Luchthavensport

Aan sport doen in Kongo is niet vanzelfsprekend. In Kinshasa is het veel te heet, in Butembo is de lucht te zwaar bezoedeld met houtskoolrook, roetdeeltjes van dieselgeneratoren en gassen van brandende plastiek. Ik heb dan maar mijn eigen sport bedacht: luchthavenduiken.

De luchthavens in Kongo zijn er voor berucht: het wemelt er van de haaien die je op de een of andere manier trachten geld afhandig te maken. En daarbij kunnen ze zo behoorlijk druk doen dat ze er meestal nog in slagen ook. Dat wil zeggen, bij onvoorbereide of niet-verwittigde reizigers. Want in het interpreteren van je lichaamstaal zijn ze bijzonder goed. Ze halen er zo de onwennige eerste bezoeker uit.


De regels van mijn sport zijn eenvoudig: ik doe me voor als een gemakkelijke prooi voor de luchthavenhaaien, en als ze menen te kunnen toehappen, sla ik terug. Het doel is een hele reis dwars door Kongo te kunnen afleggen zonder ook maar één keer mijn vrije doorgang te moeten afkopen. Zou het me deze keer weer lukken, tijdens mijn reis van Kinshasa naar Butembo?


Mijn koffer moest al de dag op voorhand worden ingecheckt in het gebouw van de vliegmaatschappij. Dat heeft alles te maken met die drukte op de luchthaven van Kinshasa natuurlijk. Bij het binnenstappen in het kantoor werd ik al meteen onderschept door een DGM-beambte met een lichaam in de vorm van een peer. Midden in het lokaal vroeg ze me de koffer te openen voor controle. “Bedoelt u: hier, midden in het volk, mevrouw?”. “Ja natuurlijk”, zei ze. “Is dat een probleem voor u?”. “Ja mevrouw”, zei ik haar, “ik heb net veertien dagen in Kinshasa doorgebracht, en mijn koffer steekt vol vuile onderbroeken”. Bingo, zag ik haar denken. “U kan me ook gewoon iets toestoppen”, suggereerde ze, zelfverzekerd dat dit al zo goed als verworven was.


“O nee, mevrouw”, zei ik gauw, “ik zou er niet aan denken de wetten van dit land met voeten te treden”, waarop ik mijn koffer had opengemaakt voor ze van haar verbijstering was bekomen, en met een blik op mijn vuile hemden een wuivend gebaar maakte: “ga maar door meneer. Mag ik u vragen bij het buitengaan aan mij te denken?”. “Zeker, mevrouw, in mijn gebeden”. En eer ze het besefte stond ik aan de check-in.


Ik had recht op 35 kilo in het vrachtruim en 5 kg handbagage. Mijn koffer woog 27 kilo, dus kreeg ik netjes voorgerekend dat ik me de dag erop mocht aanbieden met 13 kilo handbagage.


Het was vroeg opstaan geblazen: de bus vertrok om 5u25, ook al ging de vlucht pas om 10 uur. Terwijl de bus de parking van de luchthaven Ndjili opreed riep de hostess van mijn luchtvaartmaatschappij rond: “geef uw ticket of bagage enkel en alleen maar aan personeel van onze maatschappij, en aan niemand anders”.


Dat had ze evengoed niet kunnen zeggen. Ik was nog maar enkele meter binnengestapt in het luchthavengebouw of mijn handbagage werd me al uit de hand gerukt en op een weegschaal gegooid: 13 kg. “Sorry meneer”, zei de man meewarig, “u hebt 8 kilo overgewicht. maar geen nood, ik help u wel om die er goedkoop door te krijgen”. Hij troonde me mee naar een stoel met kussen die daar voor zijn slachtoffers stond opgesteld, rukte nu ook mijn ticket uit de handen, en maande me aan te gaan zitten, terwijl hij me wel even “uit de nood zou helpen”.


Ik legde hem kalm uit dat ik nog recht had op 13 kilo en dat er dus geen enkel probleem was. En of hij alstublieft mijn ticket wou teruggeven. Ik toonde hem dat er op het biljet 27 kilo stond ingeschreven, en dat de maatschappij me zelf had gezegd dat ik nog recht had op 13 kilo.


“Nee meneer, dat is een vergissing, hoor maar”, en hij toverde vanachter een pilaar een andere hostess tevoorschijn van dezelfde maatschappij, die zonder blikken of blozen bevestigde: “in de 35 toegelaten kilo zit uw handbagage al inbegrepen, meneer”.


Dat was het moment om mijn joker boven te halen: “meneer, als ik overgewicht moet betalen, dan zal ik dat ook betalen. Dit land heeft nood aan transparante regels, wil het nog een toekomst hebben. Ik heb me dan ook voorgenomen strikt de regels te respecteren en de volle pot te betalen voor mijn overgewicht”. Waarop ik op mijn beurt mijn ticket uit zijn hand rukte, en ging aanschuiven voor de check-in.


Hij probeerde nog een paar keer door te zeggen: “toe meneer, geef me toch uw koffer, ik regel het wel even voor u”. Maar ik ontving hem op een stoïcijnse stilte. En als ik eindelijk aan de beurt was, bleek er geen enkel probleem te zijn en kreeg ik zo mijn instapkaart.


Toen ik me naar de handbagagecontrole begaf die toegang geeft tot de wachtruimte kruiste ik toevallig de man die het allemaal eens voor mij zou oplossen. Hij lacht schaapachtig en wenst me toch sportief een goeie reis. Twee – nul!


De bagagescanner bleek defect te zijn: de opening was afgeplakt met brede stroken inpakkleefband. Alle handbagage moest worden opengemaakt. De inspecteur haalde er bij mij meteen een doosje lucifers uit, en een pakje van vier batterijtjes. Ze werden aangeslagen. De man vond dan mijn toilettas (omdat mijn koffer de dag ervoor moest worden afgegeven was die toilettas dus in mijn handbagage beland). Hij opende ze gretig. Daar ging mijn douchegel. En mijn deo. En ook mijn pas gekochte muggenspray.


Ik vond dit niet leuk meer. “Meneer”, zei ik, “ik ken de internationale regels voor luchtverkeer evengoed als u: vloeistoffen zijn toegelaten zolang ze de 100 ml niet overschrijden. En dat is hier duidelijk niet het geval”, en toonde hem de inhoudsvermelding op het etiket. “Meneer”, antwoordde hij geroutineerd, “uw regels gelden niet in Kongo. Hier geldt een totaal verbod op alle vloeistoffen”.


Ik voelde dat ik het niet ging halen, maar toch vertikte ik het in mijn zak te schieten. Ik greep de muggenspray en zei hem: ‘”meneer, om ethische redenen kan u me dit niet afnemen. Dit is een medicament”. “Ja, dat zal wel, ik heb dat al wel eerder gezien”, zei hij wijsneuzig. “Tegen welke ziekte dan?”. “Tegen malaria”, antwoordde ik hem. “Dit is echt levensnoodzakelijk voor mij”.


“Geef eens even”, zei hij. Ik stak de spray achter mijn rug. “Toe komaan, doe niet flauw, laat me even ruiken”. Hij spoot wat vocht op zijn vinger en rook eraan. “t Is goed, ga maar door, ’t is niet brandbaar, maar met die deo kan je een vlam van een meter lang maken”. En hij stak de deo en de douchegel in een grote doos vol toiletartikelen. Die man hoefde geen geld toegestopt te krijgen. Hij kan een heel handeltje opzetten met de aangeslagen artikelen.


“Zou die douchegel nu ook brandbaar zijn?”, liep ik nog te denken. Maar een andere geüniformeerde ging met mijn paspoort aan de haal naar de migratie, en als een schoothondje dribbelde ik achter hem aan. Als mijn gegevens in een groot boek waren ingeschreven, leidde hij me naar de wachtzaal, die ik ook wel zonder hem had gevonden. Hij wees me een stoel aan, en gaf me mijn pas terug. “Ik wens u een goede reis”, zei hij me nog. “Dank u wel meneer”, antwoordde ik hem. “Ik wens u een goede reis meneer”, probeerde hij opnieuw. “Heel vriendelijk, dank u wel”, was mijn antwoord terwijl ik een boek bovenhaalde.


“Ik wens u nog een aangename dag”, kreeg ik nog te horen. Dan draaide hij zijn hoofd, zag een snoepverkoper, en graaide twee pakjes chewing gum en een pak koekjes mee. Wellicht de dagelijkse heffing, want de verkoper maakte grapjes met hem, zag ik vanop een afstand.


Die man kan natuurlijk mijn sport niet bedrijven, realiseerde ik me. Voor hem is dat een overlevingsstrategie. Ook mijn sport blijkt dus een luxe-sport te zijn.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.