Discussiëren met Julia over klimaatverandering

Over klimaatverandering, en wat te vertellen aan een dochter die er niet is. Misschien weet de grootmoeder het antwoord?

  • Brecht Goris Jan Mertens Brecht Goris

In de weekendkrant van De Morgen zag ik indrukwekkende foto’s over een veranderend klimaat. De Nederlandse fotograaf Kadir Van Lohuizen trok voor zijn project ‘Rising Seas’ de wereld rond om foto’s te maken van die plekken waar het stijgende water al zichtbaar is. De wereld wordt letterlijk kleiner.

 

Je ziet foto’s van kleine eilanden die langzaam maar zeker (angstaanjagend snel dus) aan het verdwijnen zijn in de oceaan. Je ziet foto’s van een land als Bangladesh. (Dat land lijkt eigenlijk erg op Nederland. Ze liggen allebei voor een groot stuk onder de zeespiegel. Nederland heeft echter meer geld om dijken te bouwen, terwijl Bangladesh in wezen minder verantwoordelijk is voor het stijgende water in Nederland dan omgekeerd. Klimaatverandering vergroot enkel de onrechtvaardigheid.) En je ziet foto’s van de stad Miami, waar men gewoon door lijkt te gaan met de bouw van nieuwe woontorens, alsof er niets aan de hand is. Alsof er niets aan de hand is, alsof we echt geloven wat we onszelf willen doen geloven, dat er namelijk niets aan de hand is.

Die beelden dragen een droefenis in zich, een aangekondigd verlies dat nu al zichtbaar is. Ze zijn ook een pijnlijke bevestiging van wat we al lang wisten dat zou gebeuren, dat aan het gebeuren is. De hardnekkigheid waarmee we niet willen weten, het blijft fascinerend, en beangstigend.

Julia, de dochter die er niet is

Door die foto’s moest ik ineens denken aan Julia. Hoe dat juist allemaal zit, weet ik niet zo goed. Zelf heb ik jammer genoeg geen kinderen. Maar als ik een dochter zou hebben, dan zou haar naam waarschijnlijk Julia geworden zijn. Julia was ook de naam van mijn dierbare grootmoeder. En soms denk ik aan Julia, aan wie ze had kunnen zijn, of zoiets. Ik ben bijna vijftig, dus Julia had misschien al vijfentwintig kunnen zijn.

Toen ik een prille twintiger was, was ik al een paar jaar heel kwaad op de wereld. Die wereld van kernraketten, kerncentrales, onrecht, honger in het Zuiden, milieuvervuiling… daar had ik niet voor gekozen, ik was er als het ware in geworpen. Hoe hadden de generaties voor mij het zo ver kunnen laten komen? Hadden ze zelfgenoegzaam alleen aan zichzelf gedacht? Hadden ze hun kritische zin laten temperen door het biefstuksocialisme? Antwoorden kreeg ik niet echt.

Als je heel jong bent, moet je groots denken waarschijnlijk. In elk geval, toen daverde het zo’n beetje door mijn hoofd: wat zal ik later aan mijn kinderen zeggen als ze vragen wat ik heb gedaan voor de planeet, of zoiets. (Ik weet het, de klefmeter slaat helemaal in het rood, maar zo was het eigenlijk wel echt, in mijn hoofd.) En sindsdien ben ik mijn best blijven doen om antwoorden klaar te hebben op die vragen die zouden komen.

Bij het zien van die foto’s vroeg ik me dus af: wat zou Julia gezegd hebben? Zou ze me kwaad in de (schaarse) haren gevlogen zijn? Zou ze me verweten hebben dat ik het allemaal had laten gebeuren? Of zou ze milder zijn voor haar kale papa?

Met het vliegtuig op reis

We zouden waarschijnlijk een discussie hebben over vliegen. Het valt me vaak op dat zelfs in de meest progressieve of groene middens het gesprek stokt als het over vliegen gaat. Vliegen scoort goed in de categorie ‘niet willen weten’. Al heel snel krijg je een reactie die begint met: ‘ik weet dat het niet goed is voor mijn ecologische voetafdruk, maar…’. (Als ik een slecht karakter had, zou ik bijna zeggen dat dat soms een beetje klinkt als: ‘ik ben geen racist, maar…’.)

Argumenten voor het vliegen zijn er altijd genoeg, al zijn ze soms een beetje dubieus. Mensen vinden al snel van zichzelf dat ze geen ‘toeristen’ zijn, maar wel ‘wereldburgers’. Ze gaan niet op vakantie, ze ‘reizen’, of doen minstens aan ‘ecotoerisme’. Ze ontmoeten andere culturen, en laten zich betoveren door schitterende landschappen. En het zijn natuurlijk altijd de anderen die aan ordinair toerisme doen, en daarvoor met de lagekostenmaatschappijen vliegen.

Vanuit de lucht gezien bestaat er echter geen linkse of rechtse CO2. Van op de aarde gezien maakt het wel veel verschil uit wie welk stuk van de ecologische ruimte gebruikt, en of dat eerlijk verdeeld is. Je kunt jezelf wel een verheven wereldreiziger vinden en zo je geweten sussen, als je feitelijke voetafdruk bovengemiddeld is, ben je niet goed bezig.

Vanuit de lucht gezien bestaat er echter geen linkse of rechtse CO2.

Ik zie mijn discussie met Julia al helemaal voor me. Net als zoveel andere jonge mensen wil ze graag reizen. Ze haalt alle kosmopolitische argumenten aan. En ik zou moeten toegeven dat die op zich ook nog eens allemaal kloppen.

Het zal best wel zo zijn dat het een immense persoonlijke verrijking is om ter plekke te gaan. Het zal je zeker een ruimere blik geven als je terugkomt naar dit bekrompen land, waar mensen al drie weken van tevoren weten dat ze ziek zullen zijn op de dag dat ze als bijzitter in een stembureau moeten zetelen. Alleen zijn we ondertussen zo ver heen in de escalerende klimaatverandering dat die argumenten in wezen niets veranderen aan de objectieve nood om het aantal gevlogen kilometers in absolute cijfers naar beneden te halen.

In mijn dromen is mijn dochter natuurlijk een zeer intelligente jonge vrouw. Ze zou dan ook de ultieme argumenten uit de kast halen. Ze zou me erop wijzen dat zonder vliegtuig die fotograaf die geweldige foto’s niet had kunnen maken die ons tot deze discussie hadden gebracht. (1-0 voor haar.) En daarna zou ze het volgende voorstellen: als jij nu gewoon geen vlees eet, geen auto hebt, niet vliegt en geen privésauna bouwt – dingen die je nu toch al laat, haha – dan kan ik toch af en toe een keertje het vliegtuig nemen, of niet? (Weinig subtiele manipulatie van een papa door een slimme dochter, maar desalniettemin 2-0.)

De wijze raad van grootmoeder Julia

Op zo’n momenten moet ik denken aan Julia. Niet de dochter, maar de grootmoeder. Die Julia is 97 geworden. (Tegen dan dacht ze waarschijnlijk: als ik moet blijven wachten tot die kleinzoon van mij zelf kinderen heeft, dan gaat dat nog lang duren hier…) Mijn grootmoeder was een trotse soevereine vrouw. Ze zei vaak dat ze voor niemand door haar knieën ging, zelfs niet voor de koning. (Dat ze eigenlijk ook wel slechte knieën had, zullen we er maar niet bij vertellen.)

Zo graag zou ik haar nog eens bij de arm nemen voor een wandeling door de stad. Ik zou haar alles vertellen. Hoe ik me soms zorgen maak over de mooie kinderen van mijn vriendinnen en vrienden, over de wereld waarin ze zijn terechtgekomen, een wereld waar het water blijft stijgen. Ik zou haar vertellen over de jonge Julia, en ze zou blij glimlachen, denk ik toch. Op mij had de aanwezigheid van de oude Julia altijd een rustgevend effect. Het was alsof ze me zei, door niets te zeggen: het komt allemaal goed Jan, het komt allemaal goed. En haar geloofde ik altijd. Dus, voor ik haar weer zou loslaten, zou ik haar vragen: en Julia, komt het allemaal nog goed?

Jan Mertens werkt voor de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling (FRDO). Hij schrijft elke maand een column voor MO*.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.