Economiserie
Op 8 maart trokken alle vrouwengroepen met een vrolijk dansende optocht door de stad. Onze sociale eisen waren: “gratis medisch attest na verkrachting” (nu 250 gourdes) en “200 gourdes minimumloon per dag” (gourde = ongeveer Belgische frank Zaliger). Een dag zwoegen achter een naaimachine in de vrijhandelszone levert nu 125 gourdes op.
30 maart 2009
Onder het motto: “Een hongerloon is beter dan helemaal niks” stroomt de crème van de Haïtiaanse jeugd hier de fabriekspoort binnen.
Loont het?
Deze prijs betaalt de klant. Hierin zit dus ook nog eens het gebruikte materiaal vervat. Het mag dus niet verbazen dat de nationale productie van Haïti zeer beperkt is. Bijna alles wordt ingevoerd. Dat maakt de Haïtianen kwetsbaar, want ze zijn te afhankelijk van de grillen van de wereldmarkt. Het doel van mijn werk is om de lokale productie in vrouwencoöperatieven te stimuleren en hen zo een waardig inkomen te leren verwerven.
Mijn partnerorganisatie omkadert zo’n 150 “timoun kap chèche lavi” (letterlijk: “kleine mensen die het leven zoeken”). De grootste groep zijn meisjes die iets in het “groot” kopen en dan per stuk verkopen. Ze wandelen rond met een mandje bananen, eieren of bouillonblokjes op het hoofd en proberen deze te slijten. We betalen schoolgeld voor hen, organiseren praktische cursussen en geven hen sociale educatie rond solidaire economie, seksualiteit, milieubescherming en hun rechten als kind, vrouw en arbeider. Tijdens zo’n vorming somden de kinderen al hun rechten op: drinkbaar water, voedsel, kledij,… Opvallend was dat ze spontaan het “recht om te werken” vernoemden, maar niemand aan het “recht op spelen” had gedacht!
Onze vuilnisbelt ligt midden tussen de huizen en de moestuintjes. Omdat het zo’n pijn doet om onze stinkzak daar zomaar te gooien, hou ik minutieus het nog eventueel bruikbare bij. Ondertussen heb ik onder de noemer van “nuttig afval” (fatra itil) een hele rits blikjes, plastieken flessen, bokalen en kartonnen dozen verzameld. Joe verdenkt mij er zelfs van ons huisje tot aan de nok te willen volstapelen. Gelukkig heb ik nu een “afzetmarktje” gevonden. Het zijn kinderen die een handeltje in gebruikte flacons runnen en hun marchandise normaal tussen een hoop vuil uitselecteren.
Een van Joe’s professoren gaf Haïti het koosnaampje “land van de dansende revolutie” mee. Werkelijk waar, manifestaties gaan vaak gepaard met het zingen van protestliederen en het dansen op het ritme van de Afrikaanse trom. Ondertussen doen de Cubaanse dokters hier revolutionair goed werk. Tot in de meest verafgelegen dorpjes hebben zij een arts ter plaatse om gratis medische bijstand te bieden aan zij die het het meest nodig hebben. De Cubaanse ontwikkelingssamenwerking is zeer tastbaar. Operatie “mirakel” biedt bijvoorbeeld gratis consultaties en medicatie voor iedereen met oogproblemen. De zwaarste operaties worden volledig kosteloos op Cuba gedaan.
Loont het?
- Een schoenpoetsertje: 5 gourdes per glimmend paar
- Een met de hand gemaakt “kakkestoeltje”: 25 gourdes
- Een gevlochten hoed: 50 gourdes
Deze prijs betaalt de klant. Hierin zit dus ook nog eens het gebruikte materiaal vervat. Het mag dus niet verbazen dat de nationale productie van Haïti zeer beperkt is. Bijna alles wordt ingevoerd. Dat maakt de Haïtianen kwetsbaar, want ze zijn te afhankelijk van de grillen van de wereldmarkt. Het doel van mijn werk is om de lokale productie in vrouwencoöperatieven te stimuleren en hen zo een waardig inkomen te leren verwerven.
Werken is een kinderrecht?
Mijn partnerorganisatie omkadert zo’n 150 “timoun kap chèche lavi” (letterlijk: “kleine mensen die het leven zoeken”). De grootste groep zijn meisjes die iets in het “groot” kopen en dan per stuk verkopen. Ze wandelen rond met een mandje bananen, eieren of bouillonblokjes op het hoofd en proberen deze te slijten. We betalen schoolgeld voor hen, organiseren praktische cursussen en geven hen sociale educatie rond solidaire economie, seksualiteit, milieubescherming en hun rechten als kind, vrouw en arbeider. Tijdens zo’n vorming somden de kinderen al hun rechten op: drinkbaar water, voedsel, kledij,… Opvallend was dat ze spontaan het “recht om te werken” vernoemden, maar niemand aan het “recht op spelen” had gedacht!
Vuilnis verkopen
Onze vuilnisbelt ligt midden tussen de huizen en de moestuintjes. Omdat het zo’n pijn doet om onze stinkzak daar zomaar te gooien, hou ik minutieus het nog eventueel bruikbare bij. Ondertussen heb ik onder de noemer van “nuttig afval” (fatra itil) een hele rits blikjes, plastieken flessen, bokalen en kartonnen dozen verzameld. Joe verdenkt mij er zelfs van ons huisje tot aan de nok te willen volstapelen. Gelukkig heb ik nu een “afzetmarktje” gevonden. Het zijn kinderen die een handeltje in gebruikte flacons runnen en hun marchandise normaal tussen een hoop vuil uitselecteren.
Leve de revolutie!
Een van Joe’s professoren gaf Haïti het koosnaampje “land van de dansende revolutie” mee. Werkelijk waar, manifestaties gaan vaak gepaard met het zingen van protestliederen en het dansen op het ritme van de Afrikaanse trom. Ondertussen doen de Cubaanse dokters hier revolutionair goed werk. Tot in de meest verafgelegen dorpjes hebben zij een arts ter plaatse om gratis medische bijstand te bieden aan zij die het het meest nodig hebben. De Cubaanse ontwikkelingssamenwerking is zeer tastbaar. Operatie “mirakel” biedt bijvoorbeeld gratis consultaties en medicatie voor iedereen met oogproblemen. De zwaarste operaties worden volledig kosteloos op Cuba gedaan.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Extra
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Reportage
-
Nieuws