Honduras vs. Nicaragua: 3-1
Ze zeggen dat je iets pas mist als het er niet meer is. Dat je de aanwezigheid van iemand pas opmerkt als deze plots afwezig is. En inderdaad. De vertrouwde uniformen die ik automatisch associeer met het straatbeeld. Ze zijn er niet. De straathoeken, daar zouden ze toch moeten zijn. Ik graaf in mijn herinneringen, leg mijn wandelingen door Managua terug af. Niets. Geen enkele. Ze zijn er niet. De militairen.
‘Honduras of Nicaragua?’ vraagt hij. Breed grijnzend kijkt hij in de achteruitkijkspiegel. We zitten in de auto. Ik kijk naar buiten. Ik weet het niet. Ik zie hoe de straten militairarm zijn. Hoe tal van motors tussen de auto’s glippen. ‘Kijk, Fien,’ zegt ze, ‘die houdt gewoon zijn gsm vast. Que tranquilla!’ Ondenkbaar in haar land, haar Honduras. Ook al weet ik dat ze nooit haar land zou verloochenen, ze zou resoluut ‘Nicaragua’ antwoorden.
Het land onder de Driehoek
Het is hier inderdaad opmerkelijk rustiger. Geen militairen in het straatbeeld. Geen angstige blikken. Geen constant onveiligheidsgevoel. Ik kan hier rustig de bus nemen – er is zelfs een handige app, van een degelijke organisatie gesproken – in Honduras was de bus gewoon geen optie.
De geschiedenis houdt het volk nog steeds in zijn greep.
En toch. Ik ben hier niet lang genoeg om het land te kennen. Om een oordeel te vellen of een keuze te maken. Al is dat iets wat ik nooit wil doen. Elk land zijn gebreken. Zijn goede en minder goede kanten.
Het is hier frappant anders, in Nicaragua tegenover de Noordelijke Driehoek van El Salvador, Guatemala en Honduras. Het is een van de armste landen ter wereld, maar steekt qua veiligheid wel met kop en schouders boven haar noorderburen uit.
Toch leven nog een paar miljoen Nicaraguanen in het buitenland. De oorlog met de Contra’s is nog lang niet verteerd. De geschiedenis houdt haar volk nog steeds in zijn greep. Een verraderlijk fenomeen dat een machtig retorisch instrument kan zijn voor de machthebbers.
Verademing
Ik wandel met haar door een wijk in Managua. ‘Kijk, de mensen zitten voor hun huizen, de deuren staan open.’ Er is geen argwaan. Niet in deze wijk op z’n minst. Er zijn ook wijken waar het leven er wellicht anders aan toegaat. Het is een verademing voor haar. Ondenkbaar in Honduras. Ik merk hoe ze opleeft bij dit veilige gevoel. ‘Mensen kunnen hier uitgaan, feesten, samen zitten en zonder angst leven.’
‘Kijk dan naar mijn land,’ zegt ze. ‘Het raakt me. Wij hebben misdaad, criminaliteit.’ Dagelijks onze portie moorden, geef ons miserie, ons dagelijks brood. ‘De narco’s zijn hier ook, maar geen marero’s. Diezelfde marero’s die een hand boven het hoofd worden gehouden door de overheid. De corruptie. Stel je voor,’ gaat ze haar vurig betoog verder. ‘Honduras heeft een krachtige elektriciteitscentrale. Zo krachtig dat ze het hele land van stroom kan voorzien. Wat ze ook deed. Maar vandaag moeten we zelfs stroom kopen vanhet buitenland. Zelfs dan zijn er wijken waar op puur willekeur het licht plots kan doven.’ Ze rolt met haar ogen. Kijkt me vragend aan en lacht dan. ‘Ja, ik ben hier graag,’ zegt ze ontspannen en zorgelozer dan vroeger.
‘Honduras of Nicaragua, dus?’ Hij kijkt me nog steeds vragend aan. De twee Nica’s – zoals de Nicaraguanen zich hier noemen – grijnzen en stoten elkaar aan. Ik wissel een blik met haar. We barsten in lachen uit. Ik maak geen keuze. Vandaag niet en morgen niet. Irrelevant. Alhoewel we vanavond misschien wel partij moeten kiezen. Het is voetbal, Nicaragua tegen Honduras. Of omgekeerd. Dat de beste moge winnen! Ojala!
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Analyse
-
Nieuws
-
Nieuws