Tijd voor bruggen tussen Molenbeek en de Belgische staat

Hoe is het mogelijk dat Salah Abdeslam vier maanden ondergedoken kon blijven in Brussel? En hoe moeten we het gejoel (en de paar stenen) interpreteren die de politie van jonge Molenbekenaars meekreeg na de arrestatie van Abdeslam? Ongemakkelijke vragen, maar mogen ongemakkelijke antwoorden ook nog?

  • © Reuters/Francois Lenoir Worden de gebeurtenissen van de voorbije week aangegrepen om samen met mensen in allerlei wijken van Brussel te zoeken naar betere manieren om gewelddadige radicalisering te vermijden én te bestrijden? © Reuters/Francois Lenoir
  • CC Quinn Dombrowski (CC BY-SA 2.0) De ontbrekende brug tussen gemeenschap en maatschappij heeft alles te maken heeft met ontbrekend vertrouwen. CC Quinn Dombrowski (CC BY-SA 2.0)
  • © Dialogue Platform Mak Chishty: 'Het extremistische geweld dat met islamitische argumenten gepleegd wordt, begint ergens in onze (moslim)gemeenschappen en het bedreigt ook onze gemeenschappen. Kunnen onze gemeenschappen meer doen om het terrorisme mee te bestrijden?’ © Dialogue Platform

De dag na politie-actie in Vorst en twee dagen voor de actie in Molenbeek, die onder andere de arrestatie van Salah Abdeslam opleverde, zat ik in Elsene in een grote zaal vol islamitische geleerden en politici, andere moslims die zich zorgen maken over jihadisme en onderzoekers die gewelddadig extremisme bestuderen. Brussel was, volgens de organisatoren van Countering Violent Extremism : Mujahada and Muslim Responsability, twee dagen lang de wereldwijde hoofdstad van het islamitische antwoord op IS, Al Qaeda, Boko Haram en aanverwante extremisten.

‘De wereld is veranderd’, zei Makdum Ali Chishty, commandant van de London Metropolitan Police en van Pakistaanse afkomst, tijdens zijn vijf minuten plenaire inleiding. ‘Vroeger konden we de bedreigingen voor de veiligheid beter definiëren en volgen. Vandaag is die dreiging amorf en bestaat ze vooral uit ideeën die onze huizen en gemeenschappen binnendringen via internet.’

Mak Chishty: ‘De dreiging is amorf en bestaat vooral uit ideeën die onze huizen en gemeenschappen binnendringen via internet.’

Chishty was de elfde spreker die ochtend en hij wond er geen doekjes om. ‘Ik ben het beu telkens te horen dat het gewelddadige extremisme en het terrorisme waarmee we geconfronteerd worden niets met de islam te maken heeft. Het extremistische geweld dat met islamitische argumenten gepleegd wordt, begint ergens in onze (moslim)gemeenschappen en het bedreigt ook onze gemeenschappen. De vraag is dan ook : kunnen onze gemeenschappen meer doen om het terrorisme mee te bestrijden?’

Chishty antwoordt met een overduidelijk ja op zijn retorische vraag. Het is een vraag die in Brussel twee dagen later extra relevantie kreeg, nadat Salah Abdeslam opgepakt werd in Molenbeek, niet ver van zijn echte thuis en van het café van zijn broer Brahim, en dus midden de wijk waar hij opgegroeid was, waar hij als kleine crimineel aan de kost kwam en waar hij geradicaliseerd was. ‘Bij onderzoek’, zei Chishty nog, ‘blijkt dat een grote meerderheid van de wijkbewoners ervan overtuigd is dat ze meer kunnen en meer moeten doen, maar dat ze niet weten hoe.’

Terwijl Chishty zijn uitdagingen de zaal in gooide, schoven achter hem enkele inspirerende spreuken over de reuzegrote schermen, onder andere het Oezbeekse spreekwoord: ‘Eén man bouwt een brug en duizend mensen steken die over.’

Mak Chishty beseft dat de ontbrekende brug tussen gemeenschap en maatschappij alles te maken heeft met ontbrekend vertrouwen: tussen mensen onderling, tussen mensen en gemeenschappen, en tussen gemeenschappen en de staat – met name de politie. Dat laatste werd pijnlijk duidelijk geïllustreerd toen jongeren in Molenbeek de agenten uitjouwden en zelfs met stenen bekogelden toen ze Salah Abdeslam en vier andere gearresteerden afvoerden vrijdag.

‘Chishty beseft dat de ontbrekende brug tussen gemeenschap en maatschappij alles te maken heeft met ontbrekend vertrouwen.’

Chishty weet dan ook dat zijn oproep aan moslims en gemeenschappen met islamitische achtergrond om hun verantwoordelijkheid op te nemen, alleen kans op slagen heeft als ook de staat en de bredere samenleving hun deel van het contract nakomen. Aan de ene kant staat het ondubbelzinnig afwijzen van samenzweringstheorieën tegen “de islam”, aan de andere kant moet er echt strijd geleverd worden tegen discriminatie en racisme. Aan de ene kant moeten moslims er mee voor zorgen dat jongeren in de problemen niet helemaal geïsoleerd geraken, en opgesloten in hun virtuele en geradicaliseerde netwerk, aan de andere kant staat een maatschappij die sociale samenhang stimuleert en mogelijk maakt.

Het is voor justitie, ordehandhavers en politici een cruciale uitdaging. Ofwel worden de huiszoekingen en arrestaties van de voorbije week aangegrepen om samen met mensen in allerlei wijken van Brussel te zoeken naar betere manieren om gewelddadige radicalisering te vermijden én te bestrijden, ofwel gaat men voluit voor de culpabilisering van hele groepen en gemeenschappen, wat de vervreemding van de maatschappij en de staat alleen maar zal versnellen en verdiepen. De eerste optie wordt een moeilijke opdracht, maar kan wel naar een structurele verbetering van de veiligheid en de sociale cohesie in stad en land leiden – op voorwaarde dat iedereen de daad bij het woord voegt.

© Dialogue Platform

Mak Chishty: ‘Het extremistische geweld dat met islamitische argumenten gepleegd wordt, begint ergens in onze (moslim)gemeenschappen en het bedreigt ook onze gemeenschappen. Kunnen onze gemeenschappen meer doen om het terrorisme mee te bestrijden?’

Parole, parole

‘Wij mogen geen ruimte meer laten voor extremisme in de islamitische opvoeding. We moeten de takfiri – de dogmatici die er een specialiteit van maken iedereen die er een andere interpretatie of praktijk van het geloof op nahoudt te excommuniceren – intellectueel afmaken’, zei Abdul Saeed Waise Waise, voorzitter van de Vereniging van islamgeleerden in Iraaks Koerdistan op dezelfde conferentie vorige week donderdag. En er waren nog inspirerende uitspraken te noteren.

De Libanese hoogleraar Bassam Itani, zei bijvoorbeeld : ‘Wij moeten afscheid nemen van de traditionele lezing van de islam en heel dringend en actief werk maken van een lezing die aansluit bij de evolutie en de huidige samenlevingen.’ En Abdelrahim Ali Mohamed Ibrahim, secretaris-generaal Islamitische Verkondiging in Soedan : ‘Het probleem [van het gewelddadige extremisme] is niet religieus maar politiek. Het wordt echter een centrale uitdaging bij gebrek aan seculiere politiek en aan wetenschappelijke vorming van onze jongeren. We mogen die jongeren niet langer overlaten aan imam Google, maar moeten hen zelf de kennis aanreiken die hen uit de handen van de extremisten houdt.’

‘We mogen die jongeren niet langer overlaten aan imam Google, maar moeten hen zelf de kennis aanreiken die hen uit de handen van de extremisten houdt.’

Het probleem is dat zelfs uitspraken die hout snijden, vaak niet veel verder reiken dan uitgeholde platitudes zoals ‘islam is een godsdienst van vrede en rechtvaardigheid’, die nog eens opgewarmd werd door Abdullah Rashid Aziz Al Siyabi, vice-voorzitter van het Opperste Gerechtshof van Oman. Of de vaststelling dat de groeiende haat tegen moslims alleen maar koren op de molen van groepen als IS is, zoals Europees Parlementslid Afzal Khan herhaalde.

Meer dan een spreker hamerde op het belang van samenwerking tussen moslims uit alle landen en van verschillende strekkingen om een effectief antwoord te kunnen geven op de uitdagers van IS, Al Qaeda en Boko Haram. Bassam Itani haalde er zelfs de Belgische nationale leuze bij om te onderlijnen dat hij niet de enige was die dacht dat eendracht macht maakt.

Maar de slotverklaring van de tweedaagse conferentie leest als een teleurstellende opsomming van vanzelfsprekendheden. Wat aangekondigd werd als een stevige wintersoep bleek uiteindelijk lauwe watersoep te zijn, waar bovendien nog lang over gediscussieerd is ook. Niet toevallig is de enige concrete stelling in de tekst een verwijzing naar de bijdrage die Fetullah Gülen en zijn Hizmetbeweging leveren aan de strijd tegen extremisme. Daarmee maken de organisatoren ook duidelijk welke eenheid ze voor ogen hebben.

Als 250 academici en leiders uit de islamitische wereld er na twee dagen (alweer) niet in slagen om verder te komen dan de stelling dat ‘religies in essentie niet-gewelddadig zijn’, dan hebben religies een probleem, zelfs als het helemaal waar is dat het fundamentele probleem achter het extremisme sociaal en politiek is. Als religie, in dit geval de islam, er niet in slaagt haar veronderstelde boodschap van vrede en verdraagzaamheid te laten zegevieren op de interpretaties die oproepen tot daadwerkelijke, niets-of-niemand-ontziende strijd, dan eindigt die religie ooit in de vuilnisbak van de geschiedenis.

‘Geen enkele ideologie kan eindeloos volhouden rechtvaardigheid na te streven terwijl ze ongelijkheid, discriminatie of geweld praktiseert.’

Geen enkele ideologie kan eindeloos volhouden rechtvaardigheid na te streven terwijl ze ongelijkheid, discriminatie of geweld praktiseert. Dat geldt voor het verhaal van de overheid én voor elke civiele of religieuze ideologie. En minderheden kunnen wel degelijk een smet gooien op de grote meerderheid. Vraag dat maar eens aan de katholieke kerk na de pedofilieschandalen en de jarenlange, ontkennende omgang ermee. Dat zorgde niet alleen voor een nieuwe golf van antikatholiek sentiment, maar ook voor een nieuwe groep mensen die afstand nam van een “gemeenschap” waar ze nog net toe behoorde.

De ideeën van Chishty (stimuleer de verantwoordelijkheid van de gemeenschap) en Itani (ontwikkel een nieuwe lezing van de religieuze teksten, inclusief de koran) zijn wellicht essentieel om eindelijk stappen vooruit te zetten, weg uit zowel ontkenning als wederzijds wantrouwen. ‘Een dialoog is meer dan twee monologen’, een uitspraak van de Amerikaanse diplomaat Max Kampelman die ook geprojecteerd werd op de schermen van de tweedaagse conferentie, zet de zaken op scherp. Wil de staat echt aanspraak maken op samenwerking met stedelijke wijken en gemeenschappen, dan moet ze er ook in investeren. Zo lang uitsluiting, discriminatie en groeiende uitzichtloosheid ontkend worden, of actief versterkt door het afbouwen van sociaal beleid en omkadering, is de kans op wederzijds vertrouwen zo goed als onbestaande.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.