Zweedse minister wil Romahaat bannen

Erik Ullenhag, minister van Integratie in het centrum-rechtse Zweedse kabinet, roept zijn collega-ministers in heel Europa op om discriminatie  en uitsluiting van Roma serieus aan te pakken. “Er is een trend om naar Brussel te wijzen als verantwoordelijke voor de problemen van Roma”, zegt hij. “Maar de lidstaten moeten vooral zelf aan het werk. Ook de westerse.” Zweden wil het goede voorbeeld geven en heeft inmiddels een uitgewerkte Roma-strategie klaarliggen. Een gesprek met een opvallend idealistische minister.

Hij lijkt principieel en wat rebels. Erik Ullenhag (41), minister van Integratie op het ministerie van Arbeid wond er nooit doekjes om. Hij is radicaal tegen intolerantie en vreemdelingenhaat en een groot voorstander van globalisering. Ullenhag, die tot de sociaal-liberale vleugel van zijn Folkpartiet (Volkspartij) hoort, kreeg het in 2004 zelfs aan de stok met zijn eigen toenmalige partijleider. Die wilde overgangsregels voor de nieuwe EU-burgers. Ullenhag was daar op tegen, en trad af toen zijn lijn binnen de partij geen meerderheid kreeg. Sinds zijn aantreden als minister in oktober 2010 klom hij regelmatig in de pen tegen intolerantie. Hij kreeg veel kritiek toen hij in 2011 mythes rondom immigratie op de homepage van de regering zette.

De oproep die Ullenhag doet aan al zijn collega-ministers ligt in het verlengde hiervan. Hij maakt zich ernstige zorgen over de groeiende Romahaat in Europa, zegt hij aan een tafeltje in een café in Den Haag, waar hij is voor een meeting over de gelijke rechten van homoseksuelen en transgenders. Regeringen ontberen vaak de politieke wil om er iets aan te doen, meent hij. En dat is wel ontzettend hard nodig. Roma bungelen aan de onderkant van de samenleving, in alle lidstaten van Europa. Ze ontberen goed onderwijs, solide huisvesting en werk. Om die sociale problemen op te kunnen lossen, moet eerst de discriminatie en uitsluiting van Roma aangepakt worden, meent Ullenhag. 

Zweden wil het goede voorbeeld geven met een strategie die gebaseerd is op mensenrechten en die zich richt op integratie en de aanpak van discriminatie en vooroordelen van de 50.000 Roma in Zweden (ter vergelijking: Belgie heeft er circa 30.000). Romavrouwen en kinderen hebben prioriteit. Het plan van Ullenhag en zijn regering is ambitieus. In 2032 moeten Zweedse Roma van twintig jaar dezelfde mogelijkheden hebben als niet-Roma.

Waarom heeft Zweden een Roma-strategie nodig?

Erik Ullenhag: Ik ben erg bezorgd over de groeiende Romahaat in Europa: in Oost en West. En ik vind dat je je eigen problemen eerst moet oplossen, voordat je anderen beschuldigt. Van alle minderheidsgroepen in Zweden zijn de Roma het meest achtergesteld. En ook in Zweden hebben we te maken met wijdverspreide vooroordelen. In een van onze tv-shows werd bijvoorbeeld geprobeerd om aan te tonen dat Roma meer stelen dan anderen.

Tot midden jaren zeventig werden Romavrouwen gedwongen gesteriliseerd. Het wantrouwen van Roma ten opzichte van de meerderheid van de bevolking is daarom groot. Om Roma succesvol te integreren moeten we dat vertrouwen herstellen. Een onderdeel van de Zweedse strategie is daarom het ‘witboek’. Daarin beschrijven we alle schendingen van mensenrechten van Zweedse Roma in de twintigste eeuw. Zo hopen we begrip te creëren bij de rest van de bevolking voor de positie van Roma.

Wat gebeurt er als discriminatie en uitsluiting van Roma in zowel Zweden als de rest van Europa niet aangepakt wordt?

Erik Ullenhag: Ik ben ervan overtuigd dat we dan nooit de sociale problemen van Roma oplossen. Bovendien zagen we in het verleden dat als je de mensenrechten verwaarloost, de mogelijkheid op conflicten groeit.

U bent lid van een liberale partij, de Folkspartiet die deel uitmaakt van een centrum-rechts kabinet. Het zijn juist de liberalen in Europa die beschuldigd worden – al dan niet terecht – van Romahaat en uitsluiting van deze minderheid. Hoe overtuigt u uw (neo)liberale collega-ministers van de noodzaak om Romahaat aan te pakken?

Erik Ullenhag: Het gaat bovenal om het handhaven van de mensenrechten. Maar het is ook een economische kwestie. In sommige Oost-Europese landen is straks 1 op 4 burgers van Roma-afkomst. Die hebben vaak geen goede opleiding, zijn werkloos. Daar moet je wat aan doen.

Toch lijken veel maatregelen in die landen eerder op symptoombestrijding. Het excuus van die regeringen is: we hebben niet genoeg geld. Bent u het daar mee eens?

Erik Ullenhag: Er moet bovenal effectieve controle zijn op de besteding van EU-gelden. En wellicht is er meer EU-financiering nodig. Maar het lijkt een trend om naar de Europese Unie te wijzen als hoofdverantwoordelijke en te zeggen: die bedelende Oost-Europeanen,  dat is een probleem van Brussel. Terwijl het allereerst de lidstaten zijn die de mensenrechten in hun land moeten garanderen. Je moet uitkijken dat je geen systeem creëert waardoor regeringen weg kunnen lopen van hun verantwoordelijkheden.

De Europese Commissie wijst naar lidstaten als hoofdverantwoordelijke, de lidstaten naar de EU. Maar wie is dan uiteindelijk verantwoordelijk voor de oplossing van de problemen van Roma?

Erik Ullenhag: Ja, dat is natuurlijk de uitdaging. Daarom moeten we samen optrekken, want in elk van de lidstaten zijn er Roma. Waar ik alleen voor wil waarschuwen is dat landen zich niet onttrekken aan het garanderen van de mensenrechten voor Roma. Kijk: op ontmoetingen van ministers uit lidstaten in Brussel is iedereen beschaafd, maar in eigen land slaan lokale burgemeesters xenofobe en anti-Roma taal uit. En daar moeten ze op worden aangesproken.

Zweden lijkt de beste leerling uit de klas. Toch werden in 2010 nog Roma uitgezet naar Roemenië en onlangs in maart moesten ook grote groepen Roma gedwongen terug naar Kosovo. Die laatste uitzetting viel onder uw verantwoordelijkheid. Hoe legt u dit uit?

Erik Ullenhag: Het gaat hier om twee verschillende dingen. Het is duidelijk dat binnen de Europese Unie er vrij verkeer van burgers mogelijk moet zijn. In augustus 2010 hadden we een discussie hierover. De toenmalige minister van Migratie (Ullenhag is pas in oktober van dat jaar minister geworden, nvdr) maakte die keuze van uitzetting om redenen die mij niet helemaal duidelijk waren. Maar sowieso mogen mensen die zelf niet voldoende inkomsten hebben niet meer dan drie maanden in Zweden blijven. Dus dat was destijds evenzo een reden om Roma uit te zetten. In het tweede geval ging het om asielzoekers.

Bijna alle mensen uit Europese landen wordt asiel geweigerd in Zweden. En ja, daar zitten ook Roma bij. Maar die worden niet uitgezet omdat ze Roma zijn.

Interessant is dat de media in het debat rondom de uitzettingen een rol speelde. Net als bij de bedelaars in de straten, zou het een soort van publieke waarheid zijn dat achter deze asielzoekers bendes zaten. Maar een van de grootse kranten heeft dit nauwkeurig onderzocht en het bleek niet waar te zijn: Roma zijn wanhopig. Ze komen vanwege de ellendige armoede in hun thuisland naar Zweden en bedelen daarom hier op straat.

Afgelopen maart stuurden de ministers van Buitenlandse Zaken van Nederland, Duitsland, Denemarken en Finland een brief aan de Europese Commissie waarin gevraagd werd om effectievere mechanismen om te zorgen dat lidstaten zich aan de mensenrechten houden. De Europese Commissie zou daarin een sterkere rol moeten spelen. Ziet u daar ook wat in?

Erik Ullenhag: Wat de Roma in Oost-Europa destijds enorm geholpen heeft waren al die eisen en criteria waaraan kandidaat lidstaten moesten voldoen voordat ze konden toetreden. Zo sprak ik in Hongarije, voordat dit land toetrad, met mensen van de European Roma Rights Association. Zij hoopten dat het toetredingsproces lang zou duren. Omdat ze echt verbetering zagen. Probleem is dat zodra landen binnen zijn, je nauwelijks meer druk kunt uitoefenen. Dus ja, ik ben voorstander van effectieve mechanismen om druk uit te kunnen oefenen.

Onze Vlaamse minister van Integratie (N-VA) heeft onlangs gepleit voor verplichte inburgering van de Roma. Wat denkt u van dit voorstel?

Erik Ullenhag: Iedere burger heeft de plicht om mee te doen aan de samenleving, dus niet alleen Roma. Door te wijzen naar de groep van Roma met de boodschap: jullie moeten A, B en C doen, stigmatiseer je die groep. Je zegt in feite dat geen enkele Roma zou willen participeren. Ik denk niet dat dit de juiste weg is.

Maar er zijn maar heel weinig Roma die deelnemen in de politiek, lokaal, nationaal en ook op Europees niveau. Hoe moet je die deelname volgens u stimuleren?

Erik Ullenhag: We moeten vooral het vertrouwen terugwinnen. In Zweden maar ook op Europees niveau. Laat ik het bij Zweden houden: waarschijnlijk is er bij ons ook een aantal politici of invloedrijke personen met een Roma achtergrond. Maar die spreken zich hier niet over uit. De vraag is waarom dat niet gebeurt. Ik denk omdat veel Roma de meerderheid van de samenleving niet vertrouwen.

Bent u voor quota?

Erik Ullenhag: Nee, zeker niet. Je moet niet uitgaan van een groep, maar van individuele burgers.

Dus in uw visie moet je Roma allereerst zien als burgers en niet als een minderheidsgroep? Maar de nationale strategie voor Zweden is gericht op Roma als specifieke groep. Is dat niet een paradox?

Erik Ullenhag: Dat is de uitdaging voor een liberaal politicus zou ik zeggen. Kijk, het doel van onze strategie is allereerst om vertrouwen op te bouwen: zorgen dat werkgevers Roma aannemen, ervoor zorgen dat dat veertienjarige Romameisje weer naar school gaat. Daarom hebben we nu die pilootprojecten specifiek gericht op Roma. Dat is nodig voor deze groep. Maar het doel is dat ze straks evenveel kansen, mogelijkheden maar ook rechten en plichten hebben als alle Zweedse burgers.

Eigenlijk wilt u de mentaliteit van mensen veranderen. Dat klinkt toch wel wat idealistisch.

Erik Ullenhag: Ja, maar zo’n verandering is niet onmogelijk. Kijk naar hoe in het verleden om is gegaan met de rechten van vrouwen en hoe dat nu is. In de huidige tijd is er helaas een trend van meer intolerantie in de politiek en dat is extreem gevaarlijk. Voor de democratische waarden van Europa maar ook economische groei. Daarom roep ik op om een vuist te maken.

De Zweedse strategie

De strategie die er nu ligt is een antwoord op het verzoek van de Europese Commissie aan alle Europese landen een nationale Roma-strategie te ontwikkelen. Dat verzoek kwam in 2011. De meeste begonnen er toen pas haastig aan. Zweden deed dat al in 2006.

De Zweedse strategie gaat in plaats van de vereiste acht jaar door tot 2032. En dit jaar al starten er pilootprojecten in diverse gemeenten met als doel Roma te laten participeren in onder meer het onderwijs en de arbeidsmarkt. Ook wordt ingezet op ontwikkeling van de eigen identiteit: alle Romakinderen kunnen Romani leren. Na evaluatie zullen de meest succesvolle projecten op nationaal niveau worden ingezet.

Met medewerking van Zwedenkenner Hans de Groot

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.