Stof tot nadenken

We hebben de afgelopen jaren al heel wat stof gevreten op de Congolese wegen, maar dat het in Butembo zo erg zou worden had niemand ooit kunnen vermoeden.

Verschillende dagen voor ik de terugreis ondernam naar Butembo verschenen de eerste berichten over de stofplaag op het Facebook-prikbord van mijn Bubolese vrienden. Als stunt in zijn kiescampagne had Kabila op vele plaatsen in het land infrastructuurwerken opgestart, maar na de verkiezingen zijn velen ervan stilgevallen. De Avenue du Président de la République (zo heet die écht! Een generische naam die onveranderd kan blijven, ongeacht wie het roer van het land overneemt. Goed bedacht!) werd een tiental maanden vóór de verkiezingen aangepakt door het Chinese bedrijf Sinohydro. Eerst werden mensen die te dicht tegen de weg hadden gebouwd onteigend. Dan werd aan beide kanten van de weg een stevig afvoerkanaal voor regenwater gemetst. En vervolgens werd aarde aangevoerd om het wegdek te egaliseren, in het vooruitzicht van de asfaltering. Maar daar is het bij gebleven. Het doel om de asfaltering vóór de verkiezingen te laten plaatsvinden is niet gehaald. Nu vraagt iedereen zich af of het er ooit nog zal van komen.

Die aangevoerde aarde is intussen een groot probleem geworden. In het regenseizoen viel het al op dat de hoofdweg wel erg slijkerig werd, door die rooie lopende en spekgladde modder. Erg handig was dat om de foto’s van Kabila mee te besmeuren toen hij in Butembo campagne kwam voeren, dat wel. Maar voor de rest niets dan nadelen.

Ook in het droog seizoen, zo blijkt nu. Die aarde bevat namelijk een hoge fractie erg kleine kleideeltjes, zodat het verkeer nu veel meer stof veroorzaakt dan voordien. Er zijn nogal wat mensen die nu de parallelwegen verkiezen omdat daar grijze aarde werd gebruikt die veel minder stof vrijgeeft. Maar de putten zijn er ook veel dieper, zodat het daar niet opschiet. Dus blijft het verkeer maar doorgaan in de stofmist.

Een universitaire instelling die leslokalen vlakbij een groot rond punt heeft liggen lijdt erg onder het stof. De studenten hebben al protestacties op touw gezet, en smeken de stad om minstens in hun buurt het wegdek te bevochtigen, maar ze krijgen geen gehoor.

De dokter, verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg in Butembo, heeft op de radio een oproep gedaan om zich beter te beschermen tegen het stof. Alle ziekenhuizen van de stad liggen vol patiënten met longaandoeningen. Er is geen plaats meer.

Ik vraag aan een collega om me even achterop onze brommer de avenue op en af te rijden om wat foto’s te kunnen maken. Wat een schouwspel! Meer dan de helft van de bestuurders van brommers en fietsen heeft nu een masker voorgebonden, veelal zelfgemaakt uit een lap stof. Passagiers achterop steken hun vingers in de neus bij gebrek aan beter. Voetgangers stappen voorovergebogen, de hand of een doek voor het gezicht. Een verkeersagent staat met ware doodsverachting het drukke zaterdagavondverkeer te regelen op een verhoog dat een mislukte verkiezingskandidaat nog kocht als propagandamateriaal. Zijn naam en nummer zijn amper nog te lezen onder de dikke stoflaag.

Ik stop even aan het bewuste rond punt om nog wat meer foto’s te maken. Ik verwens mezelf dat ik zelf geen masker heb meegenomen, terwijl ik voorbijrijdende motorbestuurders in het vizier neem. Een vrachtwagen met minstens twintig totaal onbeschermde mensen bovenop de hoog opgestapelde vracht gezeten doet nog meer stof opwaaien.

Ik merk niet meteen hoe onverwachts iemand naast me opduikt en aan mijn collega vraagt: “Wie is die blanke man, en wat komt hij hier doen? Heeft hij de toelating om hier te komen filmen?”

Ik schrik zo hard dat ik eruit flap: “jazeker. Ik heb de toelating van de grondwet, want daarin staat dat de vrijheid van beweging, van opinie en van de media gewaarborgd is voor iedereen”.

“Bent u al lang in het land, meneer, en heeft u zich al geregistreerd bij de DGM? Uw naam? Wanneer bent u aangekomen?”.

Mijn collega geeft me boze signalen met zijn ogen en neemt over: “er is niets aan de hand, meneer, wij zijn van VECO (de naam waaronder Vredeseilanden actief is in het Zuiden). Deze man heet Godefroid en staat al lang bij jullie geregistreerd. Ons kantoor ligt op de avenue Walikale 47. U kan alles gerust komen verifiëren.”

“VECO, zo? Avenue Walikale huh? Aha, dat zal ik makkelijk onthouden, en Godefroid zal ik zeker opzoeken in de registers. Wij zijn van de Directie-Generaal Migratie, meneer, en moeten vreemdelingen toch wat in het oog houden hé. Stel je voor dat ze al onze strategische plaatsen komen filmen…”.

“… zoals de stofwolken op het rond punt?”. Het floept eruit voor ik het weet. Maar hij is sportief en geeft me schaterend een high five. We mogen gaan. Moest dit Kinshasa zijn, we zouden het duur bekopen. Maar in Butembo doen ze niet zo moeilijk.

Terug thuis zie ik pas goed wat een brommerritje van slechts enkele kilometer met een mens doet. Mijn broek kleurt rood in strepen door het stof. Het fijne stof is in alle onderdelen van mijn bril doorgedrongen. Het beginnende grijs aan mijn slapen is gecamoufleerd door van het stof stijf staande haren. De witte kam die ik erdoor haal wordt in een oogwenk ros. Wat leek op een gezonde teint is er snel weer afgewassen, maar als ik mijn gezicht afdroog met een witte handdoek staat die meteen vol vuile vegen. Heel even denk ik dat mijn neus bloedt, als ik het resultaat van mijn snuiten in een papieren zakdoekje bekijk.

Gelukkig ligt ons kantoor op bijna een kilometer van de hoofdweg en blijven we hier van het ergste gespaard. Nu ik voor het laatste korte deel van mijn opdracht terug in Butembo ben, wil ik zeker niet te maken krijgen met longproblemen.

De situatie in Congo is er intussen niet op verbeterd. Het debacle van de verkiezingen stevent af op een diepe crisis. President Kabila heeft zich blijkbaar ingegraven en hoopt dat het stof wel eens zal gaan liggen. “Hij wil de behandeling van de betwistingen niet beïnvloeden”, zegt zijn minister van desinformatie Lambert Mende. In Kinshasa en Goma werden politieke opposanten om betwistbare redenen aangevallen of gevangen gezet (daar vielen zelfs 4 doden bij in Goma). De laatste weken zijn nog eens 500.000 extra mensen op de vlucht gegaan voor eindeloos geweld tussen allerlei gewapende groepen.

En dan komt de commandant van de 8ste militaire regio, generaal Kyama Mayala Vainqueur (what’s in a name?) op werkbezoek in le Grand Nord, weigert een delegatie van de bevolking te ontvangen (“ik ken de problemen al voldoende”) en verklaart doodgemoedereerd dat de onveiligheid in het Oosten het werk is van de Nande gemeenschap zelf die de rebellen van ADF-NALU, de Mai Mai en andere milities onderhoudt. Hoe lomp moet je niet zijn om de slachtoffers van dat geweld op zulke toon aan te spreken?

De sceptici hadden gelijk: vóór de verkiezingen = na de verkiezingen. Wat die zelfgenoegzame militaire en civiele overheden blijkbaar niet inzien is dat al het stof dat ze voortdurend weer doen opwaaien, zich afzet in de kleinste spleetjes en kieren, het menselijk lichaam langs alle openingen binnendringt, en in de mond leidt tot steeds ondraaglijker tandengeknars.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.