Humanitaire hulp in Somalië blijft risicovol

Een jaar na één van de ergste voedselcrisissen die Somalië ooit heeft gekend, heeft de internationale gemeenschap haar aandacht op andere situaties gevestigd. Ondanks een lichte verbetering blijft de voedselsituatie echter nog steeds onzeker.Hulp bieden in het land is echter niet evident.

Een jaar na één van de ergste voedselcrisissen die Somalië ooit heeft gekend, heeft de internationale gemeenschap haar aandacht op andere situaties gevestigd. Ondanks een lichte verbetering blijft de voedselsituatie echter nog steeds onzeker. Volgens de FNSAU (Food Security and Nutrition Analysis Unit, orgaan van de Verenigde Naties dat de voedselsituatie in Somalië in het oog houdt) hebben meer dan 2 miljoen mensen te kampen met een acute situatie van voedselonveiligheid, en lijdt één kind op vijf aan acute ondervoeding.

Naast het miljoen Somaliërs dat al naar de omringende landen gevlucht is (in de eerste plaats naar Kenia, Ethiopië en Jemen), zouden sinds begin 2012 al 60 000 mensen Somalië ontvlucht zijn als gevolg van de onveiligheid en de moeilijke toegang tot water en voedsel. Nog een miljoen mensen zou naar andere plaatsen in Somalië zelf gevlucht zijn.

Uitdaging

Voor hulporganisaties zoals Artsen Zonder Grenzen is het een echte uitdaging om hulp te bieden aan de bevolking in nood. In het centrum en het zuiden van het land zijn er immers drie verschillende soorten situaties die stuk voor stuk grote druk uitoefenen op de humanitaire hulpverleners.

Dankzij de militaire inzet in Mogadishu is de rust in de hoofdstad vandaag teruggekeerd en werd ze gespaard van de grote gevechten. De situatie in de stad is nu relatief stabiel, een ongewone toestand sinds 2006, toen de Unie van Islamitische Rechtbanken er de plak zwaaide. Restaurants openen weer de deuren, handelaars hernemen hun activiteiten en de steigers zijn een stille getuige van de economische investeringen van de diaspora.

De stad is echter nog niet helemaal veilig: er zijn nog geregeld bomaanslagen en gerichte moordaanslagen, in sommige wijken zijn er nog confrontaties tussen milities, en de aanhangers van Al-Shabaab voeren hun aanvallen op de regeringstroepen nog op. Bovendien blijven de levensomstandigheden van de meeste inwoners rampzalig, in het bijzonder voor de 300 à 400 000 vluchtelingen, onder wie de meeste tijdens de voedselcrisis van 2011 aankwamen. Velen onder hen leven nog altijd in tijdelijke verblijfplaatsen, plastic zeilen die door stukken hout worden gestut, in het midden van het puin. Bovendien moeten sommige mensen verschillende keren andere oorden opzoeken, omdat de terreinen waar ze leven voor nieuwbouwprojecten bestemd zijn. Er is niet genoeg en vooral niet regelmatig genoeg toegang tot drinkbaar water: in de kampen werden wel kraantjes geïnstalleerd, maar vaak blijven die verschillende weken droog staan. De enkele ziekenhuizen in de hoofdstad hebben het moeilijk om het grote aantal patiënten te behandelen die uit heel het land komen. Het ziekenhuis van Daynile dat door Artsen Zonder Grenzen gesteund wordt, heeft in september de deuren weer geopend. Het had zes maanden op non-actief gestaan omdat het personeel tijdens de gevechten in het district in april 2012 geëvacueerd moest worden.

In de loop van vorig jaar werden de grootste steden van het land door soldaten van de Missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM), door soldaten uit Ethiopië en van de Transitional Federal Government van het bestuur van Al-Shabaab “bevrijd”. De veiligheid van de bevolking is nu echter nog meer in gevaar dan een jaar geleden. Moord, aanvallen, diefstal, afpersing, en intimidatie zijn dagelijkse kost. Bovendien blijft de toegang tot zorgstructuren erg moeilijk: ‘s nachts durven niet veel patiënten de onveiligheid trotseren om naar een ziekenhuis te gaan.

Ten slotte blijft de macht van de Islamitische gevechtsgroepen in de landelijke gebieden groot, en zij zijn vaak tegen de aanwezigheid van buitenlandse hulpverleners. Na herhaaldelijke golven van verbod en uitzetting mogen nu slechts enkele humanitaire organisaties, waaronder ook Artsen Zonder Grenzen, activiteiten uitvoeren in die gebieden, of toch zo goed en zo kwaad als het gaat.

Risico

Wie in Somalië wil werken, moet eerst en vooral accepteren dat hij zal werken in gevaarlijke omstandigheden. Bovendien moet je de risico’s in verband met de missie, en dan vooral de individuele risico’s, kunnen inschatten en verdragen. Er kunnen zich incidenten voordoen voor verschillende redenen (het verkrijgen van medicijnen, werk) en daarbij komt nog dat je op het slechte moment op de verkeerde plaats kunt terecht komen.
Een jaar na hun ontvoering uit het kamp van Dadaab, in Kenia, zitten twee werknemers van Artsen Zonder Grenzen bijvoorbeeld nog steeds gevangen op het Somalische grondgebied. En in december 2011 stierven twee teamleden van Artsen Zonder Grenzen in Mogadishu, Philippe Havet en Andrias Karel Keihulu, nadat ze door een Somalisch werknemer van de organisatie neergeschoten werden.

Door de risico’s die onze personeelsleden lopen, zijn we verplicht om de omvang van onze projecten en het aantal internationale werknemers (die vooral het slachtoffer zijn van ontvoering) te beperken. Dat betekent dat we soms tevreden moeten zijn met minder controle over onze activiteiten of dat we op medisch vlak compromissen moeten sluiten.
We hebben er dus voor gekozen om onze activiteiten te beperken en voorrang te geven aan medische en voedselgerelateerde noodsituaties, tot onze collega’s in Somalië vrijgelaten worden. Bijgevolg concentreert Artsen Zonder Grenzen zich vandaag op de ondersteuning van ziekenhuizen en chirurgische centra, zodat onze teams zich ook minder moeten verplaatsen.
Bovendien heeft de organisatie gewapende lijfwachten ingehuurd om eventuele aanvals- of ontvoeringspogingen te ontmoedigen, een optie die ook niet zonder risico is. Als er schoten worden gelost, kunnen er immers nog altijd doden vallen.

De onveiligheid is niet het enige knelpunt: de moeilijkheid om betrouwbare partners te vinden waarmee we kunnen samenwerken en onderhandelen over een werkruimte, de fragiliteit en ontreddering van de medische infrastructuren, het lage aantal gekwalificeerd medisch personeel, en het feit dat de wereld maar niet wil vatten hoe groot de medische behoeften wel zijn … stuk voor stuk obstakels voor de hulpverleners.

Hoewel het van essentieel belang is dat de materiële en financiële middelen van de organisatie voor patiënten worden gebruikt, moeten we ons ervan bewust zijn dat de aanwezigheid van humanitaire hulporganisaties een bron van macht kan betekenen voor lokale actoren en dat ontvoeringen, verschillende heffingen en aanslagpogingen schering en inslag zijn.

Ver van de veralgemening en de clichés zijn dat de vragen die de beperkingen van de actie van Artsen Zonder Grenzen in Somalië - die wij aanvaardbaar en nuttig vinden - en de prijs bepalen die we moeten betalen om ze tot een goed einde te brengen. Het gaat er niet zozeer om die beperkingen te betreuren, maar om ze te accepteren en ermee te leren leven.


Michel-Olivier Lacharité, programmaverantwoordelijke bij AZG
Michaël Neuman, directeur onderzoek bij CRASH / Fondation MSF

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.