Congo: hoop doet (over)leven

Gisteren werd in de congreszaal van het huis der Parlementsleden in Brussel een nieuw boek voorgesteld met een analyse van de recente evolutie in de DRC. Vredeseilanden gaat een stap verder en vroeg naar de lange termijn visie van de Congolees zelf.

Voorzitter Herman De Croo van de vzw E-CA (Expertise for Central-Africa) leidde op vrijdag 8 juni 2012 de publieksvoorstelling van het boek Conjonctures congolaises, kronieken en analyses van de DRC in 2011. Twee panelgesprekken met eminente Congo-kenners werden afgewerkt. Welke toekomst voor het land na de verkiezingen?, was de prangende vraag van de eerste ronde. De tweede ronde spitste zich toe op “Rijkdom en armoede in Congo”.

Prof. Paule Bouvier gaf een overzicht van het regeringsprogramma van eerste minister Matata Ponyo, zoals het door hemzelf eerder werd voorgesteld in zes punten. Een bijzonder ambitieus programma, met de juiste prioriteiten, dat echter vrij theoretisch blijft, vooral omdat nergens wordt verduidelijkt waar de financiële middelen zullen vandaan komen om het uit te voeren. Er bestaat dan ook de vrees dat het bij een catalogus van intenties zal blijven. Ze trekt bovendien de aandacht op twee punten: er zou sprake zijn van hergroepering van de bevolking in dorpen, eerst op vrijwillige basis, nadien onder dwang. De resultaten van die aanpak in andere landen zijn nergens positief te noemen. Waar zal dit toe leiden in Congo? Het tweede punt is een verplichte gemeenschapsdienst voor jongeren ouder dan 18 jaar, in de hoop hun patriottisch bewustzijn aan te scherpen. 

Gauthier de Villers maakte een analyse van wat hij omschreef als “de metastase van haarden van onveiligheid” in het Oosten van het land. Hij benadrukte dat de mineralenroof niet de aanleiding voor de onrust is, maar wel toelaat om de middelen te genereren om de strijd te bestendigen. De basisoorzaak is en blijft politiek, geënt op de etnische factor. De enige duurzame oplossing zal dus ook politiek moeten zijn. Vermits Rwanda misbruik maakt van de instabiliteit van het buurland om zijn belangen veilig te stellen, zal een duurzame vrede noodgedwongen ook moeten geschraagd worden door een politiek compromis tussen Kigali en Kinshasa.

Het begin van het einde is een nieuw begin

In de tweede gespreksronde drukte Prof. Stefaan Marysse zich voorzichtig uit: volgens de macro-economische parameters is Congo aan het einde van de decennialange implosie van de staat gekomen, het begin van een minimale staat. Maar de weg zal nog lang zijn.

Haast ongemerkt heeft de mijnsector een hoge vlucht genomen. In 2011 werd meer dan 500.000 ton koper geproduceerd: een absoluut historisch record voor Congo! En de vooropgestelde doelstellingen mikken zelfs op het dubbele over enkele jaren. Maar de grondstoffensector is vooral kapitaalsintensief, en genereert dus relatief weinig jobs. Wie profiteert dan van de boom in de mijnsector?, klonk zijn retorische vraag.

Claudine Tshimanga antwoordde alvast wie niet: de bevolking. Op scholing na zijn zowat alle indicatoren voor het welzijn van de mensen er de laatste jaren weer op achteruit gegaan. De bevolking leeft niet, ze overleeft. De schuldverlichting heeft voor de gewone man en vrouw geen enkel positief gevolg meegebracht.

François Misser vergeleek de situatie met het buurland Angola. Het heeft een BNP dat 6 keer hoger ligt dan dat van Congo, met een bevolking die slechts een kwart zo groot is. Het nationaal budget is 7 maal hoger dan in Congo, en tweemaal zo groot als het BNP van Congo. En de twee landen delen 2000 km poreuze grenzen. Het belang van Angola in de regionale setting wordt zwaar onderschat. Met Congo zijn er twee twistpunten: de offshore boorputten van petroleum, en de diamanten in de grensstreek.

Thierry De Putter tenslotte benadrukte dat het idee van het “geologisch schandaal” van Congo een mythe is. Het mineralenpotentieel van Congo is onvoldoende gekend, behalve voor koper en kobalt en is beslist niet oneindig. Geen toeval dat de Wereldbank een miljard dollar over heeft voor een gedetailleerde cartografie van de natuurlijke hulpbronnen van het land. Vooral voor de 3 T’s (tin, tantalium en tungsten (wolfraam)) is dat belangrijk. In ieder geval moet het aandeel van de mineralen in de financiering van de gewapende groepen niet overroepen worden: dat bedraagt maximaal 30%. Maar een echte stabilisering kan er alleen maar komen als daar ook effectief een politieke wil toe bestaat in een regionaal kader. En zonder “zachte druk” van buitenaf zal daar niet veel van in huis komen.

Vanuit de zaal voegde François-Xavier de Donnéa daar nog aan toe: in Noord-Kivu ligt het zakencijfer van de houtskoolproductie hoger dan dat van mineralen. Als je wil weten waar de Rwandese rebellen van het FDLR hun geld vandaan halen, zoek niet langer.

Hij stak een vermanende vinger op over de nakende ontginning van petroleum in het Virungapark van Noord-Kivu. Petroleumextractie is kapitaalsintensief, terwijl toerisme arbeidsintensief is. Het potentieel voor een evenwichtige ontwikkeling door toerisme is veel groter en duurzamer dan door petroleum. En ook hij eindigde met de noodzaak van een politiek akkoord tussen Rwanda en Congo.

Het aanhoren van de analyses van deze verstandige mensen liet echter een wrange nasmaak. Stuk voor stuk zijn het Belgen, al dan niet van Congolese origine, maar wel degelijk Belgen. Wanneer zal het volk van Congo zelf eindelijk zich kunnen uitspreken over zijn toekomst? De provinciale en lokale verkiezingen die al hadden moeten gehouden zijn, werden weer doorgeschoven naar 2013 en 2014. ALS die er ooit komen…

Vredeseilanden vindt de tijd rijp

In het vooruitzicht van de uitwerking van een nieuw zesjarenplan organiseerde Vredeseilanden de voorbije weken zeven verschillende denksessies op evenveel plaatsen in Zuid- en Noord-Kivu, en in Ituri, met in totaal 178 geëngageerde mensen. De deelnemers werden vooral gepolst over hun inschatting van de evolutie van de context in de toekomst, vertrekkende vanuit de realiteit van vandaag.

De resultaten zijn veelbetekenend. Het eerste decennium van deze eeuw, waar ook de laatste legislatuur deel van uitmaakt, wordt op zowat alle vlakken erg negatief beoordeeld. Sommige indicatoren zijn zelfs nog gedaald in die periode. Maar de verwachtingen naar 2020 en zeker naar 2030 toe staan hooggespannen. De conclusie is overduidelijk: de Congolees gelooft in zijn toekomst! Ondanks alle ellende van gisteren en vandaag is de ondernemende Congolees er van overtuigd dat er verandering op til is, en sterker nog, dat hij en zij daar ook effectief kunnen en zullen toe bijdragen, als ze daartoe de kans krijgen. Het einde van de implosie van de staat zoals Stefaan Marysse het uitdrukte zal dan ook het kader bieden waarbinnen de bevolking nu al ongeduldig klaar staat om haar verantwoordelijkheden volop op te nemen.

Gaan we iets dieper in op de resultaten, dan vindt de Congolees van het Oosten toch ook enkele diepere bronnen van onrust: de toegang tot land zal een probleem blijven wegens het gecombineerde effect van de bevolkingstoename, de versnippering van de beschikbare gronden, de toenemende verstedelijking onder druk van de onveiligheid, en de toenemende vraag naar land van buitenlandse investeerders. Het pessimisme over de natuurlijke hulpbronnen heeft dan vooral te maken met de onstuitbare ontbossing wegens de behoefte aan nieuwe landbouwgronden en het ontbreken van alternatieven voor houtskool als belangrijkste energiebron.

Bij de trends in de landbouwketens blijft het optimisme groot, op één uitzondering na: de invoer van landbouwproducten zal wellicht nog voor langere tijd doorgaan, wat meteen ook duidelijk de noodzaak onderstreept van een coherent nationaal beleid dat het landbouwbeleid koppelt aan het invoerbeleid. Werk aan de winkel voor de boerenorganisaties om dat beleid te beïnvloeden!

Tenslotte wat betreft de marktdiensten blijven de Congolezen optimistisch, zij het met enig scepticisme over alles wat met betrouwbare verzekeringen heeft te maken, en met de registratie van ondernemingen. Een vrees die gegrond is, aangezien de DRC op de 178e plaats staat van 183 landen waar de Wereldbank het ondernemingsklimaat heeft onderzocht.

Maar als Matata Ponyo zijn regeerprogramma ook effectief kan in de praktijk brengen, wordt Congo zonder enige twijfel de nieuwe tijger, of juister, de nieuwe luipaard van Afrika.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.