Jongeren... voor de verandering!

JOPAC, Jóvenes Para el Cambio, … ze zijn van alle tijden en je vindt ze overal, de jongeren voor de verandering. Het zijn jongeren zonder grote naam en faam, het zijn jongeren van alle slag en soort. Het zijn jongeren die olie willen smeren waar het raderwerk van deze wereldlijke machine piept en kraakt, jongeren die een handje willen toesteken waar onderdelen ontbreken.
Het zijn jongeren die geloven in verandering en die niet zomaar onverschillig willen toekijken hoe deze bol doldraait. Het zijn studenten, werklozen, muzikanten, schrijvers, dansers, jongeren van de straat, acteurs, professionelen, redenaars, poëten, knutselaars, monitoren of simpelweg enthousiastelingen en harde werkers.  Het zijn denkers en doeners, maar ze hebben  een ding gemeen en dat is de hoop op beterschap en de wil om te strijden, om hun stem te laten horen. Ze zijn bereid met hun hoofd tegen muren te botsen en met vuisten op gesloten deuren te blijven slaan tot ze opengaan, stilletjes of met veel lawaai, in de overtuiging dat het beter kan, in de overtuiging dat het anders kan.
Van het kleine afgelegen Oña, in de Ecuatoriaanse Andes, trok JOPAC naar het iets grotere San Jeronimo, aanhangsel van het toeristische Cusco om daarna twee maanden lang in Tarija te huizen, de uitgestrekte hoofdstad van het meest zuidelijke Boliviaanse departement. Ondanks tekenende verschillen - geografische en klimatologische bijzonderheden, economische situatie, politieke toestanden, demografische kenmerken -  kunnen we verschillende rode draden tekenen die op een of andere manier de weg die voor ons ligt mee vorm zullen geven.
Deze rode draden zijn elk op hun beurt tegelijk vraag en antwoord, bedenking en mijmering en kunnen zowel beschouwd worden in het kader van een stedenband als in een ruimer denken over de toekomst van een maatschappij. Eerder dan als grote waarheden, moeten ze gelezen worden als bescheiden reflecties tussendoor.
‘De jeugd van tegenwoordig’, het is een eeuwig vraagstuk, een problematische kapstok waar meningen, beleidsmaatregelen, nieuwe initiatieven, bezorgdheden, frustraties en projecten aan worden opgehangen. Het begrip ‘jongere’ is veelomvattend en moeilijk te vatten. Jongeren bevatten de groep van een bevolking tussen de 15 en 30 jaar. Ze zijn politiek, cultureel, sociaal, economisch even verdeeld als elke maatschappij. Ze vormen de reflectie van de toekomst van een samenleving, ze vormen een maatschappij in beweging.
Ze doen aan sport, spelen muziek, studeren of werken of zijn werkloos, zijn lui, gaan uit, drinken graag een biertje, hebben dromen en ambities, zijn sociaal of politiek actief of onverschillig, lezen boeken, kijken televisie, helpen hun ouders op het veld, hebben communicatieproblemen met hun ouders, hebben soms een kindje om voor te zorgen, willen veel geld en een mooie auto, willen de wereld zien, zijn verliefd, schrijven, ontmoeten elkaar in het park of op straat, dragen de juiste kleren of net niet, proberen wel eens uit, leven en beleven, … .
Net als elk schepsel van deze menselijke soort … met dat ene verschil: ze zijn jong. ‘Ze zijn nog jong’, ‘ze hebben nog geen idee’, hun meningen en visies zijn misschien nog niet zo gevormd, ze zijn misschien wat meer op zoek nog, ze hebben misschien nog geen vaste job en nog geen huis en nog geen kind en vaste partner, ze zijn voortdurend in beweging, ze zijn motoren voor maatschappelijke verandering, ze hebben en zijn nog geen ‘zekerheid’ … Zit daarin de bedreiging? Het problematische karakter?  Het gevaar voor een inbreuk op de stabiliteit van een maatschappelijk gestel?
Hoe groter de stad en dus de concentratie ‘jeugd’, hoe duidelijker deze ingebakken angst voor ‘de jeugd van tegenwoordig’. In geen enkele Tarijeaanse krant  - met uitzondering dan van Barrio, een wijkkrant die door jongeren wordt gedragen - zijn positieve woorden over jongeren te lezen. Alcohol, druggebruik, delinquentie zijn  de meest voor de hand liggende krantenkoppen als het jongeren betreft. Het zijn jongeren die een stad onveilig maken, ze hangen op straat, ze bezetten alle bankjes in het park, ze maken veel lawaai. Het is een herkenbaar en internationaal gegeven, de hangjongeren, de bendes die de buurt onveilig maken. ‘De jonge gasten’ hebben het weer gedaan. Het is een gevaarlijke visie die resulteert in repressieve maatregelen die veelal niet bepaald een positieve uitwerking kennen.
Jongeren die op straat ‘hangen’, ‘hangen’ overigens even veel als volwassen in de zetel of aan de toog. Ze praten evenzogoed over de ‘dingen des levens’, over relaties, over politiek, over het weer, over het werk, over familie, … . Ze bezetten de straat niet, ze doen de straat leven, ze geven de stad kleur, een identiteit. De Plaza Sucre in Tarija toont hoe verschillende jongerenculturen een eigen plaats veroveren; Elke hoek van dit centrale park wordt ingepalmd door een specifieke groep jongeren. In een hoek vind je de elitejeugd die hun brommers en auto’s demonstreren, in een andere hoek ontmoet je de hippies, muzikanten en poëten.
Sommige parken, pleinen, straten, verlaten panden of terreinen zijn de broeiplaats van een bijzondere creativiteit. Er wordt muziek gemaakt, er wordt ‘gebreakdanced’, er worden projecten geboren, er worden toekomstplannen gesmeed, er wordt poëzie geschreven, er worden nieuwe spelletjes en sporten uitgevonden. Deze ontmoetingsplaatsen vormen een rijk stukje cultuur dat maar zelden als zodanig wordt erkend. Integendeel, het wordt afgedaan als ‘nietsdoen’, als ‘leegloperij’.
Wat met het positieve deel van de ‘waarheid’ over de jeugd? Wat met initiatieven in Tarija als ECAM, de jonge vrouwelijke wijkreporters? Of Amigos sin Fronteras, de 2 jongeren die 9 leeftijdsgenoten opleiden als monitor om speelpleinwerking te geven in verschillende wijken in de stad? Wat met de ‘Trabajadores sociales’, een bende van een vijftigtal jongeren die actief zijn als sociaal werkers? Wat met Amen Cristo, de jongerengroep in San Jeronimo, die staat voor ‘een goede daad in eigen straat’? Wat met de ‘Corazon Amigos Sin Limites’ in Oña, die de Andescultuur willen heropwaarderen met dans en muziek? Wat met de duizenden andere jongeren met duizenden verborgen talenten? Waar krijgen ze een opening om hun talenten tentoon te spreiden en verder te ontwikkelen? Waar blijft de stimulans? Wanneer wordt de schoonheid van jong talent erkend en naar waarde geschat?
Terwijl in België wel wettelijke kanalen zijn waar jongeren hun stem kunnen laten horen, terwijl jongeren in België de kans hebben ook een positief verhaal te schrijven en projecten en initiatieven voor te stellen, staat de jeugd in Oña, San Jeronimo en Tarija veelal voor gesloten deuren.  Een wettelijke steun om hun rechten te verdedigen is er niet, een directe link met het bestuur, een vertegenwoordigend orgaan zoals onze jeugdraad, is tot nog toe zo goed als onbestaande. Kinderen en adolescenten daarentegen vormen nogal dikwijls het verdienstelijke uitgangsbordje van een of andere schepen of functionaris. In San Jeronimo schittert het instituut DEMUNA als touwtrekker van een kinder- en adolescentenraad. In Tarija hebben een schepen en enkele ambtenaren zich voor de kar van de ‘kindergemeenteraad’ gespannen.
Maar welk orgaan verdedigt de rechten van jongeren? In Oña is in samenwerking met enkele gemeentelijke functionarissen de Consejo Juvenil geboren, die nu in mooie kinderschoentjes haar eerste stapjes zet. Een plaatselijke NGO houdt een handje vast en stimuleert het participatieproces op gemeentelijk niveau. In San Jeronimo blijft de ‘politieke participatie’ van jongeren beperkt tot ‘het mee helpen organiseren van feesten’. Het blijkt uiterst moeilijk voor de jongeren om zich een weg te banen door een hardnekkige bureaucratie. In Tarija zijn al enkele pogingen ondernomen om een forum op te richten om jongeren toegang te verlenen tot het beleid. Tot nog toe hebben politieke conflicten en verdeeldheid, het ontbreken van een wet als basis en het uitblijven van een degelijk voorstel dit proces vertraagd.
Maar de laatste weken zit dit proces in een stroomversnelling. De ‘Defensoria del Pueblo’, letterlijk het orgaan dat het volk verdedigt, heeft verschillende jongerengroepen samengeroepen, er wordt met de burgemeester gepraat om een opening te creëren, op nationaal niveau strijden verschillende bewegingen voor de goedkeuring van een wet als basis voor de oprichting van een jeugdraad en er zijn  - hoe kan het ook anders - ook enkele NGO’s op de jeugdkar gesprongen. Een gebrek aan coördinatie van deze veelheid aan initiatieven verhindert voorlopig een echt constructieve onderneming. Maar er is een hoopvolle dynamiek die enkel kan worden toegejuicht.
Resten vanzelfsprekend nog enkele hinderpalen en regionale karakteristieken die een werkelijke participatie en een echt constructief jeugdbeleid in de weg staan. Ten eerste is representativiteit een heikel thema. Jongeren van de verder gelegen landelijke gemeenschappen, die er alle belang bij hebben hun stem te laten horen en die maar al te graag initiatief zouden nemen, vinden veelal de tijd niet of worden tegengehouden door gebrekkig transport, economische moeilijkheden of een diep ingebakken discriminatie. In Tarija bijvoorbeeld worden jongeren uit de verst gelegen gemeenschappen simpelweg vergeten wegens ‘te ver’.
In San Jeronimo zijn de jongeren die gehoord worden door de gemeente een voor een universitairen die in het centrum wonen. Jongeren van de landelijke gemeenschappen worden hier af en toe zelfs als ‘gevaar’ gezien als ze naar het centrum afzakken op zoek naar werk. ‘Ze zijn niet voorbereid op het stadsleven en keren terug als criminelen’ of ‘Wat die mensen nodig hebben zijn basisbehoeften als water en elektriciteit, want al die jongeren komen hier studeren en we moeten die migratie vermijden’. Wie geeft die jongeren ongelijk een toekomst te zoeken waar er meer kansen zijn dan op het veld?
Opvallend is bovendien de enorme waarde die wordt gehecht aan ‘professionelen’. ‘Ah, jullie zijn professionele jongeren? Psycholoog? Politicoloog? Historicus? Ooooh!’ Iedereen wil aan de universiteit gaan studeren. Net als in België wordt het technische onderwijs als minderwaardig afgedaan, hoewel er zeer veel nood is aan technische specialisten en hoewel vele universitair geschoolden geen job kunnen bemachtigen en noodgedwongen als taxichauffeur werkzaam zijn.
Tenslotte staan enkele visies van de beleidmakers dikwijls een constructief jeugdbeleid in de weg. Infrastructuur is het stokpaardje van vele politici. Als antwoord op de vraag welke initiatieven er op gemeentelijk niveau genomen worden voor de jeugd, volgt dikwijls een opsomming van het aantal stadia, voetbalveldjes of klaslokalen. In San Jeronimo bijvoorbeeld wordt momenteel een fantastisch theater gebouwd ‘voor de jongeren’, maar een verantwoordelijke schepen of ambtenaar die als aanspreekpunt van de jeugd kan fungeren, is er nog steeds niet. Een rode draad doorheen interviews en enquêtes met jongeren is het lage onderwijsniveau. Als oplossing volgt de investering in de bouw van een nieuw klaslokaal. Capaciteitsopbouw wordt nogal dikwijls over het hoofd gezien. Zeker in de meer landelijke gebieden ontbreekt het aan voldoende en  goed opgeleide leerkrachten en aan degelijk lesmateriaal.
En toch … Gezien sport een van de belangrijkste vrijetijdsbestedingen van de jongeren blijkt te zijn, kan het grote aantal ‘canchas’, voetbalveldjes of multifunctionele pleintjes enkel worden aangemoedigd. Dikwijls zijn deze sportveldjes de enige mogelijke ontmoetingsplaatsen voor jongeren, vooral weer in de gemeenschappen. Terwijl de sportveldjes en speelpleintjes in België dikwijls daadwerkelijk worden ‘geterroriseerd’ en ‘gevandaliseerd’ en ten prooi vallen aan brommers en achtergelaten sigaretten, lege blikjes of flesjes, staan ze hier centraal in het leven van de meerderheid van de jongeren.  Kinderen en jongeren van alle leeftijden komen er voetballen, volleyballen, tennissen of gewoon ‘hangen’. Deze plaatsen zijn niet het terrein van een of andere groep, iedereen is welkom en iedereen wordt uitgenodigd om mee te sporten en te spelen, hoe goed of slecht je ook bent.
Ook wij schoppen af en toe een balletje mee en hangen graag eens rond … We horen verhalen, frustraties, moppen, gedichten en dromen.
Misschien kan er voor de verandering wat meer geluisterd worden naar al deze jongeren voor de verandering …

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.