Heksenketel Kinshasa

Voor een plattelandsbewoner uit le Grand Nord als ik, is je weg vinden in de hoofdstad een hele uitdaging vol verrassingen.

Dat automobilisten in de hoofdstad de wegcode niet respecteren is op zich al een heus veiligheidsprobleem, maar daarin verschillen ze niet van de rest van het land. Alleen is het hier allemaal een paar graden erger. Hoffelijkheid is onbestaande. Elk ruimte op de weg wordt ingenomen, wars van waar de baanvakken zijn uitgetekend. Als de rijrichting zit volgestouwd met vehikels, beginnen ze zonder schroom aan de baanvakken van de tegenrichting, tot niemand nog voor of achteruit kan, en de wegpolitie de plaat poetst.

Op de nieuw geasfalteerde boulevards zijn tegenwoordig zebrapaden geschilderd, maar dat vergemakkelijkt helemaal niet het oversteken. Met ware doodsverachting zie je vrouwen kinderen en ouderlingen zich op de witte stroken wagen, maar meestal worden ze verschillende keren teruggetoeterd naar hun startpunt vooraleer ze eindelijk de overkant bereiken.

Het openbaar vervoer is niet te vatten als je maar enkele dagen in Kinshasa verblijft. Bussen zijn er niet. Wel gemeenschappelijke taxi’s met vaste lijnen. Er bestaat een gebarencode die zowel door chauffeurs als passagiers wordt gebruikt. Rondjes draaien met de wijsvinger betekent dat je op weg bent naar een bepaald rondpunt verderop. De plaats waar je staat te gebaren maakt dan wel duidelijk over welk rond punt het gaat. Wil je naar de grote Boulevard du 30 juin, dan laat je je uitgestrekte hand in de rijrichting op en neer gaan. En is je bestemming het stadscentrum dan wijs je met de wijsvinger naar de richting waar dat centrum ligt. Je moet dus wel degelijk een mentale kaart van de stadsstructuur in je hoofd hebben om die gebarentaal te kunnen spreken.

In Butembo is het leven veel simpeler. Je stapt de straat op, steekt een vinger in de lucht, en meteen stormen verschillende brommertaxi’s naar je toe. Persoonlijke service, je wordt afgeleverd ter bestemming aan een vast tarief. In Kinshasa had ik al verschillende keren gevraagd naar een verklaring waarom hier geen taxibrommers rijden. Steevast kreeg ik te horen dat dit veel te gevaarlijk is, en dat er daarom geen vraag naar bestaat. Er zijn wel taxi’s die je kunt huren voor een “spécial”, dat wil zeggen, die je op jouw bestemming brengt tegen een onderhandelde prijs. Maar deze taxi’s wachten slechts op een beperkt aantal plaatsen op hun klanten, en die plaatsen moet je kennen. Voor een boerke uit het Verre Oosten als ik die slechts kort op doortocht is, is dat een onbegonnen zaak. En als je geen enkel idee hebt van de tarieven, betaal je gegarandeerd veel te veel.

Vandaag moest ik via de Boulevard du 24 Novembre naar de Boulevard du 30 Juin (je moet ook al een kalender in je hoofd hebben), en zo naar het ministerie van Justitie. Dat zijn toch wel wat kilometers, maar het was niet té heet, en een stad ontdek je pas echt te voet, dus begon ik met een fikse stap mijn route.

Beeld je mijn verbazing in, als amper enkele honderden meter verder een brommer naar me claxonneert, stopt, en zegt: “Taxi monsieur?”. Ik kon mijn ogen niet geloven. “Waar kom jij vandaan?”, vraag ik hem. “Jij bent de eerste taxi-brommer die ik in Kinshasa zie!”.

Hij lacht schaapachtig, en vraagt me mijn bestemming. “Ministerie van Justitie”, zeg ik. “Hoeveel moet dat kosten?”. “Weet je het zijn?”, vraagt hij. “Neen, daarom precies doe ik beroep op jou als taxi”, antwoord ik verwonderd. Mijn argwaan is gewekt.

“We zullen zien hoeveel we hebben gereden als we aankomen”, probeert hij. “Geen sprake van”, repliceer ik, zo ga je me voor voldongen feiten plaatsen. Ik wil duidelijkheid voor ik op je brommer spring!”. Hij roept er een voorbijganger bij. Die legt hem meteen uit waar het ministerie precies ligt. Ik vraag hem ook of hij daar dan op mij kan wachten om me naar mijn volgende bestemming te brengen. We spreken een prijs af die ongetwijfeld veel te hoog ligt, maar ik ben zo blij een brommertaxi te hebben gevonden dat het me niet kan schelen.

Enige tijd later, op weg naar mijn laatste bestemming, zwenken we rechts weg van de Boulevard du 30 Juin, op een plaats waar de wegpolitie staat opgesteld. Een geüniformeerde die ons rakelings voor zich ziet scheren slaakt een luide kreet van verbazing. De bestuurder van mijn taxi-brommer geeft geen kik.

Eenmaal aangekomen geef ik hem een briefje van 20 dollar. Ik heb geen kleiner geld. Hij heeft uiteraard geen wisselgeld. “Je mag dat aftrekken van de volgende rit die ik voor je zal maken”, glundert hij. Hij zet zijn helm af. Zijn kaalgeschoren schedel staat in fel contrast met zijn bebaarde kin. “Ik ben Moslim”, zegt hij, “je kan me vertrouwen. Ik ben ook politieman”, en hij toont me een badge waarop duidelijk te lezen staat: “Commandant Tshiatsu”.

“Met mij ben je veilig. Niemand kan me wat doen. Heb je niet gehoord onderweg hoe één van mijn mannen zich een hoedje schrok, toen hij je op mijn brommer zag zitten? Dat heeft hij nog nooit gezien, een blanke op de brommer van de commandant. Bel me wanneer je nog transport nodig hebt. Overdag, ’s nachts, geen probleem: ik kom. Wil je eens gaan stappen waar je blanke vrienden graag vertoeven, roep me op, ik breng je er heen”.

Ik sta sprakeloos, bekijk hem nog eens goed. “Nu begrijp ik waarom je het lef had om het verkeersreglement zoveel geweld aan te doen, zelfs voor het oog van de politie”, zeg ik hem. Hij draait de binnenkant van zijn handpalmen naar boven en zegt: “ik ben onaanraakbaar”.

“Hoor je dan nu eigenlijk niet aan het werk te zijn?”.

“Ik heb nachtdienst gedaan, en overdag verdien ik wat bij met de brommer. Er is geen enkele plaats in de 24 gemeenten van Kinshasa die ik niet ken”.

“En als ik je bel terwijl je in dienst bent?”.

“Ook geen enkel probleem! Ik kan me vrij maken wanneer ik wil. Voor jou zal ik er altijd zijn”.

We wisselen telefoonnummers uit. Gemengde gevoelens overvallen me. Ik vind het heel fijn een betaalbare en filevrije oplossing te hebben gevonden voor mijn mobiliteitsprobleem in de grootstad Kinshasa. Maar tegelijk overvalt me een gevoel van onbehagen dat zolang politieofficieren genoodzaakt zijn buiten (en tijdens) hun uren bij te klussen als brommertaxi, er toch wel iets fundamenteel fout zit in deze samenleving.

Hoe het dan komt dat een Commandant van de politie niet weet waar het Ministerie van Justitie zich bevindt, zal wellicht voor altijd een raadsel blijven…

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.