Migranten stutten Europese landbouwindustrie (maar leven zelf in miserie)

‘EU-landen hebben hun landbouw- en voedingsindustrie gebouwd op de uitbuiting van migrantenarbeid’

USDA / Flickr (CC0)

In West-Europa en de rest van het mondiale Noorden doen migranten een steeds groter deel van het werk in de landbouw. De problemen die zo ontstaan verschillen per land, maar steeds is er sprake van arbeiders die minder betaald krijgen dan beloofd, en slechte huisvesting zonder basisvoorzieningen.

De Europese Unie heeft haar landbouw- en voedingsindustrie gebouwd op de uitbuiting van arbeidsmigranten, betogen twee Spaanse onderzoekers. Zonder deze werkkrachten stort het systeem in. Hoog tijd dat we als samenleving hun leefomstandigheden verbeteren, schrijven ze.

In West-Europa en de rest van het mondiale Noorden doen migranten een steeds groter deel van het werk in de landbouw. De problemen die zo ontstaan verschillen per land, maar steeds is er sprake van arbeiders die minder betaald krijgen dan beloofd, en slechte huisvesting zonder basisvoorzieningen. Meestal doen deze migranten de moeilijkste, gevaarlijkste of slechtst betaalde taken die de lokale bevolking weigert uit te voeren.

Hun burgerlijke en politieke rechten zijn beperkt en ze lopen voortdurend het risico om uitgezet te worden.

Waarom aanvaarden werknemers deze banen? Uit sociaal onderzoek ter plaatse blijkt dat de lonen een motivatie zijn. Hoe laag ook, meestal liggen ze hoger dan de lonen in de streek waar de arbeidsmigranten vandaan komen. De landbouw biedt ook veel informeel werk en dat is vaak de enige beschikbare bron voor migranten zonder werkvergunning.

Bovendien zitten deze arbeiders in een moeilijke positie om te protesteren en verbeteringen te eisen, bijvoorbeeld vanwege hun isolement of gebrek aan kennis van de lokale wetgeving en organisatievormen. Het is in veel gevallen ook een gevolg van hun onzekere migratiestatus. Daardoor zijn hun burgerlijke en politieke rechten beperkt en lopen ze voortdurend het risico om uitgezet te worden.

Geen voedsel, geen land

Bedrijven in de sector profiteren daarvan. Ze hebben een uiterst lucratief economisch model gecreëerd in samenspraak met de Europese lidstaten die deze structuur hebben getolereerd (zelfs aangemoedigd) om de handel te stimuleren en zelfvoorzienend te worden op voedselvlak.

Landbouw is niet alleen een fundamentele pijler van elke economie, maar ook van de samenleving als geheel. Na de Brexit-stemming in 2017 zei Oliver Wright, voormalig hoofd van de Britse voedingsfederatie, treffend: ‘Voedsel vormt de kern van de nationale veiligheid. Als je een land niet kunt voeden, heb je geen land.’

Het waarborgen van voedselzekerheid en -productie is van bij het begin een prioriteit geweest voor de Europese Unie, die hiervoor in 1962 het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in het leven riep. Dit beleid werpt nog steeds zijn vruchten af: ondanks de stijgende inflatie als gevolg van de oorlog in Oekraïne, houdt de EU vol dat ze zelfvoorzienend is inzake voedsel.

Enclaves

Volgens gegevens van Eurostat is 94,8 procent van de landbouwbedrijven in de EU in familiebezit, maar deze bedrijven gebruiken slechts 17,6 procent van het totale landbouwareaal. De overige 82,4 procent is in handen van veel grotere bedrijven, met 20 hectare of meer grond. Alleen al tussen 2005 en 2020 zijn er 1,4 miljoen familiebedrijven verdwenen.

De trend is duidelijk: het grootste deel van de Europese landbouwproductie is nu in handen van grote coöperaties en bedrijven. Ze hebben zich voornamelijk gevestigd in Spanje en Italië, twee landen die samen 45 procent van de verse groenten en fruit in de EU produceren. Deze concentratie is alleen mogelijk door de principes van een productielijn in de fabriek toe te passen op de landbouw.

Bij industriële landbouw wordt het werk overgeheveld van kleine familiebedrijven naar voornamelijk loonbedrijven. Productietijden worden teruggebracht tot het absolute minimum en worden tot in de kleinste details gemeten, en technologie en landbouwchemicaliën worden op grote schaal gebruikt. Bovendien vindt het grootste deel van de productie plaats in hetzelfde geografische gebied. Zo ontstaan enclaves waar het hele proces – van het planten tot het verpakken en exporteren van het product – gebeurt.

Een goed voorbeeld van geïndustrialiseerde landbouw is de beruchte “zee van plastic” in Almería in Zuidoost-Spanje, die zelfs vanuit de ruimte zichtbaar is.

De opkomst van dit type productie staat haaks op de wereldwijde trend naar ontvolking van het platteland. Het roept de vraag op hoe zo’n dynamische sector kan worden gecreëerd in gebieden die worden gekenmerkt door vergrijzing en bevolkingsafname.

Seizoenarbeiders

De oplossing kwam in de vorm van migrantenarbeid. Tegenwoordig stammen landarbeiders voornamelijk uit nabijgelegen, minder welvarende landen: Afrikanen en Roemenen in Italië; dezelfde groep plus Latijns-Amerikanen in Spanje; Albanezen en Zuid-Aziaten in Griekenland; Roemenen en andere Oost-Europeanen in Duitsland; en Oekraïners in Polen.

Overal in Spanje, van Almería tot Murcia, Valencia en Lleida, zijn schendingen van de rechten vastgesteld.

In Spanje haalde de landbouwenclave in de zuidwestelijke provincie Huelva het nieuws nadat de Duitse pers had bericht over arbeids- en seksuele uitbuiting van Marokkaanse seizoenarbeiders. Sindsdien hebben deze en andere problemen in de landbouwsector van Huelva – zoals het bestaan van sloppenwijken – gelukkig meer publieke aandacht gekregen. Toch beperkt het probleem zich niet tot één regio. Overal in Spanje, van Almería tot Murcia, Valencia en Lleida, zijn schendingen van de rechten vastgesteld.

Vergelijkbare situaties doen zich voor in heel Europa, van uitbuiting van illegale migranten door de maffia in Italië (bekend als caporalato) tot Thaise mensen die zich in de schulden steken om fruit te kunnen plukken in Zweden. Vergelijkbare situaties zijn ook te vinden in Griekenland, Duitsland, Polen en Nederland.

Griekenland

We zien wel voorzichtige stappen in de goede richting. De Griekse regering wil verblijfsvergunningen geven aan 30.000 arbeidsmigranten om de binnenlandse arbeidstekorten aan te pakken. De maatregel zal sommige arbeiders minder kwetsbaar maken, maar is vooral gericht op het beschermen van de nationale economie van Griekenland. Het zal niets veranderen aan belangrijke problemen zoals het gebrek aan huisvesting, noch zal het de situatie verbeteren van andere arbeiders die blijven komen om in de Griekse en Europese landbouw te werken.

De EU-landen hebben hun landbouw- en voedingsindustrie gebouwd op de uitbuiting van migrantenarbeid. Deze arbeidskrachten zijn cruciaal in het huidige systeem. Het is tijd dat wij als samenleving onze verantwoordelijkheid nemen voor de leefomstandigheden van deze arbeiders, opdat ze dezelfde fundamentele mensenrechten kunnen genieten als elke andere arbeider.

Juan Castillo Rojas-Marcos en Yoan Molinero Gerbeau zijn beiden onderzoekers op het vlak van migratie, verbonden aan de Spaanse Universidad Pontificia Comillas. Dit artikel is geschreven in samenwerking met Carlos Ruiz Ramírez, projectmanager van Oxfam Intermón voor het Europese SafeHabitus-project.

Deze analyse is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.