Troost

Misschien kunnen we af en toe wel een beetje troost gebruiken in deze barre tijden. Het is een breekbaar woord, niet tweetable. Gelukkig maar. Bij het lezen van – om maar iets te zeggen – de beleidsnota algemeen regeringsbeleid van de Vlaamse regering krijg ik niet het gevoel dat de troost over mij heen daalt. Na het lezen van die nota zou ik wel wat troost kunnen gebruiken. Iemand die me voorzichtig in haar armen neemt en me zegt dat het misschien toch nog wel goed komt met de wereld. Misschien.

  • Hoe meer we weten dat we op een pad zitten dat niet volhoudbaar is, hoe hardnekkiger we willen ontkennen dat het waarschijnlijk beter is om vrede te sluiten met de planeet dan ertegen te vechten of ze op te souperen. © Brecht Goris Hoe meer we weten dat we op een pad zitten dat niet volhoudbaar is, hoe hardnekkiger we willen ontkennen dat het waarschijnlijk beter is om vrede te sluiten met de planeet dan ertegen te vechten of ze op te souperen.

Het zou zelfs kunnen dat mensen diep van binnen meer op zoek zijn naar troost dan naar de provincie Midden-Brabant.

Soms denk ik wel eens aan troost. Wat het is, weet ik niet zo goed. En toch kan ik me er iets bij voorstellen. Het is een beetje moeilijk om erover te praten. Het is een broos gevoel, een breekbaar verlangen. Dat we eigenlijk diep vanbinnen een laagje verdriet hebben, daar gekomen door het leven zelf. Dierbare mensen die we verliezen, het besef van een fundamentele eenzaamheid, het onvermogen om altijd je weg te vinden in het ingewikkelde leven, het haperen van de liefde, …

Dat zijn niet altijd de hippe onderwerpen voor de modieuze magazines bij de weekendkranten. Het zijn wel dingen die gewoon het leven zijn. Niet in de zin van: het leven is lijden. Wel iets als: het lijden is gewoon een deel van het leven. Misschien hebben we allemaal wel een beetje een soms onbestemd verdriet in onszelf. Het past niet zomaar in een af en toe vermoeiende hoeracultuur van vind-ik-leuk.

Het verdient het niet om te worden weggeschreven als een of andere psychische afwijking of onvolmaaktheid. Het is een deel van de rivier die we zijn. En het verlangen naar een of andere troost (en soms naar ontroostbaarheid) hoort daar ook bij. Het zou zelfs kunnen dat mensen diep van binnen meer op zoek zijn naar troost dan naar de provincie Midden-Brabant.

Gelukkig hebben we nog de kunsten

De schoonheid die je ziet, is de troost, of alleszins de mogelijkheid tot.

Het wezenlijke is soms zo onzegbaar. En tegelijk is het net dat onzegbare dat ons als mensen met elkaar verbindt. In aarzelende woorden, hortende gebaren en altijd een beetje falende pogingen. Ik zou het mooi vinden, een reeks kwetsbare gesprekken op de televisie over troost (en de schoonheid en de troost). Leren hoe we op een voorzichtige manier het menselijk tekort in de ogen moeten kijken zou misschien wel meer bijdragen aan een warme samenleving dan een kille beleidsnota waar het eerste echte woord dat je ziet ‘managementsamenvatting’ is.

Gelukkig hebben we nog de kunsten. Enkele dagen geleden ging ik in het S.M.A.K. kijken naar de heel bijzondere tentoonstelling van Berlinde De Bruyckere. Zij heeft het in haar werk op een ingetogen en tegelijk soevereine manier over lijden, kwetsbaarheid, lichamelijke breekbaarheid, verdriet.

Ze heeft het denk ik niet ‘over’ troost, maar haar werken drukken die troost wel uit, en hebben alleszins het effect dat je de troost als het ware kunt zien, kunt aanraken. Terwijl je staat te kijken, en zowat de hele tijd de neiging moet onderdrukken om haar werken aan te raken, vat je het nog niet zo goed.

Maar eens buiten, terug op weg naar huis, komen haar beelden terug in je hoofd. Je blijft dat kreupelhout zien, die immense sculptuur in die grote zaal. Het beweegt tussen een stervende boom en een levend ‘iets anders’. Je voelt pijn en verdriet, je ziet kwetsuren. Maar je ziet ook heling en bescherming. Je voelt ook het leven stromen. In het besef van het verdriet voel je tegelijk ook de troost. De schoonheid die je ziet, is de troost, of alleszins de mogelijkheid tot. Het onzegbare blijft onzegbaar, maar is aanwezig. En in die aanwezigheid besef je dan tegelijk hoe groot je verlangen naar troost eigenlijk is.

Even de troost zien

Je kunt dat onzegbare ook in je hoofd zien als je bv. gaat luisteren naar de Matthäus Passion van Bach. Ik moest eraan denken na mijn bezoek aan de tentoonstelling. Een van de mooiste momenten van het hele stuk is die ene seconde voor het slotkoor Wir setzen uns mit Tränen nieder begint. Je hebt die hele tocht van de passie meegemaakt, al die stukken wonderlijke muziek die je emotioneel heen en weer slingeren, en dan is er dat slotmoment.

Soms denk ik wel eens dat we met onze mooie, maar o zo kwetsbare wereld, in de panische fase zijn aanbeland.

Je weet wat er gaat komen, want je hoorde het al zo vaak. En elke keer opnieuw haalt het je helemaal onderuit. Bij de eerste tonen van dat slotkoor is het alsof je uitademt. Je voelt je desolaat, in een lege wereld, verlaten door alles en iedereen. En een beetje verder in dat koor is het alsof het licht doorbreekt, ergens, je weet niet waar.

Gelovige mensen zullen het misschien anders ervaren, maar ik heb altijd het gevoel alsof ik even de troost kan zien. De troost die alleen in die muziek bestaat, en net daardoor het wezen ervan aanraakt. Als je na de laatste noten met gebogen hoofd, de tranen nog in je ogen, de concertzaal verlaat, is het alsof je iets hebt mogen zien.

Het mooie van dat slotkoor is dat je er op andere momenten gewoon aan kunt denken. Je loopt ’s avonds laat door de stad. Het is nog ver eer je thuis bent. Je voelt je verdrietig, al weet je niet waarom. En je kunt denken aan dat slotkoor. En zomaar, als een geschenk, is het alsof je kunt vermoeden wat troost zou kunnen zijn.

Soms denk ik wel eens dat we met onze mooie, maar o zo kwetsbare wereld, in de panische fase zijn aanbeland. Hoe meer we weten dat we op een pad zitten dat niet volhoudbaar is, hoe hardnekkiger we willen ontkennen dat het waarschijnlijk beter is om vrede te sluiten met de planeet dan ertegen te vechten of ze op te souperen. Het is een gevoel dat moeilijk in woorden uit te drukken is. En terwijl ik dit toch probeerde, voelde ik al meteen dat die woorden misschien wel klef klinken, te dit of te dat. Te woord misschien wel. Maar dat gevoel zit op een plek die er echt toe doet. Een plek waar het onzegbare huist. Een plek waar de troost ons kan komen bezoeken, onder meer via de kunst. Laten we toch maar proberen over die plek te blijven spreken, daarbij telkens opnieuw te falen, en ook telkens opnieuw weer te beginnen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.