Antropoceen in Dakar

Nu onze planeet zich officieel in het antropoceen bevindt, hebben we ook het eerste geologische tijdvak waarvan de sedimenten niet herkend worden door gidsfossielen maar wel door resten plastic.

De laatste maanden is er veel om te doen geweest: albatroskuikens in de Midway atol in de Stille Oceaan sterven omdat hun maag gevuld geraakt met plastic. De aangrijpende film van Chris Jordan blijft op je netvlies gebrand als je hem eenmaal hebt gezien. De plastic soup in de Stille Oceaan neemt intussen onmetelijke afmetingen aan. Sommige soorten trekken er profijt uit, maar de schade aan het ecosysteem wordt stilaan onoverzichtelijk.

Ik geef toe: als ik in Vlaanderen ga wandelen op een kleine binnenweg van een agrarische gemeente als bijvoorbeeld Bever in de uithoek van het Pajottenland, kom ik ook het ene blik na het andere tegen dat door achteloze Vlamingen werd uit de wagen gegooid. Enige reden tot een vermanend vingertje hebben we dus zeker niet. Maar een mens reageert op de omgeving waarin hij vertoeft, en wat ik hier in Senegal zie, stemt me droevig.

Elke dorp of stadje dat je nadert kondigt zijn bestaan alvast aan met een afzichtelijk veld waarop plastic zakjes in alle formaten het landschap bezoedelen. De Senegalees heeft nog geen enkele vorm van gevoeligheid ontwikkeld wat het afvalprobleem betreft. Dakar kijkt al jaren aan tegen een gigantisch afvalprobleem, dat zich op haast alle straathoeken laat zien en ruiken. Maar de mensen blijven onachtzaam de resten van wat ze consumeerden weggooien waar ze staan, of ze nu voor een NGO werken of niet. De reflex is er gewoon nog niet.

“Laat maar, jongeman”, zei ik in het warenhuis aan de kerel die aan de kassa mijn pas aangeschafte proviand voor de week in plastic zakken propte. “Ik heb een rugzak mee, ik hoef geen plastic, er is al veel te veel plastic in de wereld.”

“Dat is waar, meneer”, antwoordde hij knikkend. En dan, na kort nagedacht te hebben: “ zal ik anders twee zakken ineen steken, dat is dan veel steviger?”. De geringste aankoop die je doet wordt hier nog steeds in een plastic zakje gestoken.

En dat merk je aan alles: er gaat geen moment voorbij dat je niet aan de alomtegenwoordigheid van plastic wordt herinnerd. Een grote boosdoener daarbij is de warmte. Warmte geeft dorst, en dorst doet drinken. Dus heeft de drankindustrie, naast de PET-flessen waar je overal over struikelt, ook bedacht om water in plastic zakjes te verkopen voor een habbekrats. Resultaat: die zakjes slingeren rond in het hele land. Dagelijks word ik opgeschrikt door kleine knalletjes. Dat heb je als je een tijdje in een onveilige zone hebt geleefd, je blijft altijd beducht op geweerschoten. Maar hier zijn die knalletjes afkomstig van die waterzakjes die leeg op straat worden gegooid, en als er dan een auto over rijdt op zo een manier dat de opening die de drinker erin maakte wordt dichtgedrukt door het autowiel, dan knalt het zakje als een licht wapen.

Vandaag ben ik de zoo van Dakar gaan bezoeken. Dit is nu wel een plaats waar duidelijke boodschappen de bezoekers oproepen tot verandering. “De zoo is geen vuilnisbak” is al meteen een welkomstbericht. “Grrrrr… die afval werkt op mijn zenuwen”, lees je op een bord naast de jakhalzen. Maar of het allemaal veel uithaalt?  De chimpansee kreeg een PET-fles toegestopt van een bezoeker. De krokodil zont tussen het afval. Ook hier afval alom.

Het wordt nog veel erger als ik me nadien even begeef naar het strand aan de Oostelijke kust van het schiereiland Dakar. Omdat het daar gaat om een wijde baai die afgeschermd is van de Atlantische Oceaan is er weinig golfslag, en blijft het vuil er zich opstapelen. “Dakar, proper strand”, staat te lezen op een groot bord dat regelmatig opduikt op het strand. Het pictogram toont een persoon die afval in een vuilnisbak gooit. Aan de voet van het bord ligt een grote stapel afval. In de wijde omtrek is nergens een vuilnisbak te bespeuren. Een van de sponsors is Kirène, een verkoper van water in PET-flessen. Hun logo staat er te groot op om geen sluikreclame te zijn.

De enige plaats waar ik afval heb zien ruimen is op het eiland Gorée, de beruchte vertrekplaats voor de slaven richting Nieuwe Wereld. Omdat het eiland intussen werelderfgoed is geworden moeten er wel extra inspanningen worden gedaan. De afvalophaling met een ezelskar heeft zelf nog iets charmants. Dat is nog een echte vuilkar.

Rechtover ons kantoor in Dakar heeft iemand een perceel afgebakend met bouwstenen, wellicht in afwachting van de oprichting van een woning. Nu gebruikt hij het terrein in elk geval voor zijn geiten. Een wonderlijk idee, een geitenhoeder in de hoofdstad, waar geen grasland te bespeuren valt.  Hoe hij zijn dieren voedt? Elke namiddag trekt hij met paard en kar de omgevende wijken rond om de vuilnisbakken leeg te maken, en elke dag strooit hij zijn oogst uit op het terrein waar de geiten rondlopen. Groentenafval en papier worden verorberd (in de pens van geiten leven bacteriën die helpen in de afbraak van cellulose). En het overblijvende plastic wordt regelmatig verbrand, wat dan weer mijn longen erg op de proef stelt.

Uit welke hoek zal de déclic van verandering komen?

Voorlopig blijft het stadbestuur een roepende in de woestijn. Niet echt verwonderlijk als je als overheid zelf geen daden bij het woord voegt. Kunstenaars doen een eerlijke poging. In Dak’Art 2012 heeft de Nigeriaanse Chika Modum een installatie opgesteld waarin zwarte plastic zakjes in elkaar geweven zijn tot reuzenvlechten. Maar het is niet duidelijk of daar ook een boodschap over afvalbeheer achter zit. Aan de oevers van een pelikanenvijver in het park van Hann, waar ook de zoo van Dakar ligt, zag ik een menselijke figuur liggen, helemaal gemaakt uit afval. Leuk, dat wel, maar niet echt sensibiliserend.

In de marge van de biënnale Dak’Art 2012 werd een hele reeks burgerinitiatieven georganiseerd die ook konden rekenen op steun van het officiële gebeuren om bekendheid te verkrijgen. Het meest in het oog springende initiatief was ongetwijfeld “SET SEETU” wat betekent “netheid, een spiegel”. Allerlei vormen van kunstuitingen in de straten werden voorafgegaan door een grootscheepse opkuisactie om eerst alle afval te verzamelen en te verwijderen in enkele wijken. Ze kregen daarbij de volle steun van de nieuwe minister voor leefmilieu Haïdar El Ali, die ook voorzitter is van de federatie van de groenen van West-Afrika. Toen ik vanochtend het park van Hann binnenstapte werd ik uitbundig begroet door de parkwachters. “U lijkt zo hard op onze nieuwe minister”, grapten ze. Toegegeven: hij lijkt, gezien zijn Libanese afkomst, meer op mij dan op hen, maar daar stopt het dan ook. “Neen hoor”, deed ik gemaakt verongelijkt, “hij is ouder dan ik”.

Set Seetu heeft voor de gelegenheid ook een lied gemaakt dat in het Woloff, Frans en Engels oproept tot gedragsverandering. “Kunstenaars, actoren van verandering”, leest hun affiche. Ik heb er altijd in geloofd dat kunst de wereld kan veranderen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2797   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2797  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.