Wat met de vluchtelingen die niet zo weerbaar zijn?

Bie Vancraeynest viel en bezeerde haar knie. Vastgekluisterd aan haar sofa keek ze naar de berichtgeving over de vluchtelingencrisis. Haar perspectief op de crisis veranderde. ‘Wat met zij die onderuit gaan, en niet onmiddellijk overeind krabbelen?’

  • © Brecht Goris Bie Vancraeynest: 'Empathie is moeilijk en leidt soms tot gekke bokkesprongen.' © Brecht Goris

Ik val. Ik ga onderuit. Mijn enkel kantelt onder mij weg en mijn knie wringt zich in een onnatuurlijke bocht. Ik schreeuw het uit. Zestig seconden lang, een monotoon schriel geluid. Omdat ik in een flits weet dat het fout zit en dat ik mijn zelfstandigheid en mobiliteit gereduceerd zie met elke pijnscheut. Omdat ik weet dat met een val een einde is gekomen aan zevenendertig jaar breukloze en pijnloze gewrichten. Omdat het gebeurt op het slechtst denkbare moment. Gesteld dat er ook goeie momenten zijn om op je bek te gaan.

Het verdict komt ruim een week later, want zo gaat dat met medische beeldvorming, en is minder dramatisch dan gevreesd maar trekt desalniettemin een vette streep door mijn plannen.

De wereld draait door

En dat midden in een cruciale periode in de wereld, in mijn leven, op het werk. De beelden van de uittocht en de binnentrede van duizenden en duizenden mensen gulpen over de sofa waaraan ik ben gekluisterd. Ik volg via de verschillende schermen die mij omringen. Beelden die ik niet kan toetsen aan de werkelijkheid. Ik kan slechts mijn gevoelens toetsen aan de opinies van andere toeschouwers.

Voor wie niet weerbaar is, is de wereld een akelige plek.

Zo heb ik de tijd om te lezen hoe mensen boos worden omdat vluchtelingen gratis wifi mogen gebruiken. Heel boos. Terwijl ik de wereld monitor door een kier, sijpelt mijn eigen werkelijkheid binnen. Door mijn collega’s word ik ervan op de hoogte gehouden dat het campingkot is opgeruimd. Dat een nieuw project rond fair play in Zweden op stapel staat. Vanuit Finland krijg ik bericht van de acht jongeren die er op studiereis zijn om het onderwijssysteem daar door te lichten. Ik hoor over plannen voor kinderanimatie in het Maximiliaanpark. De wereld draait ook zonder mij verder. Ik ben minder onontbeerlijk dan ik dacht.

Ik ben ook trager dan ik dacht. Op mijn eerste uitje naar de buurtwinkel word ik ingehaald door mijn buurman die zich al anderhalf jaar met een rollator verplaatst. Hij heeft er zichtbaar genoegen in. Voor mij strekt het voetpad zich uit als een lang hindernissenparcours met losliggende stoeptegels en zand, klaar om over uit te glijden. De buurt lijkt aan mij voorbij te razen en Ik ben te langzaam om mee te kunnen. De krukken en de brace geven mij een aura van kwetsbaarheid dat ik voorheen niet had. Dat mist zijn effect niet. Een man komt in de buurtwinkel vlak achter mij staan en fluistert in mijn oor: “ça va la jambe?”. Ik wissel een blik met de Indische mevrouw van de winkel die geen Frans verstaat maar begrijpt wat er gebeurt. “Il faut faire l’amour pour guérir”, voegt hij eraan toe en ik kan nu ook zijn bierwalm ruiken.

In andere omstandigheden zou ik de man een verbale uppercut verkocht hebben. En hem letterlijk van mij hebben afgeduwd. Nu verstijf ik en ik voel hoe kwetsbaar ik ben. Ik kan niet hard weglopen, niet duwen. Ik voel de pijn in mijn knie. Bibberend schuifel ik naar huis, voorbijgehaast door moeders die zich naar de schoolpoort reppen.

Wanneer ik een taxi neem naar het station, raak ik in een discussie verwikkeld met de chauffeur over de rol van Amerikanen in het Midden-Oosten. Als ik wil uitstappen, maakt hij zijn finale punt terwijl hij zijn handen op mijn gezonde knie legt. Ik onderga het. Ik die doorgaans niets onderga. Voor wie niet weerbaar is, is de wereld een akelige plek.

Ik ben niet nodig maar ik heb wel nodig. En ik krijg, godzijdank, in overvloed. Warme maaltijden, internationale kranten, dikke boeken, een fles wijn en dan nog één. Het debat waar ik naar hunker komt tot bij mij. De troost om het heengaan van een schrijver die mij tekende. Er staat een man op voor mij in de bus. Iemand wijst me de lift in het station.

Ik ben voorlopig alleen nog maar in staat om te ontvangen. Maar ik ben niet nodig.

En dat is belangrijk hoor ik. Nodig zijn. Toch als je een vluchteling bent. Het bestaansrecht van een mens gereduceerd tot zijn nuttigheidsgraad. Ik hoor het op de radio waar ik nu overdag kan naar luisteren. Het is een gesprek over vluchtelingen en of we die nu nodig hebben of niet.  

Als we met zeven miljard zijn, is eigenlijk niemand nodig, bedenk ik. En als het hier vol is, moeten we dan niet stoppen met baby’s te maken,  zoals Pieter Derks zich afvroeg?

Empathie is moeilijk

Hoe immobiel ook, een waterig herfstzonnetje jaagt me toch opnieuw de straat op. ‘Ik heb dezelfde brace, maar dan anders’. Rollatorman zit op zijn dorpel en roept het me toe. Zijn looprekje doet dienst als aperitieftafel. Hij informeert als veteraan naar mijn oorlogswonden. We hebben een korte orthopedische uitwisseling tot hij zegt ‘t’as de la chance, toi, tu vas guérir’, en ik weet dat dat betekent dat hiermee ons gesprek is beëindigd. Hij zag in mij een lotgenoot, maar zet me nu weg als valide die spoedig het haastige werkvee weer zal vervoegen.

Als ze te voet tot hier geraakt zijn, dan kunnen we er wat mee!

Ik vraag me af hoe lang ik mijn nieuwgevonden mededogen voor de mobiel uitgedaagde medemens zal bijhouden. Hoe lang het zal duren eer ik (weliswaar binnensmonds) zucht als iemand met krukken zich pokkelangzaam in de bus hijst? Empathie is moeilijk en leidt soms tot gekke bokkesprongen.

Dan staat daar plotseling een tent van de Middenstand, in dat vluchtelingenpark. Het zal wel goed bedoeld zijn, vanuit een verknipt gevoel van solidariteit. Maar echt? Bed Bad Brood Bedrijfsbeheerdiploma?
 
Ik kijk met opengevallen mond en in pyjama, op een uur dat men al aangekleed hoort te zijn, naar een debat op televisie: ‘Hoe snel kan een asielzoeker aan het werk?’ Want werk is de beste manier om je te integreren! Ik ken mensen die al veertig jaar werken en nog steeds onaangepaste klootzakken zijn. Ik zou er mijn bonen niet te week op leggen, op die werkvloerintegratie. Uit welke oorlogszone komt u en welk knelpuntberoep kunt u hier invullen zijn toch geen vragen die je back to back kan stellen?

Als ze te voet tot hier geraakt zijn, dan kunnen we er wat mee! Dat is pas ondernemerschap. De losers, die zitten nog in Jordanië. Oh, de veerkracht van de Syriër. Lyrische beschrijvingen lees ik daarover. Mijn gedwongen inertie verandert mijn perspectief en al die succesverhalen komen niet binnen.  

Wat met de vluchtelingen die niet zo weerbaar zijn? Zij die kans maken door hun oorlogstrauma psychotisch te worden. De slechte verliezers, de flauwe plezanten. De overspeligen en losbandigen. De kapotte knieën en de zwakke enkels. Zij, zonder gevoel voor humor. De nuttelozen van de nacht- en dagopvang. Zij die op hun toekomstige job vaak te laat gaan komen en na de vierde uitleg het nog steeds niet zullen snappen.

Wat met zij die onderuit gaan, en niet onmiddellijk overeind krabbelen?

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Coördinator van Vzw Toestand

    Bie Vancraeynest is coördinator van Vzw Toestand, een organisatie die leegstaande of vergeten gebouwen reactiveert tot tijdelijke en autonome socioculturele centra.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.