Huisje, tuintje...
Nu de shelter bijna klaar is, zijn we begonnen aan de tuin. Wat aanvankelijk een eenvoudige en snelle actie leek, duurde uiteindelijk een flinke maand. Jawel, nog steeds maken we de fout en denken dat alles sneller gaat dan in werkelijkheid mogelijk is.
28 mei 2008
Eerst moesten we op zoek naar grote bakstenen. Deze zijn nodig om de tuintjes af te bakenen. We dachten deze snel, kant-en-klaar, in een winkeltje te kopen. Maar nee hoor, we komen in kleine steenfabriekjes terecht waar we zien hoe deze nog met de hand gemaakt worden. Eerst worden grotere rotsen tot kiezels geslagen, simpelweg met een steen in de hand. Een tergend zware en tijdrovende job voor een loon ver onder “de minimumgrens” (die in Ethiopia eigenlijk niet eens bestaat). Vervolgens wordt de steengruis met water tot cement omgezet. Dit wordt in vormen gegoten en moet dan nog een week hard worden.
Om de bodem vruchtbaar te maken hebben we mest nodig. We trekken naar de markt om “donkey-” of “cow-shit” te vinden. De lokalen lachen zich een breuk als Lea om “ebbet” (Amharic vertaling voor het bovenstaande) vraag. Het moet dan ook een grappig zicht zijn, een blanke vrouw die op zoek is naar stapeltjes stront. De vraag of het “fresh” moet zijn, doet Lea dan weer in een deuk liggen. We kiezen uiteindelijk voor de iets hardere vorm en huren twee ezels die de zakken, met de opgespaarde uitwerpsels van zichzelf en hun vriendjes, naar de shelter brengen.
De grond wordt bemest en hier en daar wordt een nog een vuurtje gestookt, kwestie dat de assen de grond extra vruchtbaar maakt. De weergoden hebben besloten dat de eerste stortbuien van het regenseizoen dit jaar extra vroeg mogen vallen en moeten wij dus een week wachten voor het enkele dagen niet regent. Allerlei verschillende pitjes en zaadjes worden in de grond gestoken door onze jongens en de guardians. De tomaten worden onder de papaya-boom geplant waar er voldoende schaduw is. De bonen tegen een muur waar ze kunnen opklimmen. Heel veel witte kool en rode biet want dat lusten ze hier graag. Munt voor in hun thee en pompoenen voor de soep. En overal zonnebloemen! Dat fleurt de boel op en past mooi bij de - niet geplande - gele shelter.
Om de bodem vruchtbaar te maken hebben we mest nodig. We trekken naar de markt om “donkey-” of “cow-shit” te vinden. De lokalen lachen zich een breuk als Lea om “ebbet” (Amharic vertaling voor het bovenstaande) vraag. Het moet dan ook een grappig zicht zijn, een blanke vrouw die op zoek is naar stapeltjes stront. De vraag of het “fresh” moet zijn, doet Lea dan weer in een deuk liggen. We kiezen uiteindelijk voor de iets hardere vorm en huren twee ezels die de zakken, met de opgespaarde uitwerpsels van zichzelf en hun vriendjes, naar de shelter brengen.
De grond wordt bemest en hier en daar wordt een nog een vuurtje gestookt, kwestie dat de assen de grond extra vruchtbaar maakt. De weergoden hebben besloten dat de eerste stortbuien van het regenseizoen dit jaar extra vroeg mogen vallen en moeten wij dus een week wachten voor het enkele dagen niet regent. Allerlei verschillende pitjes en zaadjes worden in de grond gestoken door onze jongens en de guardians. De tomaten worden onder de papaya-boom geplant waar er voldoende schaduw is. De bonen tegen een muur waar ze kunnen opklimmen. Heel veel witte kool en rode biet want dat lusten ze hier graag. Munt voor in hun thee en pompoenen voor de soep. En overal zonnebloemen! Dat fleurt de boel op en past mooi bij de - niet geplande - gele shelter.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2781 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
De Ontwikkelaars
-
Opinie
-
Analyse
-
Opinie
-
Opinie
-
Nieuws