altijd gebaat zijn met te veel enge ideologische waarheid, die dan aan de werkelijkheid moet opgelegd worden. Ideologie, ja, heel graag zelfs. Maar steeds in het besef dat het geen waarheidsverhaal is.

Tijd voor enkele oneerbiedige vergelijkingen, enkel om onze geest uit te dagen.

Waarom zouden we geweldig moeten vinden wat linkse voorbeelden doen als ze daarbij technieken gebruiken die we verwerpen als ze van rechts komen? Tijd voor enkele oneerbiedige vergelijkingen, enkel om onze geest uit te dagen. Laten we even denken aan de grote overwinning van de NVA bij de recente parlementsverkiezingen. De manier waarop De Wever werd voorgesteld als de grote leider, de grote redder des vaderlands. Het hele discours van ‘wij tegen het establishment’ of ‘wij, die de definitieve schok aan het systeem gaan geven’. De perfide demonisering van ‘de’ Franstaligen, ‘de’ federale staat. Het anti-PS-sentiment als het bindmiddel van een coalitie.

Of denk aan David – houd mij tegen want ik bega een ongeluk – Cameron, die het wel eens even zou gaan zeggen ‘daar in Europa’. Cameron, die voor de eigen tribune de illusie moet creëren dat de ‘anderen’ heel veel schrik hebben van hem, en die nadien met veel bombarie moet verhullen dat die anderen zo ongeveer stoïcijns bleven bij zijn zoveelste vermoeiende dramamoment.

Met een beetje slechte wil zie je gelijkaardige mechanismen in de manier waarop Tsipras nu door sommigen wordt geframed. Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom Tsipras nu doet wat hij doet, en hoe hij communicatief balanceert tussen binnen- en buitenland. Op Facebook zag ik echter jubelkreten passeren die al die dingen allemaal ronduit geweldig vonden, het toonbeeld van wat ‘de’ politiek zou moeten zijn, ‘eindelijk!’. En dat is er dan wel een beetje over. Als een van de belangrijkste bindmiddelen tussen een behoorlijk linkse en een behoorlijk rechtse partij in een coalitie hun afkeer van het EU-beleid is, wat is dan het grote verschil met de anti-PS-coalitie?

Waarom zouden we het wel geweldig moeten vinden dat Duitsland de ware demon wordt en dat vergelijkingen met de nazi’s weer zonder schroom kunnen worden bovengehaald, terwijl we in eigen land misselijk worden als nog maar eens die luie potverterende Franstaligen worden opgevoerd in een NVA-speech? Het is iets te gemakkelijk allemaal. (Het was bv. erg interessant om te horen dat Tsipras zei dat de bloemen die hij op dag 1 op een graf ging leggen vooral een signaal waren naar de nazi’s in eigen land.) Sympathie wil niet zeggen dat je je kritische geest moet opgeven. En vooral, we helpen onze helden daar ook niet mee.

Het is niet omdat je hart aan de goede kant klopt dat je minder een dictator bent als je er een bent.

Het doet me ook een beetje denken aan de manier waarop de grote linkse voorbeelden in Zuid- en Midden-Amerika worden ‘gebruikt’ voor het eigen gelijk. Ja, ik heb erg veel respect voor de sociale verworvenheden van een aantal regeringen daar, maar daarom moet ik hun schendingen van de mensenrechten nog niet door de vingers zien. Het is niet omdat je hart aan de goede kant klopt dat je minder een dictator bent als je er een bent.

Ja, ik heb groot respect voor het onderwijs en de gezondheidszorg in Cuba, maar daar stopt het niet. Als het echt zo zou zijn dat alle burgers volledig doordrongen zijn van de suprematie van de revolutie en de historische verdienste van de grote moederpartij, dan hoeft de Cubaanse regering op geen enkele manier schrik te hebben voor vrije verkiezingen en een vrije pers, en dan zijn politieke gevangenen voor niets nodig.

Het droeve lot van iconen

Als we in eigen land elke millimeter volmachten van de regering onaanvaardbaar zouden vinden, dan moeten we minstens vragen blijven stellen bij jarenlange volmachten in XL-versie in andere landen, ook als het gaat om regeringen die ons ideologisch bevallen. Door mensen als Che, Castro en Chávez tot iconen en onaantastbare helden te maken, doen we hun geen recht. Het zijn mensen, falende mensen. Ze hebben fouten gemaakt, veel zelfs.

Het is een droef lot, enkel icoon te mogen zijn. Ik denk vaak terug aan de laatste weken en dagen van Nelson Mandela. Het zielige vertoon van zijn politieke nazaten was pijnlijk. Ik dacht de hele tijd: laat hem toch, laat hem toch gewoon een oude stervende man zijn. Wat Mandela voor miljoenen mensen gedaan heeft, is bewonderenswaardig en indrukwekkend. Het moet ons aanzetten tot veel bescheidenheid. Maar laten we er alsjeblieft geen heilige van maken, uit respect voor wat hij deed. Heiligen zijn oninteressant.

Niets moet beklemmender en saaier zijn dan enkel maar een heilige te mogen zijn.

Niets moet beklemmender en saaier zijn dan enkel maar een heilige te mogen zijn. Concrete falende mensen proberen er het beste van te maken, in de omstandigheden zoals ze zijn, ze zijn meervoudig. Om maar te zeggen: laten we ook Tsipras als een mens beschouwen, een hopelijk slimme politicus die het beste nastreeft voor zijn land. Laten we steeds kritisch blijven, en tegelijk vol mededogen. Door van hem een heilige te maken, die we dan binnenkort weer van zijn troon laten vallen, helpen we hem niet echt. En onszelf ook niet.

Het doet me soms denken aan het lot van een van mijn grote helden, Bob Dylan. Hij is geen god, geen heilige. Hij is gewoon een kunstenaar. Een erg goede, maar ook een zoekende, en regelmatig falende. Zijn carrière loopt al sinds ongeveer 1960. In heel die tijd heeft hij al oneindig veel gedaanteverwisselingen meegemaakt. Het is een beetje het wezen van wie hij is. En zo lang hij bezig is, is het al zo dat anderen hem willen vastpinnen op één persona, hem ophemelen of verguizen.

Zonder enige moeite te doen om te luisteren naar wat hij maakt, worden grootse verklaringen geformuleerd, telkens opnieuw. Hij wordt vastgepind op iets wat hij was, ergens tussen 1962 en 1964 en nu, en daarna gaat men over tot het afbranden van de karikatuur die men zelf gemaakt heeft. Ik zeg wel eens dat het gezaag over Bob Dylan erger is dan het gezaag van Bob Dylan. Als heilige is hij overigens volstrekt oninteressant. Toen ik hem bij zijn recentste doortocht in ons land op enkele meters afstand op het podium zag staan, zag ik gewoon een oude man die erg zijn best deed om binnen zijn beperkingen oprecht muziek te maken. Ik zag een man die ouder is geworden dan mijn vader werd, een man die ondertussen te veel pijn heeft in zijn lichaam om tijdens een concert nog lang een gitaar vast te houden, maar ook een man die grapjes stond te maken met zijn muzikanten.

En nu is er zijn nieuwe plaat, vol met covers van Frank Sinatra. Op dezelfde sociale media als waar ik de overdrijvingen over Syriza las, kon ik lezen hoe alles al proactief werd neergesabeld door sommigen, nog voor ze een noot hoorden. Zij krijgen daar ongetwijfeld fijne vibraties bij. Ze gebruiken het cliché om enkel iets over zichzelf te zeggen, zonder enige deemoed. Vermoeiend en voorspelbaar. Wie wel zin heeft en de moeite doet om te luisteren naar die plaat, ontdekt iets van een ijle schoonheid, breekbaar als dromen. Dat vind ik toch, meer waarde dan dat heeft die stelling niet. Aan grote waarheden doe ik niet, daarvoor is het zoeken naar de waarheid me te dierbaar.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.