Guyanezen trekken naar rechtbank tegen aanleg gaspijplijn en onteigeningen

Wie wint en wie verliest wanneer Guyana gas gaat winnen?

© Zoë Deceuninck

Bedrijvigheid in het anders zo rustige Guyanese dorp Wales: de regering besliste eind vorig jaar om er een nieuwe gas- en elektriciteitscentrale te bouwen.

Het land met de snelste economische groei ter wereld in 2022? Niet de VS, niet China, maar Guyana. Enkele jaren geleden werden er grote olie- en gasreserves ontdekt voor de kust. De overheid wil snel infrastructuur bouwen zodat ExxonMobil er de komende 25 jaar gas kan winnen. ‘De staat moet privé-eigendom kunnen onteigen voor ontwikkelingsprojecten, in het algemeen belang.’

Het eerste wat opvalt wanneer je Wales binnenrijdt, een klein dorp van zo’n 60 inwoners in Guyana, is de vervallen suikerfabriek. Ze vertoont veel gelijkenissen met een berg schroot, maar eens was ze de belangrijkste werkgever voor de ruim 10.000 inwoners van het gebied rondom.

De fabriek sloot in 2017 haar deuren omdat de productie daalde en de schulden zich torenhoog opstapelden. Vandaag is iedereen hier, direct of indirect, afhankelijk van de landbouw voor zijn levensonderhoud. Het dorp zelf werd de voorbije vijf jaar wat verwaarloosd.

Maar vandaag beleeft het een enorme opleving. Tot in de nachtelijke uren wordt er gewerkt aan verbetering van de hoofdweg en reparaties aan vijf bruggen. Het laagje verf van de nieuwe brandweerkazerne glimt nog in de sterke middagzon en tientallen zwaarbeladen vrachtwagens scheuren ons voorbij, een wolk van stof achterlatend.

Reden van alle bedrijvigheid is de beslissing van de Guyanese regering, eind vorig jaar, om een nieuwe gas- en elektriciteitscentrale te bouwen in deze rustige landbouwomgeving.

Gas voor goedkope elektriciteit

In Wales is 150 hectare vrijgemaakt voor het prestigieuze ‘Gas to Shore Project’. Dat bestaat uit drie delen: een gaspijpleiding die de gasreserves voor de kust aan land moeten brengen, een gascentrale en een elektriciteitscentrale met een capaciteit van 300 megawatt. Want voor de Guyanese kust ligt het Stabroekblok, een oceaangebied van 6,6 miljoen hectare met rijke olie- en gasreserves dat enkele jaren geleden werd ontdekt

Met het gas-to-shoreproject moeten die gasvoorraden aan land worden gebracht en omgezet worden naar elektriciteit. ‘Goedkope elektriciteit’, zoals de president, vicepresident en de regering steeds benadrukken in de media.

Met de gaswinning wil de regering buitenlandse investeerders aantrekken en haar productie opvoeren. Als alles volgens plan verloopt, moet de installatie van het volledige gas-to-shoreproject eind 2024 een feit zijn.

Maar niet als het aan advocate Elizabeth Deane-Hughes ligt. Zij kijkt met grote ogen naar de ontwikkeling in Wales. De laatste keer dat ze een bezoek bracht aan de bouwwerf, enkele maanden geleden, was er alleen nog maar een zandweg aangelegd. ‘Nu is er enorm veel vooruitgang geboekt’, vertelt ze.

Deane-Hughes heeft een rechtszaak aangespannen tegen de Guyanese overheid, in een poging om de milieuvergunning voor het gas-to-shoreproject nietig te laten verklaren.

11 miljard vaten olie, onbenut gas

De enorme hoeveelheid olie en gas ligt ongeveer 200 kilometer voor de kust van Guyana en werd in 2015 ontdekt door oliegigant ExxonMobil en diens partners Hess Guyana Exploration en China National Offshore Oil Corporation. De eerste vondst staat bekend als Liza-1 en wordt beschouwd als een van ‘s werelds grootste ontdekkingen van ruwe olie van het afgelopen decennium.

Sindsdien heeft ExxonMobil, dat de leiding heeft in het consortium van internationale bedrijven, in totaal 11 miljard vaten aan oliereserves ontdekt voor de kust van Guyana. De productie van de olie ging van start in februari 2022.

De ontdekte gasreserves daarentegen worden momenteel nog niet ontgonnen. Maar de olie dus wel, en olie en gas liggen dicht bij elkaar in onderzeese zandsteenreservoirs. Daardoor komt een hoeveelheid gas vrij, en die wordt vooralsnog afgefakkeld (verbrand) op zee.

Het affakkelen is een illegale activiteit volgens de Guyanese wetgeving. Er komt methaan bij vrij, een broeikasgas dat rechtstreeks bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Maar het wordt al sinds 2021 gedoogd, omdat de installatie volgens ExxonMobil kampt met opeenvolgende ‘technische problemen’.

Intussen wordt de weg gebaand om ook het onderzeese gas te gaan ontginnen. In januari 2021 besloot de Guyanese regering om een onderzeese gaspijpleiding aan te leggen om het gas naar de kust te transporteren. In Wales moet het dan verder verwerkt worden tot elektriciteit en kookgas.

De kosten voor de pijpleiding werden geraamd op 900 miljoen Amerikaanse dollar. De Amerikaanse oliegigant ExxonMobil Corporation is verantwoordelijk voor de aanleg.

© Zoë Deceuninck

Advocate Elizabeth Deane-Hughes (links) wil de milieuvergunning voor het gas-to-shoreproject nietig laten verklaren.

Het grootste gedeelte van de pijpleiding, die in totaal 220 kilometer lang wordt, ligt in zee. Aan land moet er zo’n 22 kilometer worden aangelegd. De regering van Guyana moet daarvoor de gronden beschikbaar stellen. Het gaat om 73,3 hectare land die nodig is voor de aanleg van de gaspijpleiding. En dat is op dit moment veelal eigendom van lokale boeren.

Nog terwijl de familie onderhandelde, kondigde de regering aan dat ze die de gronden al had onteigend.

De broer van advocate Deane-Hughes is een van hen. Hij bezit een stuk land op de plantage van Bordeaux, een vruchtbaar gebied op een uur rijden van Wales en een streek die beroemd is om zijn productie van bruine suiker.

De grond is sinds 1848 in de familie, en veel van Deane-Hughes’ buren hebben hun eigendommen al even lang in hun bezit. De regering wil zich een deel van die gronden nu toe-eigenen om ze ter beschikking te stellen van de Amerikaanse oliegigant ExxonMobil voor de pijpleiding.

Onder de marktwaarde

Als vergoeding voor de onteigening bood het Guyanese ministerie van Financiën aan Deane-Hughes’ broer zo’n 10.000 Amerikaanse dollar voor ongeveer één hectare van het perceel. Maar Deane-Hughes had haar eigen landtaxatie gedaan en wist dat dit bedrag onder de marktwaarde lag. Volgens haar eigen taxatie, uitgevoerd door een privébedrijf, zou één hectare grond ongeveer 18.000 Amerikaanse dollar waard zijn.

Nog terwijl de familie onderhandelde met de advocate over een nieuwe prijs, kondigde de regering in The Official Gazette (het Guyanese Staatsblad, red.) aan dat ze die de gronden al had onteigend, vertelt Deane-Hughes.

In Guyana is de minister van Openbare Werken bij wet gemachtigd om de eigendomstitel van elk stuk grond te verklaren tot openbare werkplaats ‘in het belang van het land’ of het nu privé is, bebouwd, bewoond of niet bewoond.  De Wet Verwerving van Gronden voor Openbare Doeleinden, die dat bepaalt, bestaat al sinds 1914.

‘Personen ontzetten en privé-eigendom verwerven in het algemeen belang, wanneer er ontwikkelingsprojecten moeten gebeuren, is een noodzakelijke bevoegdheid waarover de staat moet beschikken’, zegt Mohabir Anil Nandlall, procureur-generaal en minister van Juridische Zaken in Guyana. ‘We gebruiken deze wet alleen in uitzonderlijke gevallen. Maar wanneer de gelegenheid zich voordoet, moet de staat dit recht kunnen uitoefenen.’

Twee jaar geleden haalde de regering diezelfde wet ook al uit de kast voor de aanleg van een nieuwe brug over de Demerara-rivier.

Minister Nandlall staat in voor het juridisch advies aan de betrokken partijen. Hij moet ervoor zorgen dat de wet nageleefd wordt en dat er compensaties uitbetaald worden aan de getroffen landeigenaars.

© Zoë Deceuninck

Mohabir Anil Nandlall, procureur-generaal en minister van Juridische Zaken, over de onteigeningen voor de gaspijpleiding: ‘We gebruiken deze wet alleen in uitzonderlijke gevallen.

Hoe groot die compensatie is, berekent de Guyana Lands and Surveys Commission, een departement van de Guyanese overheid. De benadeelde landeigenaars kunnen kiezen voor een compensatie in de vorm van een som geld of in de vorm van een ander stuk grond (landbouwgrond of bouwgrond).

Maar nog vóór er een schikking werd getroffen, werd de grond van Deane-Hughes en een deel van de buren al onteigend. Waarom? ‘Vanwege de urgentie van de situatie’ , zegt Nandlall. ‘Maar we zijn met iedereen in onderhandeling en we zullen die onderhandelingen afronden op een manier die voor iedereen aanvaardbaar is.’

‘Ik kan beter de deal aangaan en proberen al mijn land te verkopen. De andere helft zal ik toch niet meer kunnen gebruiken.’

Enkele getroffen boeren stellen hun hoop op die compensatie. ‘De overheid heeft de helft van mijn land nodig voor het aanleggen van de pijpleiding’, zegt een buurman van Deane-Hughes die anoniem wil blijven. Hij verbouwt rijst op een perceel van ongeveer 40 hectare, dat net naast een kanaal ligt. ‘Ze willen net de helft die naast het kanaal ligt, maar ik heb toegang tot dat water nodig voor de irrigatie van mijn grond.’

Hij staat open voor een schikking met de overheid, omdat hij denkt dat die zich zijn grond anders gewoon zal toe-eigenen, zonder compensatie. ‘Ik kan beter de deal aangaan en zal proberen al mijn land te verkopen. De andere helft zal ik toch niet meer kunnen gebruiken, en op die manier heb ik wat geld op de bank zodat ik voor mijn gezin kan zorgen.’

Naar de rechter

Na maanden van voorbereiding stapte Deane-Hughes samen met mensenrechtenactiviste Vanda Radzik eind maart 2023 naar de rechter. Ze willen proberen om de milieuvergunning voor het gas-to-shoreproject nietig te laten verklaren. Die vergunning werd verleend door het Agentschap voor Milieubescherming in Guyana aan Esso Exploration and Production Guyana Ltd. (Esso), de dochtermaatschappij van ExxonMobil in Guyana die ook verantwoordelijk is voor de aanleg van de gaspijpleiding.

Volgens Deane-Hughes en Radzik kan Esso de gaspijpleiding niet aanleggen omdat de grond waarop ze dat wil doen niet van hen is. Er is ook geen overeenkomst of enige andere regeling getroffen met de grondeigenaren om de gaspijpleiding aan te leggen. Dat is nochtans een wettelijke voorwaarde om een milieuvergunning te kunnen aanvragen.

‘In de plaats daarvan heeft de Guyanese regering geprobeerd grond van haar burgers te verwerven zodat Esso zijn pijpleiding kan leggen’, zegt Deane-Hughes.

‘Guyanese burgers verliezen hun land en middelen van bestaan voor een pijpleiding naar nergens’, vult Radzik aan. Zij gelooft niet in de meerwaarde van het gas-to-shoreproject, dat een levensduur heeft van slechts 25 jaar. Ze betreurt dat de overheid niet inzet op duurzamere alternatieven. ‘Liever gebruiken we het geld voor de installatie van grootschalige zonne-energieprojecten, die hebben een veel langere levensduur.’

Radzik merkt op dat er ook geen milieueffectenrapport (MER) gemaakt is voor de aanleg van de gascentrale in Wales. Daar hebben zo’n 15 inwoners van Wales schriftelijk bezwaar tegen gemaakt. ‘Het gaat allemaal snel en smerig hier in Guyana.’

‘De overheid blijft zeggen dat gas schone energie is, maar het is een fossiele brandstof. Het is vies.’

Een MER is een volledige analyse van alle milieueffecten en de sociale en economische impact van een project. In Guyana is de opmaak ervan verplicht voor alle activiteiten en projecten die ‘het milieu aanzienlijk kunnen aantasten’, aldus de Wet op de milieubescherming.

Of die gevolgen voor het milieu ‘aanzienlijk’ zullen zijn, daarover beslist het Agentschap voor Milieubescherming voor aanvang van elk project. Volgens het agentschap was er voor de gascentrale ‘geen noodzaak’ voor een nieuw MER, omdat die op dezelfde locatie wordt gebouwd als de elektriciteitscentrale – die wel al een MER kreeg.

Dat stelt Kemradj Parsram, directeur van het milieuagentschap. ‘Op basis van de informatie die er al was, hebben we besloten dat er geen nieuw MER moet worden opgemaakt. De bouw van de gascentrale zal geen significante gevolgen hebben voor het milieu.’

Activiste Vanda Radzik geeft niet om die opmerking: ‘Zonder MER is er geen wetenschappelijke kennis over het de gascentrale. De overheid blijft ook zeggen dat gas schone energie is, maar het is een fossiele brandstof. Het is vies. Als een pijpleiding lekt, is dat gevaarlijk, en de uitstoot van de gascentrale wordt niet in aanmerking genomen in het milieueffectenrapport (dat er dus al wel is voor de elektriciteitscentrale, red.).’

Snelste economische groei ter wereld

In 2015 was er in Guyana nog enorme opwinding door de ontdekking van het enorme olieveld voor de kust. Maar de ontdekking bracht ook veel complicaties met zich mee. De onvrede groeit: door het gebrek aan veiligheidsmaatregelen bij de exploitatie van het olieveld, door beschuldigingen van corruptie, doordat ExxonMobil illegaal gas affakkelt dat mee bovenkomt bij de oliewinning en doordat milieuvergunningen op te lange termijn werden verleend.

In 2022 kende Guyana volgens cijfers van het IMF de snelste economische groei ter wereld, met een stijging van het bruto binnenlands product met 37,2%. Maar veel van dat geld gaat naar de buitenlandse oliemaatschappijen die in de operaties geïnvesteerd hebben, zo blijkt. ExxonMobil en zijn partners zouden intussen naar schatting 1,6 miljard dollar verdiend hebben aan de Guyanese olie, terwijl de overheid er zelf 246,5 miljoen dollar aan over zou houden.

De afgelopen jaren gingen kleine groepen mensen in Guyana de straat op om te protesteren tegen het gebrek aan transparantie van de regering en de afspraken met ExxonMobil.

Maar ook, en vooral, via de rechtbank stellen burgers wantoestanden aan de kaak. In totaal lopen er 7 rechtszaken over de olie- en gaswinning in Guyana. 5 daarvan hebben betrekking op het vergunningsproces, dat de regering niet naar behoren beheerd en/of gehandhaafd zou hebben.

‘Wij zullen altijd bij onze besluitvorming blijven. Als de rechtbank vindt dat we ons vergist hebben, dan zullen we dat herstellen.’

In mei 2021 werd in Guyana ook de eerste constitutionele klimaatzaak in het Caraïbisch gebied aangespannen. Toeristengids Quadad de Freitas en universitair docent Troy Thomas dagen daarmee de regering voor de rechter. Volgens hen is de grootschalige olie- en gaswinning in strijd met de grondwet, die burgers het recht op een veilig en gezond milieu garandeert. Een definitieve uitspraak in de zaak zal waarschijnlijk nog jaren op zich laten wachten.

In een andere zaak, ook aangespannen door Troy Thomas, werd het Guyanese Agentschap voor Milieubescherming in oktober 2020 veroordeeld door het Hooggerechtshof. Het agentschap had ExxonMobil milieuvergunningen verleend voor de exploratie van de offshore-olieprojecten Liza 1 en 2, voor de duur van 20 en 24 jaar. Maar een milieuvergunning kan, volgens de eigen richtlijnen van het milieuagentschap, maximaal vijf jaar geldig zijn. Op bevel van het Hooggerechtshof werd de milieuvergunning daarop teruggebracht naar 5 jaar.

‘Een beetje verrast’

Kemradj Parsram, de directeur van het milieuagentschap, zegt ‘een beetje verrast’ te zijn door alle rechtszaken. ‘We bestaan al 26 jaar en hebben altijd dezelfde werkwijze gehanteerd, niemand heeft ooit bezwaar gemaakt. Wij zullen altijd bij onze besluitvorming blijven. Als de rechtbank vindt dat we ons vergist hebben, dan zullen we dat herstellen.’

© Zoë Deceuninck

Kemradj Parsram, directeur van het Guyanese milieuagentschap: ‘We bestaan al 26 jaar en hebben altijd dezelfde werkwijze gehanteerd, niemand heeft ooit bezwaar gemaakt.’

Over de lopende rechtszaak van Deane-Hughes en Radzik om de milieuvergunning van het gas-to-shoreproject nietig te laten verklaren, wil Parsram niet veel kwijt. ‘De zaak is in behandeling bij de rechter en wij wachten op de uitspraak’, reageert hij.

‘De Milieubeoordelingsraad wordt verondersteld volledig onafhankelijk te zijn, maar hier is sprake van een duidelijk belangenconflict.’

Hetzelfde antwoord geldt voor het bezwaar dat 15 burgers maakten tegen de beslissing van het milieuagentschap om geen MER te eisen voor de bouw van de gascentrale. De Milieubeoordelingsraad moet de beslissing daarover van het Agentschap van voor Milieubescherming beoordelen en aanbevelingen doen. Die raad kan beslissen dat er toch nog een MER moet worden opgemaakt voor de gascentrale.

Maar Radzik, die het bezwaar ook ondertekende, acht die kans klein. Want de Milieubeoordelingsraad wordt voorgezeten door Mahendar Sharma, hoofd van het Guyana Energy Agency en bestuurslid van Guyana Power and Light Incorporated. Dat laatste is het bedrijf dat de toekomstige elektriciteitscentrale zal beheren en dat de aanvraag voor de milieuvergunning heeft ingediend.

‘De Milieubeoordelingsraad wordt verondersteld volledig onafhankelijk te zijn, maar hier is sprake van een duidelijk belangenconflict’, verzucht Radzik. Het is nu wachten op die raad voor een uitspraak.

Op het bouwterrein in Wales, waar het allemaal om draait, gaan de voorbereidingen voor de gasverwerkingsfabriek en elektriciteitscentrale inmiddels onverstoord verder.

Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.