Het protest in de Amazone wordt grimmiger:

Niet alleen de inheemse bevolking stelt zich steeds radicaler op, ook de maatregelen van de overheid worden steeds drastischer. Op zaterdag 9 mei verklaarde de overheid de zeven provincies van het Amazonegebied in staat van alarm. Dit houdt in dat de grondwettelijke bepalingen over vrijheid en veiligheid van personen en de onschenbaarheid van huisvesting tijdelijk worden opgeschort, daarnaast is er een verbod op samenscholing en vrij verkeer. De inheemse bevolking beschouwt dit als een regelrechte oorlogsverklaring.

De overheid verklaarde dat deze maatregel werd afgekondigd om de productie van de multinationale bedrijven te garanderen. Deze regel geeft de overheid echter ook de mogelijkheid om meer geweld te gebruiken. Op deze manier probeert de regering de dreiging van de Amazonebevolking, om naast Petroperú nu ook andere transnationale bedrijven te bezetten en belangrijke economische verbindingswegen te blokkeren, te counteren.

Als gevolg van deze polarisering bezette een delegatie van een 350-tal Awajun en Wampis zondagochtend 10 mei de brug Corral Quemado in Jaén. Na de verbindingsweg tussen kust en Amazone 8 uur geblokkeerd te hebben, werden ze met geweld verdreven. Het leger trad hardhandig op en gebruikte rubberen kogels en traangas waardoor een twintigtal Awajun en Wampis gewond raakten. Tien personen werden aangehouden, zij werden de volgende dag terug in vrijheid gesteld. Minstens één persoon raakte vermist - Hernandez Wisum Jankug - er wordt gevreesd voor zijn leven.

Verschillende betogers vertelden later geslagen te zijn en gaven aan dat de militairen van de situatie gebruik maakten om bezittingen te verbranden en geld te ontvreemden. Ook hun Peruaanse vlag werd verbrand, een symbolische daad die aangeeft dat de militairen de inheemse bevolking niet beschouwen als echte Peruanen.

 In de provincie Amazonas werden 6 personen gevangen genomen door de inheemse bevolking aan de wegblokkade in Shushunga. Het gaat om een politieagent - Fidel Castañeda Mendosa - die na het afleggen van een examen terugkeerde naar het “Station 6 van Petroperú” – één van de bezette petroleumstations. En 5 technici van het “Consorcio IDC-HK” die verklaarden een kostenraming te doen voor infrastructuurwerken in de regio. De betogers verdenken hen ervan deel uit te maken van de Peruviaanse geheime dienst en hebben een onderzoek ingesteld.

In het Noorden van het land blijft de weg tussen Tarapoto en Yurimaguas afgesloten. En in de provincie Loreto werd de blokkade van houten kano’s op de Rivier Napo reeds twee maal doorbroken door een oorlogsboot van de Marine. Zuidelijker in het land, is de rivier Urubamba nog steeds afgesloten. En twaalf boten van petroleumbedrijven Pluspetrol, Petrobrás en Repsol zijn onder de controle van de Asháninkas van Atalaya, in de regio Ucayali.

Voor de inheemse bevolking staat het vast: “Zij gaan verder tot het einde”. Ze stoppen niet vooraleer de decreten worden ingetrokken die de verdere roofbouw op het regenwoud mogelijk maken en ze willen inspraak bij het vestigen van multinationale bedrijven in hun territorium.

Overal in het Amazonegebied gaan de acties verder en radicaliseren ze zich. Strategische posities worden ingenomen door het leger en de Amazonebevolking. Met helikopters worden militairen aangevoerd naar “Station 6” van Petroperú. Het vredevolle protest veranderd, de stemming wordt grimmiger.