De grond van de zaak

Het koloniale verleden weegt op vele manieren tot de dag van vandaag door in Congo. Op het grondrecht bijvoorbeeld.

© Ivan Godfroid

De ideeënbus van de overheidsdienst voor grondbeheer

In 1928 richtte de koloniale overheid het Comité National du Kivu op. Dat was een regionale ontwikkelingsmaatschappij, een soort van PPP avant la lettre, die onder meer tot doel had om goede landbouwgronden op te nemen in een fonds, die dan ter beschikking konden worden gesteld van investeerders nadat de nodige infrastructuren waren ingericht voor ontsluiting van de zones. Begrijp daaronder uiteraard, in de geest van die tijd: Belgische investeerders. Ze wilden Belgische boeren aantrekken in het oosten van Belgisch-Congo dat nog te weinig gekend was in die dagen.

De manier waarop die gronden werden verworven van de traditionele chefs is niet steeds duidelijk gedocumenteerd, maar vast staat dat hier zelden vergoedingen tegenover stonden die een uitdrukking waren van de reële economische waarde van die gronden. En dat is nog zacht uitgedrukt. Hoe dan ook, bij de onafhankelijkheid bevonden zich nog steeds talrijke gronden in dat fonds en tot de dag van vandaag worden die nog steeds “blocs CNKi” geheten.

Grondonzekerheid

De boeren van Wamba ontvangen me hartelijk in hun kyaghanda. Dat is een ronde vergaderplaats met open muren en een strooien dak, zoals elk nande dorp er een heeft. Ze worden begeleid door de boerenvakbond SYDIP om de problematiek rond de lokale bloc CNKi op te volgen. De oudsten herinneren zich nog hoe hun grootouders die gronden bewerkten, maar dan heeft het CNKi die ingepalmd zonder er ooit iets mee te doen.  De grondchefs hebben dan na de onafhankelijkheid het beheer ervan weer overgenomen, op informele manier. Maar omdat op elk moment iemand anders kan claims leggen op die gronden, durft niemand erin te investeren. Want cacao of oliepalm zijn langjarige teelten waarvan je zeker moet zijn dat je er zelf de vruchten kan van plukken, anders begin je er niet aan.

Een niet-verkozen kandidaat volksvertegenwoordiger had eerder al beweerd dat hij de grond had gekocht, maar dat bleek een grove leugen te zijn. Daarom werd de hulp van de boerenvakbond ingeroepen. Want de boeren zelf krijgen vanalles op de mouw gespeld, door iedereen, niet in het minst door de overheden zelf.

Nieuw aangebrachte grenspaal van de bloc CNKi van Wamba

Belangenvermenging

Zo kregen ze te horen van het kadaster dat voor de officiële afpaling van het land de helft ervan moet worden afgestaan aan de overheid. Je reinste onzin natuurlijk. Maar toch hebben ze niet kunnen verhinderen dat de ambtenaren zich toch enkele hectaren toe-eigenden als betaling. Uiteraard laat geen enkele wettelijke bepaling dit toe. Maar die grond werd wel al meteen verkocht voor de zelfverrijking van de ambtenaren.

Dat bleek de enige manier te zijn om de afpaling effectief gedaan te krijgen. De bloc CNKi werd opgesplitst in 8 blokken en voor elk blok wordt een collectieve eigendomstitel opgesteld, op naam van de kapita. De 8 kapita samen vormen dan een beheerscomité voor alle gronden van het bloc. Elke boer betaalt dan zijn jaarlijkse grondheffing die via de kapita wordt doorgesluisd naar de staat. Want volgens de grondwet blijft de staat wel degelijk eigenaar van alle gronden en kunnen concessies voor het gebruik van de grond enkel voor 25 jaar worden toegekend.

De hoofdambtenaar voor het grondbeheer, die in Congo conservateur wordt genoemd, vroeg wel nog extra grond voor zichzelf buiten de bloc CNKi als extra betaling, zonder dewelke hij niets wou ondernemen. Zo wordt een ambtenaar die in principe verantwoordelijk is voor correct grondbeheer dus zelf betrokken partij. De boeren hebben het nooit anders gekend. Die man wordt op die manier al snel een grootgrondbezitter. Daar heeft nooit iemand klacht tegen neergelegd. ‘Dat zouden we nooit kunnen halen’, schokschoudert één van de boeren. De rechter zou gewoon enkele hectares van de gronden van de conservateur voor zichzelf vragen en de zaak zou in zijn voordeel worden beslecht, tegen ons, boeren.

“Salaris”

Ik wil toch ook eens de klok van de overheid zelf aanhoren en organiseer een onderhoud met de chef van de grondbrigade van Mangina, Paluku Kibwana. Hij bevestigt me dat als de staat zelf een verkaveling initieert, ze dan in principe 50% van de grond in eigen beheer neemt. In het geval van Wamba hebben ze dan toch aanvaard dat de verdeling 70%-30% zou zijn. Dat wil zeggen dat de ambtenaren, gedurende dezelfde 25 jaar dat de boeren de grond kunnen bewerken, op die 30% het gebruiksrecht hebben. Dat is een courante en door iedereen aanvaarde praktijk die gegroeid is uit noodzaak, volgens Paluku. Want de grondrechten die de boeren betalen moeten naar de hoofdstad Kinshasa worden versast en nooit komt daar iets van terug. De ambtenaren krijgen maandelijks een “salaris” van 90$ uitbetaald. Dus hebben ze zelf beslist zich in grond uit te betalen. En uiteraard moeten de betrokken ambtenaren ook een deel van hun inkomsten afdragen aan hun hiërarchische chef, die uiteraard medeplichtig moet zijn wil het systeem kunnen werken…

Aan het einde van de concessieduur van 25 jaar kan de staat dan weer iets anders beslissen voor die grond. Bijvoorbeeld er een agro-industrieel park van maken. In alle geval: de meest biedende zal het pleit winnen.

Handtekening

Ik vraag hem hoeveel het kost om een eigendomsakte te bekomen voor een stuk grond. Zonder schroom antwoordt hij me dat de geldende wettelijke tarieven 65$ per hectare zijn, maar dat daar in de praktijk 385$ bovenop komt die in de zakken van de ambtenaren verdwijnt. In totaal dus 450$ per hectare, dat is meer dan het gemiddeld binnenlands jaarinkomen per inwoner van Congo. Elke ambtelijke transactie kost geld. Het standaardtarief voor één enkele handtekening is 50$.

Zo wordt het dus al snel duidelijk waarom het voor kleine boeren onmogelijk wordt om grond in eigen bezit te krijgen. Zij kunnen nooit opboksen tegen de beter begoeden die de ambtenaren gewoon naar hun hand zetten met grof geld.

Ingeworteld

‘De hervorming van het grondrecht is voor Kinshasa absoluut geen prioriteit.’

Ik vraag hem nog of hij op de hoogte is van het bestaan van de CONAREF, de nationale commissie voor de hervorming van het grondrecht. Die is verondersteld een nieuwe wetgeving uit te werken. Hij heeft er nog nooit van gehoord. ‘Ach, weet je’, zijn dubbele kin volgt met vertraging de schuddende beweging van zijn hoofd, ‘de hervorming van het grondrecht is voor Kinshasa absoluut geen prioriteit, daar hebben ze niets bij te winnen’.

Verbijsterd over zoveel eerlijkheid, die meteen ook een heldere indicator is voor hoe diep ingeworteld de corruptie zit, dat ze als norm werd aanvaard, doe ik een poging om hogerop te gaan.

Lege doos

Ik ga de verantwoordelijke opzoeken voor alle grondbrigades voor de hele Territoire van Beni. Maar hij is er niet. Ik mag mijn naam en contacten in een register opschrijven en ze zouden me terugbellen zodra de man beschikbaar is. Ik heb er nooit nog iets van gehoord.

In de voorgevel van het overheidsgebouw zie ik een… suggestiebus. Even moet ik aan de verleiding weerstaan om niet een vlammend pamflet te schrijven over de vele wantoestanden en het meteen in de bus te droppen. Maar dan dringt het besef tot me door dat deze wellicht nooit geopend wordt, dat het letterlijk en figuurlijk een façade is, net zoals de herziening van het grondrecht een lege doos blijft. Ik hou het dan maar bij een stiekem vanuit heuphoogte gemikte foto. Ik zou niet willen, voor de vele geüniformeerde wapendragers in dit stadscentrum, de gelegenheid creëren om een onverwachte eindejaarsbonus te kunnen binnenrijven op mijn kosten.

Voltallig afwezig

Intussen werd in Butembo op verzoek van de provinciale minister van grondzaken een onder-commissie van grondzaken opgericht voor het noorden van de provincie, een soort van adviesorgaan waarin overheden en middenveld elkaar ontmoeten. In de referentietermen, waarvoor ik me als vrijwilliger had opgegeven om een ontwerp te schrijven, staan onder meer en zeker niet toevallig als doelstellingen: inventaris, afbakening en beheer van de blocs CNKi, en ook harmonisering, systematisering en tarifering van de procedure voor het verwerven van grond en een eigendomstitel.

Op de startvergadering eind oktober waren alle 6 de betrokken overheidsdiensten voltallig aanwezig. Op de derde vergadering, vorige week, was er niet één meer. Ik geloof niet dat het ontbreken van een zitpenning de enige reden is van hun massale afwezigheid…

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.