Energierevolutie komt moeizaam op gang in armste landen

De VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (Unctad) constateert dat de landen hun elektrificatie jaarlijks met 350 procent moeten verhogen, willen ze het doel halen om in 2030 iedereen van energie te voorzien.

‘Het bereiken van SDG7 is niet alleen een kwestie van het voorzien in basisbehoeften, het is ook nodig om de economieën in deze landen een productieve impuls te geven’, zei Mukhisa Kituyi, secretaris-generaal van de Unctad bij de publicatie van het rapport.

In ontwikkelingslanden zit gemiddeld 10 procent van de bevolking zonder stroom. In de groep Minst Ontwikkelde Landen (LDC’s) is dit percentage gemiddeld echter 60 procent.

Te duur

De armste landen voor 2030 voorzien van moderne energie is een kostbare zaak. Afgaand op eerdere schattingen, stellen de auteurs van het rapport dat dit jaarlijks ongeveer 12 tot 40 miljard dollar kost. Dat is veel meer dan momenteel beschikbaar is. De totale officiële ontwikkelingshulp aan de energiesector bedraagt slechts 3 miljard dollar per jaar en binnenlandse fondsen voor openbare investeringen zijn schaars in de meeste LDC’s.

Private investeerders zijn weinig enthousiast over investeringen in de energie-infrastructuur in de armste landen, omdat er hoge kosten mee gemoeid zijn die zich maar langzaam of helemaal niet terugbetalen.

Platteland

Hernieuwbare energie zoals zonne- en windenergie kunnen voor een revolutie zorgen op het platteland, zegt de Unctad. Deze vormen van energie worden daar echter nog maar beperkt ingezet en beperken zich veelal tot het gebruik van lantaarns en losse systemen. Die hebben tot enige vooruitgang geleid, maar die is te kleinschalig om tot een werkelijke transformatie van de plattelandseconomieën te komen.