Afscheid van Oost-Congo

Ook al wist ik al geruime tijd dat mijn opdracht in Butembo zou eindigen, toch voelt de dag zelf aan als een abrupt afscheid, en met een zwaar hart begeef ik me richting Kinshasa voor de laatste loodjes.

De goedkoopste reisweg blijkt erin te bestaan om in de late namiddag met de wagen naar Beni te rijden om daar dan de ochtend erop het vliegtuig te nemen van de maatschappij CAA, die me mits drie tussenlandingen en één keer overstappen in een lange dagreis tot in de hoofdstad zou brengen. Je vliegt sneller van Brussel naar Kinshasa dan van Beni.

Amper is onze wagen op de hoofdweg of daar zie ik een ploeg arbeiders van de provinciegouverneur aan het werk om putten op te vullen. Ze dragen een felblauwe overall met de naam van de gouverneur Julien Paluku in grote letters op de rug. Hij heeft mannen ingehuurd van zijn eigen geboortedorp tot ergernis van de vele werkloze Bubolezen. De weg zelf wordt al een jaar lang voorbereid voor asfaltering door het chinees bedrijf Sinhydro, maar sinds de verkiezingen wordt er niet meer verder gewerkt. Wraak van Kabila omdat hij maar derde werd in de presidentsverkiezingen in Butembo? Of is iemand met het resterende budget gaan lopen? We zullen het nooit weten, maar feit is dat het opnieuw jaren kan duren vooraleer het eerste asfalt het stadsbeeld zal veranderen.

We rijden over een strook van amper twintig meter waar al een grintlaag werd aangebracht, ter gelegenheid van het bezoek van de president tijdens zijn kiescampagne in november vorig jaar. Meer dan dat wordt het dus niet. Even verderop rechts ligt het kamp van de Chinezen er verlaten bij. Bij het buitenrijden van de stad links ligt links een gigantische grinthoop, bedoeld als onderlaag voor het asfalt. Die zal wellicht jarenlang ongebruikt blijven liggen, of beetje bij beetje worden weggeknabbeld door mensen voor gebruik in hun privéwoning.

De wegversperring van de péage van de FONER houdt ons even op. Van al het geld dat alle burgers hier hebben betaald sinds de creatie van dat nationaal fonds voor het onderhoud van de wegen is nog geen cent geïnvesteerd in die wegen. De weg ligt er dan ook erbarmelijk bij. Een overbeladen vrachtwagen met een huizenhoge vracht onder een dekzeil waagt zich stapvoets over het reliëf van het wegdek. Af en toe komt een wiel links- of rechtsachter even van de grond alsof hij elk moment kan omvallen. We maken dat we hem voorbijsteken vooraleer dat ook effectief gebeurt.

Op de radio speelt een lokale hit. Rauwe mannenstemmen zingen “wanashukuru kishaenda”, een moraliserend lied dat stelt dat je pas erkenning krijgt voor je daden als je er niet meer bent. Ik voel me niet aangesproken. De afscheidsredes van mijn collega’s getuigden van veel wederzijds respect en waardering, nog vóór ik hen verliet. Als afscheidspresentje kreeg ik een zijden das met het motief van de Congolese vlag erop. Ik heb me ooit één keer laten ontvallen dat ik op zoek was naar dat hebbeding, en was het meteen daarna vergeten. Zij niet dus.

In Maboya passeren we een vreemd monument: een nochtans nog vrij nieuwe vrachtwagen staat daar in het dorpscentrum aan de kant van de weg, met gras dat hoog opschiet tussen de wielen, alsof het wil proberen om het hele voertuig te overgroeien. Meer dan een half jaar geleden is daar een vrachtwagenchauffeur gestopt, op zijn laatste tussenhalte vooraleer zijn thuisstad Butembo te bereiken. Hij wou nog eens een keer flink van bil gaan vooraleer zich te verzoenen met de sleur van zijn kroostrijk gezin, en vond een vrouw bereid tot die dienst voor de ronde som van 20$. Omdat hij zo hevig tekeer was gegaan eiste ze na de daad echter een betaling van 100$. Maar dat zou betekenen dat hij vrouw en koters in de ogen zou moeten kijken zonder nog een cent op zak. Neen, dat was geen optie, dan koos hij nog liever het hazenpad.

De woeste vrouw slingerde hem een vloek achterna, “dat zijn vrachtwagen nooit ofte nimmer nog zou rijden”, maar hij luisterde niet, sprong achter het stuur, draaide de contactsleutel om en wilde wegrijden. Maar vijf meter verder viel het tuig stil. Geen beweging meer in te krijgen.

De eigenaar van de vrachtwagen heeft er de dag nadien een ploeg techniekers op afgestuurd. De hele dag hebben ze gezocht naar het probleem, zonder succes. De vrachtwagen zal daar tot het einde der tijden staan getuigen van de wraak van de mysterieuze vrouw, die sedertdien door niemand nog gezien of gehoord werd.

Het salon Fleur de Lyss en het salon Obama kondigen het begin van de stad Beni aan, en na een nacht woelen in bed met om de oren gretige muggen en luide zaterdagavondmuziek breekt de dag van mijn afscheid van Noord-Kivu definitief aan.

Langs de weg lopen honderden jongeren te joggen, nu het nog fris is in dit vroege uur. Velen dragen een of twee stukken suikerriet als energieverstrekker. Red Bull is voor de meesten onder hen onbetaalbaar.

Op de luchthaven zijn de ambtenaren nog niet op post. De deuren van het houten gebouw zijn nog dicht, ook al zou het vliegtuig anderhalf uur later al opstijgen.

Een ex-député staat luidkeels zijn gal te spuwen in het kiswahili: de woorden westerlingen en kolonialen doen zijn mond in een grimas van misprijzen vertrekken telkens als hij ze uitspreekt.

“Vroeger zat er in onze rivier de Semliki veel vis, maar de westerlingen hebben er krokodilleneieren uitgezet, en nu vinden we er geen vis meer”.

Wat een onzin, denk ik, als ik hem aanhoor.

“Kabila wordt volledig gestuurd door de westerlingen” raast hij maar door, van de hak op de tak springend. “Als volksvertegenwoordiger sta je daar volledig machteloos tegen, een député kan gewoon niets doen”. Geen wonder dat die niet meer herverkozen werd.

“Bedoelt u dat de onveiligheid hier bij ons ook door westerlingen wordt gecreëerd”, probeert iemand voorzichtig. “Of dat de omstandigheden waarin wij moeten leven zonder soldij niet zouden veranderd kunnen worden?”, valt een soldaat in.

De antwoorden van het heerschap waren té ontwijkend om ze hier weer te geven. “Als ik die ooit ’s nachts op straat mocht tegenkomen, mag je er zeker van zijn dat ik hem van kop tot teen pluim”, vertrouwde de soldaat later aan onze chauffeur toe.

Masumbuko, die mee was gekomen om me uitgeleide te doen, stelt voor om een jongeman, die hij ziet een foto nemen van zijn familie, te vragen ook van ons een afscheidsfoto te nemen. “Weet je wel wat je riskeert?”, vraag ik hem, “op de luchthaven een foto nemen, ben je gek?”. “Als hij dat mag, waarom wij dan niet?”, riposteert hij. “OK dan”, denk ik, “laat dit voor hem een lesje wezen”.

De foto is nog maar amper genomen, of een kerel in wit joggingpak dient zich aan. “Goeiemorgen heren, ik ben van de ANR (nationale inlichtingendienst), ik moet u even spreken. “Aangenaam”, zeg ik, terwijl ik het voorvoegsel “niet” verbijt. Ik weet precies wat zal volgen, en besluit Masumbuko het woord te laten voeren. Per slot van rekening moet hij zijn land maar leren begrijpen. De voorspelbare tirade over het verbod op foto’s op strategische plaatsen (de militairen leven er in gaten in de grond onder gescheurd dekzeil naast de luchthaven), de wetgeving die iedereen verondersteld is te kennen, en de bereidheid om een uitzondering toe te kennen, hadden we maar eerst de toelating gevraagd, mondt uiteindelijk uit in de verandering van eigenaar van een briefje van 5$. De dreigementen over aanhouding en voorleiding dienen dus niet te worden uitgevoerd…

Zowel op de dienst van de Directie-Generaal Migratie als van de hygiëne (verificatie van gele koortsinenting) word ik vriendelijk maar met aandrang verzocht om een duit in het zakje te doen. Principieel als altijd weiger ik dat resoluut. Je maakt je daar natuurlijk geen vrienden mee, maar op die manier hoeft het niet voor mij.

Aan de Go-Pass ontsnap ik echter niet. Voor een binnenlandse vlucht betaalt elke passagier 10$ en voor een buitenlandse vlucht is dat 50$. “Heffing voor de ontwikkeling van de luchthaven faciliteiten” is de officiële naam van de belasting. “Ik weet echt niet waarom ik die Go-Pass nu betaal”, moppert de reiziger voor mij, “kijk eens om je heen, wat houten plakken op latten genageld, dat is onze luchthaven. Zelfs geen stoel om op te zitten voor de wachtende passagiers. Ze behandelen ons hier als vee. En wie steekt al dat geld op zak?”. Ik beantwoord zijn kreet met een meewarige, begrijpende blik”. Later op het vliegtuig zou ik vernemen dat hijzelf voor de RVA werkt (de regie van de luchtwegen). Die man heeft een beroepseer die hij niet kan laten gelden wegens zijn corrupte bazen.

“Hadden ze al die miljoenen maar gebruikt om luchthavens als Kavumu veilig te maken, Katumba Mwanke (persoonlijke raadgever van Kabila die een week geleden omkwam bij Bukavu in een vliegtuigcrash bij de landing) zou nog leven” zegt hij nog. “Uiteindelijk was hij een slechte raadgever. Hij had Kabila moeten de raad geven het geld van de Go-Pass wel in de verbetering van de luchthavens te investeren. Hij is zelf mee verantwoordelijk voor zijn eigen dood!”.

De Fokker 50 landt uiteindelijk met drie kwartier vertraging. Ik word aangepord me snel naar het vliegtuig te begeven, en neem gauw afscheid. Bij elke stap die ik zet klit de Kivu-klei nog dikker aan mijn zolen, na de malse regen van de voorbije nacht. Nergens anders ter wereld moeten passagiers eerst door de modder ploegen vooraleer het vliegtuig te nemen.

Als ik het toestel nader zie ik twee Congolezen foto’s nemen van het vliegtuig, voor het oog van de witte trainingdrager. Ik steven op hem af: “wel, moet je nu niet ingrijpen?”, vraag ik hem op de man af. “Welnee” zegt hij verbolgen, “zij hebben eerst mijn toestemming gevraagd”. Alsof iemand zou kunnen vermoeden dat achter die ogenschijnlijke jogger zonder identificatieteken een ANR-mannetje zou kunnen schuilgaan waar je even een toestemming voor een foto gaat aan vragen.

Ik kijk hem recht in de ogen en sis: “vous n’êtes qu’un rapace, monsieur, vous faites partie du problème, non pas de la solution”, en stap met verzwaarde modderschoenen en bezwaard hart het vliegtuig in. Woede maakt het afscheid draaglijker dan verdriet.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.