Post-Kyotoakkoord moet tandje bijsteken

De VN-klimaatconferentie in Bali moet de eerste fundamenten leggen voor een opvolgingsakkoord voor Kyoto. Het Kyotoprotocol was maar een eerste stap naar een cruciale uitstootvermindering. In een post-Kyotoakkoord moet men dus het gaspedaal dieper induwen. Er moet vooral extra aandacht komen voor de kwetsbare landen en hoe zij zich kunnen aanpassen aan de onvermijdelijke klimaatgevolgen.
Ondanks de stroom aan officiële rapporten beweegt er helaas bitter weinig op het vlak van klimaatmaatregelen. Een van de belangrijkste drempels is zuiver mentaal. Het klimaatvraagstuk overstijgt het tijdperk waarin begrippen als nationale belangen, vooruitgang en economische groei onaantastbaar waren. Het vergt de politieke moed om over staatsgrenzen heen te werken, waarbij het klimaat als een collectief goed wordt beheerd en een langetermijnvisie wordt uitgewerkt. Door de traagheid in het klimaatsysteem zal het effect van een stringent klimaatbeleid pas zichtbaar worden in de tweede helft van de 21ste eeuw. De electorale cyclus loopt niet samen met de koolstofcyclus. De politiek dient zich bijgevolg te herdefiniëren.

AANPASSINGSAPARTHEID


Een post-Kyotoakkoord heeft behoefte aan twee types maatregelen: adaptatie (aanpassing) aan de klimaatgevolgen die niet meer te vermijden zijn en beperking van de uitstoot om de uiteindelijke temperatuurstijging binnen aanvaardbare grenzen te houden. Het adaptatieaspect werd tot op heden stiefmoederlijk behandeld. Het jongste Human Development Report onderstreept nochtans dat het klimaat de kloof tussen Noord en Zuid alleen maar groter maakt. De landen met de laagste welvaart zullen het zwaarst getroffen worden. De Wereldbank en Oxfam berekenden dat de kosten van adaptatie - ondanks reductie-inspanningen - zullen oplopen tot 50 miljard dollar (35 miljard euro) per jaar. We dreigen te vervallen in regelrechte ‘aanpassingsapartheid’, zoals bisschop Desmond Tutu het formuleerde in het Human Development Report. Om dat te vermijden is er nood aan een stevig adaptatiebeleid in de kwetsbare landen. Die hebben weinig middelen om zich te beschermen tegen het geweld van stormen, droogtes en overstromingen. Gezien zijn historische koolstofschuld moet het Westen dat beleid mee financieren.

LASTENVERDELING


Maar adaptatie zonder beperking van de uitstoot is zoals dweilen met de kraan open. Er is dus eveneens behoefte aan strenge reductiedoelstellingen. Om de opwarming nog te beperken tot de grens voor ‘gevaarlijke klimaatwijzigingen’ (2 à 2,4°C) moet de wereldwijde broeikasgasuitstoot tegen 2050 met 50 tot 85 procent dalen. Om alle landen in de wereld in te sluiten, moet het post-Kyotoverdrag een rechtvaardige lastenverdeling realiseren. De sterkste schouders zullen de zwaarste lasten moeten dragen, zonder landen als China en India vrij te stellen van enige verplichtingen. Van alle voorstellen die binnenkort op de onderhandelingstafel liggen, sluit ‘contractie & convergentie’ (C&C) het dichtst aan bij die bekommernissen. Dat model gaat ervan uit dat in principe elke wereldburger recht heeft op een gelijk CO2-uitstootniveau. Er wordt een limiet geplaatst op de mondiale uitstoot, die moet dalen tot een veilig niveau. Vervolgens wijst men de landen uitstootrechten toe om die mondiale limiet te behalen behalen, overeenkomstig het bevolkingsaantal.

EMISSIERECHTEN


Het C&C-voorstel is pragmatisch in de zin dat de emissierechten vertrekken van de huidige uitstootniveaus: het schema voorziet dus in een overgangsperiode. Een land dat ondanks binnenlandse reductie-inspanningen zijn quota overschrijdt, dient emissierechten aan te kopen. De opbrengst van die rechten kan het verkopende land investeren in duurzame ontwikkeling. Het voordeel is dat die optie rekening houdt met het gelijkheidsprincipe, alsook met de historische koolstofschuld. Industrielanden die in het verleden sterk bijdroegen tot de opwarming moeten grotere inspanningen leveren. Het voorstel blijkt daarenboven bezig aan een voorzichtige opmars in de internationale
politiek. De steun voor dit voorstel door de Duitse bondskanselier Angela Merkel, die dit jaar de G8 leidt, verhoogt de kans op de implementatie. Of dit model ongeschonden de onderhandelingstafel haalt en machtige entiteiten zoals de VS, Rusland, Japan en de Europese Unie kan begeesteren, is koffiedik kijken. De urgentie van het klimaatvraagstuk dwingt ons alleszins niet langer te talmen. Dat werd vorige week ook erkend in de Britse zakenkrant Financial Times: 150 internationale topbedrijven, waaronder het Belgische Umicore, roepen op om snel tot een mondiaal klimaatakkoord te komen. Bedrijven willen een stabiel kader om te investeren in nieuwe, milieuvriendelijke technologie.
Bali moet de basis leggen voor een ecologisch efficiënt én mondiaal rechtvaardig akkoord dat ook kosteneffectief is. Na de wetenschappers is het aan de politici om hun verantwoordelijkheid ten volle op te nemen en een trendbreuk te realiseren. Business as usual is niet langer een optie.
  • Peter Tom Jones is co-auteur van ‘Terra Incognita’ en ‘Het Klimaatboek’.
  • Simon Calcoen schreef een licentiaatsverhandeling over de positie van de VS en de EU in het Kyotoregime.
  • Edith Vanden Brande doctoreert over de rol van de EU in internationale milieupolitiek.
  • Alma De Walsche is journaliste voor het maandblad MO* en lid van Terra Reversa.

Dit opiniestuk verscheen ook in De Tijd van 7 december 2007.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.