Revolutie of cocaïne? Terrorisme, drugs en mensenrechten in Peru

Volgens recent onderzoek is de jaarlijkse cocaproductie in Peru zodanig toegenomen, dat zij Colombia voorbij is geschoten als grootste producent ter wereld. In het cocagebied VRAE zijn het afgelopen jaar meer dan veertig mensen omgekomen in aanslagen en gevechten tussen gewapende groeperingen en het leger.
Er zijn verschillende actoren betrokken bij dit geweld. Zo claimt een overgebleven tak van de gewelddadige guerrillabeweging het Lichtend Pad een hoofdrol in de aanslagen. Maar er is onduidelijkheid over haar werkelijke rol in het gebied. De maatregelen van de Peruaanse regering zijn tot nu toe weinig effectief.
Terwijl in Colombia de coca- en cocaïneproductie lijkt af te nemen, is deze in Peru juist toegenomen in de laatste jaren. Volgens het rapport van de UNODOC die zich met drugsproblematiek bezig houdt, is in het afgelopen decennium de productie van het cocablad verdubbeld, en de cocaïneproductie zelfs nog meer gegroeid. De belangrijkste cocaplantages liggen in de meest afgelegen en vergeten regio’s van het land. De coca- en cocaïneproductie zijn daardoor moeilijk zichtbare processen, en is er weinig betrouwbare informatie over wie er werkelijk de touwtjes in handen hebben en wie de medeplichtigen zijn.

VRAE


De Vallei van de Rivieren Apurímac en Ene (VRAE), is een gebied van rond de 300 km2. Ondanks haar strategische ligging tussen de Andes en de Amazone, is het vanwege de steile gebergten een moeilijk begaanbaar gebied. In het verleden werd dit gebied al zwaar getroffen door het geweld tussen maoïstische guerrillabeweging Lichtend Pad en het leger (1980-2000). Nog altijd wordt het gebied gekenmerkt door een minimum aan infrastructuur, communicatiemiddelen en publieke werken. Maar de VRAE is vooral bekend als één van de belangrijkste cocagebieden van het land, waar gewapende groeperingen, waaronder Lichtend Pad, zo´n 16.000 hectare aan cocaproductie en handel controleren.
Sinds augustus 2008 is de aanwezigheid van het leger toegenomen onder de naam Operación Excellencia 777. Ondanks de miljoenen die geïnvesteerd zijn in deze militaire aanwezigheid, is de effectiviteit van de strategie weinig overtuigend. Tussen augustus 2008 en september 2009 kwam het tot veertien confrontaties tussen het leger en de terroristen, waarbij 38 militairen, negen politie agenten, vijf burgers en zes veronderstelde leden van Lichtend Pad omkwamen. Onder de omgekomen soldaten was een jongen van 17 jaar. De wet verbiedt het rekruteren van minderjarigen, maar dankzij dit geval kwam aan het licht dat het leger nog altijd op illegale wijze jongeren uit de arme provincies rekruteert. Vervolgens worden ze slecht voorbereid en met onvoldoende middelen naar de meest gevaarlijke gebieden gestuurd.
Om de militaire strategie aan te vullen, presenteerde de regering in 200l een ‘Ontwikkelingsplan VRAE’ wat met een jaarlijks budget van tussen de 200 en 300 miljoen soles (omgerekend tussen de 46 en 69 miljoen euro) alternatieve ontwikkelingsstrategieën dient te bevorderen. Maar lokale en regionale autoriteiten hebben al meerdere malen geklaagd dat dit geld nooit overgemaakt is en bovendien de voorgestelde methoden niet adequaat zijn voor het gebied. Sindsdien hebben verschillende ministers verbeteringen beloofd in de sociaal economische investeringen in het gebied, maar tot nu toe is daar weinig van terecht gekomen.

Een heropleving van het Lichtend Pad?


Vanuit verschillende hoeken komt kritiek op de manier waarop de Peruaanse regering het probleem aanpakt. Een aantal fundamentele vragen worden niet beantwoord door het beleid, zoals: Wie is de belangrijkste vijand in het gebied? Het terrorisme of de drugshandel? Wie is de aangewezen figuur om ze te bestrijden: politie of leger, of allebei? Het beantwoorden van deze vragen is niet zo eenvoudig. Met name over de rol van en het karakter van de guerrillabeweging het Lichtend Pad in de VRAE bestaan verschillende theorieën, die vanwege het gesloten karakter van het gebied moeilijk te bewijzen zijn.
Er zijn voldoende gegevens bekend om aan te nemen dat er inderdaad een tak van het Lichtend Pad zeer actief is in het gebied. Volgens de socioloog Jaime Antezana ontstaat deze groep wanneer in 1993 de nationale leider Abimael Guzman het vredesakkoord tekent. Vastbesloten de oorlog voort te zetten, richten zij de stroming Proseguir en vestigen zich in de VRAE. Wanneer een zekere ‘Kameraad José’, in werkelijkheid Victor Quispe Palomino genaamd, de leiding overneemt, verandert het beleid radicaal en begint de groep samen te werken met de drugshandel.
Volgens Antezana heeft Lichtend Pad haar eigen cocaplantages in het gebied, en zelfs haar eigen cocaïnefabriekjes. De socioloog beargumenteert dat het in stand houden van deze productie de reden is dat Lichtend Pad in dit gebied in de afgelopen jaren gegroeid is tot zo´n driehonderd man.Het zou zich niet. zoals sommigen beweren, bezighouden met het verspreiden van haar ideologische activiteiten.
Een onlangs uitgezonden televisieprogramma toonden echter schokkende beelden van een kamp van het Lichtend Pad in de VRAE, waar een twintigtal kinderen als strijders getraind werden. ‘Leve het marxisme-lenisme-maoïsme! Voor de proletarische socialistische wereldrevolutie!’, scandeerden de kinderen braaf. Deze beelden lijken te wijzen op een wel degelijk sterk aanwezige militair-politieke aspiratie.
Kameraad José zelf is ook aanwezig in de beelden, en geeft een andere uitleg van zijn relatie met de drugshandel. Volgens hem betalen de drugsvervoerders twee dollar ‘belasting’ voor elke kilo cocaïne die ze door de door het Lichtend Pad gecontroleerde gebieden vervoeren, maar José ontkent dat er verdere samenwerking bestaat. Hij verklaart dat de oorlog doorgaat en dat zijn groep dan ook de verantwoording opeist voor de recente aanslagen op soldaten in het gebied.
Sommigen sociale wetenschappers zien in deze beelden van een goed bewapend Lichtend Pad de bevestiging dat er wel degelijk een nauwe relatie is met de drugsmaffia. Anderen menen echter dat er juist een groot verschil is tussen Proseguir, die nog steeds de maoistische revolutie nastreeft en de paramilitaire groeperingen die voor de drugsmaffia werken.

Strijd tegen drugs of tegen terrorisme?


Wat de ware intenties van Lichtend Pad ook zijn, het is in elk geval een kleine speler in vergelijking met de internationale drugsnetwerken die steeds nadrukkelijker aanwezig zijn in Peru, zoals de Mexicaanse en de Colombiaanse drugskartels. Volgens verschillende bronnen (waaronder de antidrugseenheid van de Verenigde Staten) heeft met name het Mexicaanse drugskartel van Sinaloa een groot deel van de productieketen in handen. Andere bronnen hebben het over aanwezigheid van de FARC maar daar zijn minder bewijzen voor beschikbaar.
Verschillende betrokkenen verwijten de Peruaanse regering dat zij zich teveel te focust op het Lichtend Pad en te weinig op deze werkelijk machtige drugsnetwerken. Als de regering een aantal grote drugsbazen zou pakken, zouden die Kameraad José op een presenteerblaadje aangeven, is de redenering.
Ook is er veel kritiek op de nadruk die gelegd wordt op de militaire strijd. Soldaten worden in het wilde weg naar de VRAE gestuurd, zonder een duidelijke strategie. Zo presenteerde vice-president Luis Gampietri onlangs het dubieuze voorstel om het gebied uit te roepen tot ’gevechtszone’ wat de volledige evacuatie van de bevolking (zo’n 60.000 personen) zou betekenen.
Mensenrechtenorganisaties zagen in dit voorstel een herhaling van de beruchte strategieën, die in de jaren tachtig toegepast werden in de strijd tegen het terrorisme. Deze leidden tot veelvuldige schendingen van mensenrechten. De afwezigheid van zowel een goed werkende intelligentiedienst, als een effectief sociaal economisch beleid in het gebied, worden gezien als oorzaken voor de voortdurend falende militaire acties.
Bovendien is de erfenis van het bewind van Fujimori (1990-2000), waarin de drugshandel floreerde met medewerking van de corrupte regering, nog niet uitgewist. Gezien de grote mate van corruptie in de huidige regering, is er veel wantrouwen over de werkelijke belangen in de hoogste politieke, militaire en juridische kaders. Een recent publieksonderzoek toonde aan dat 55% van de ondervraagden meende dat drugshandelaren en politici een nauwe relatie hebben. Ook dacht 72% dat de politie geinfiltreerd is door de drugshandel en 66% dat justitie omgekocht wordt door drugsgeld. Hoewel dit alles moeilijk te bewijzen valt, is het wel één van de plausibele redenen waarom de regering het liever heeft over de ‘strijd tegen het terrorisme’ dan de ‘strijd tegen drugs’.
De Peruaanse overheid heeft in de afgelopen jaren, met ondersteuning van de Verenigde Staten, getracht de cocaplantages van de VRAE uit te roeien, maar met weinig succes. Volgens critici werkt dit beleid juist allianties tussen de bevolking en het Lichtend Pad in de hand. Bovendien vreest men dat de situatie dankzij inmenging van de Verenigde State de kant van Colombia of Mexico op kan gaan.
Welke kant het werkelijk op zal gaan met de VRAE is allerminst duidelijk. De combinatie van armoede, drugshandel en terrorisme en een halfslachtige aanwezigheid van de staat lijkt tot nu toe alleen maar tot steeds meer geweld te leiden. Hoewel het thema ongetwijfeld vaak terug zal komen in de verkiezingsdebatten volgend jaar, is een regering die al deze problemen op coherente wijze het hoofd kan bieden, momenteel nog ver te zoeken.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.